Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
-, in elk geval enig geldbedrag
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld dan wel
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) te weten dat/die gedlbedrag(en) was/waren, en/of
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en) te weten dat/die geldbedrag(en) voorhanden had(den) en/of
(een) voorwerp(en) te weten (een) contant(e) geldbedrag(en) van (ongeveer) € 55.347,00-, in elk geval enig geldbedrag heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of van (een) contant(e) geldbedrag(en) van (ongeveer) € 55.347,00-, in elk geval enig geldbedrag, althans (een) voorwerp(en) gebruik heeft gemaakt, terwijl hij verdachte wist dat dat/die voorwerp(en) te weten dat/die contant(e) geldbedrag(en) onmiddellijk of middellijk afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf.
3.De bewezenverklaring
of omstreeks15 november 2022, te Arnhem,
althans in Nederland(van) (een) of meer voorwerp(en), te weten
(een)contant(e) geldbedrag(en) van
(ongeveer)€ 55.147,00-,
in elk geval enig geldbedrag-
de werkelijke aard,de herkomst,
de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsingheeft verborgen
en/of heeft verhuld dan wel- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) te weten dat/die geldbedrag(en) was/waren, en/of- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en) te weten dat/die geldbedrag(en) voorhanden had(den)en/
of(een)voorwerp(en) te weten
(een)contant(e) geldbedrag(en) van
(ongeveer)€ 55.147,00-,
in elk geval enig geldbedragheeft verworven en/of voorhanden heeft gehad
en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of van (een) contant(e) geldbedrag(en) van (ongeveer) €55.347,00-, in elk geval enig geldbedrag, althans (een) en van die voorwerp(en) gebruik heeft gemaakt, terwijl hij verdachte wist dat
dat/die voorwerp(en) te weten
dat/die contant(e) geldbedrag(en) onmiddellijk of middellijk afkomstig
was/waren uit enig
(eigen)misdrijf.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van het beslag
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
een gevangenisstraf voor de duur van 6 weken;
niet ten uitvoer zal worden gelegd,tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van twee jaren schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit;
taakstraf van 180 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 90 dagen;