In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Gelderland het beroep van eiseres tegen de terugvordering van haar ziekengeld op grond van de Ziektewet (ZW). Eiseres ontving ziekengeld van het UWV, maar dit werd ten onrechte doorbetaald tot 11 december 2022, terwijl zij per 27 oktober 2021 weer arbeidsgeschikt was geacht. Het UWV vorderde een bedrag van € 30.900,19 terug, wat later werd verlaagd naar € 10.001,43. Eiseres maakte bezwaar tegen deze terugvordering en stelde dat zij niet op de hoogte was van de beëindiging van haar ziekengeld. De rechtbank oordeelt dat het UWV niet alle relevante feiten en omstandigheden heeft meegewogen bij de beoordeling van de dringende redenen om van terugvordering af te zien. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en draagt het UWV op om een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiseres. Tevens wordt het UWV veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres.