ECLI:NL:RBGEL:2025:2624

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
25 februari 2025
Publicatiedatum
4 april 2025
Zaaknummer
C/05/446829 KG RK 25-76
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesvertegenwoordiging

Op 25 februari 2025 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan op een verzoek tot wraking van mr. L.J. de Kerpel - van de Poel, rechter in een handelszaak. Het verzoek tot wraking werd ingediend door de bestuurder van verzoeker per e-mail op 23 januari 2025. De wrakingskamer heeft beoordeeld of het verzoek ontvankelijk was, waarbij werd vastgesteld dat op grond van artikel 79 lid 2 van de Rechtsvordering verplichte procesvertegenwoordiging geldt. Dit betekent dat verzoeker alleen met bijstand van een advocaat een schriftelijk wrakingsverzoek kan indienen. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek door de bestuurder van verzoeker persoonlijk was ingediend, wat in strijd is met de wettelijke vereisten. Op 30 januari 2025 is verzoeker geïnformeerd dat het verzoek door een advocaat ondertekend moest worden en kreeg hij de kans om dit gebrek binnen twee weken te herstellen. Verzoeker heeft echter nagelaten dit te doen, waardoor de wrakingskamer concludeerde dat verzoeker niet-ontvankelijk moest worden verklaard in het verzoek tot wraking. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK GELDERLAND, locatie Arnhem
Wrakingskamer
zaaknummer: C/05/446829 / KG RK 25-76
Beslissing van
van de wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoeker],
gevestigd te [plaats]
hierna te noemen: verzoeker,
strekkende tot de wraking van
mr. L.J. de Kerpel - van de Poel,
rechter in deze rechtbank
hierna te noemen: de rechter.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het wrakingsverzoek per e-mail van 23 januari 2025 van de bestuurder van verzoeker.

2.Het wrakingsverzoek

2.1
Het verzoek strekt tot wraking van de rechter in de handelszaak met procedurenummer C/05/432756 HA ZA 24/113.

3.De beoordeling

3.1.
Voordat tot inhoudelijke behandeling van het verzoek kan worden overgegaan dient te worden beoordeeld of het wrakingsverzoek ontvankelijk is.
3.2.
De wrakingskamer overweegt dat op grond van artikel 79 lid 2 Rechtsvordering (Rv) voor de zaak bekend onder C/05/432756 HA ZA 24/113 verplichte procesvertegenwoordiging geldt. De wet maakt met betrekking tot het doen van een verzoek tot wraking geen uitzondering op de verplichte procesvertegenwoordiging. Dit brengt met zich dat verzoeker slechts met bijstand van een advocaat een schriftelijk wrakingsverzoek kan indienen, wat wordt bevestigd in vaste jurisprudentie van de Hoge Raad (HR 18 december 1998, NJ 1999, 271). Dit volgt eveneens uit artikel 1 lid 2 van het wrakingsprotocol van deze rechtbank, luidende:
“1.2 In zaken waarin de partij zich verplicht moet laten vertegenwoordigen, moet het verzoek tot wraking op straffe van niet-ontvankelijkheid worden ingediend door een advocaat.”
3.3.
Het verzoek tot wraking is door de bestuurder van verzoeker persoonlijk ingediend. Op 30 januari 2025 is aan verzoeker per e-mail medegedeeld dat het schriftelijke wrakingsverzoek door een advocaat ondertekend moet zijn. Verzoeker is in de gelegenheid gesteld om dit gebrek binnen twee weken te herstellen en het wrakingsverzoek in de handelszaak met procedurenummer C/05/432756 HA ZA 24/113 alsnog ondertekend door een advocaat aan de griffie te doen toekomen. Verzoeker heeft dit gebrek echter niet hersteld.
3.4.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat verzoeker niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het verzoek tot wraking.

4.De beslissing

De wrakingskamer van de rechtbank:
- verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.J.C. van Leeuwen, voorzitter, mr. C.H. van Breevoort - de Bruin en mr. J.M.J.M. Doon, leden in tegenwoordigheid van de griffier [griffier] en in openbaar uitgesproken op 25 februari 2025.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.