ECLI:NL:RBGEL:2025:1486
Rechtbank Gelderland
- Voorlopige voorziening
- I.A.M. van Boetzelaer-Gulyas
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake intrekking bijstand op grond van de Participatiewet
In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster tegen de intrekking van haar bijstand op grond van de Participatiewet (Pw). Verzoekster ontvangt sinds 1 maart 2019 bijstand, maar het college van burgemeester en wethouders van Ermelo heeft op 27 november 2024 de bijstand opgeschort omdat verzoekster niet voldeed aan haar medewerkingsplicht. Verzoekster heeft meerdere keren niet op uitnodigingen gereageerd en heeft bankafschriften ingeleverd waarbij gegevens waren weggelakt. Het college heeft op 21 januari 2025 de bijstand ingetrokken, omdat verzoekster niet de gevraagde informatie heeft verstrekt en niet is verschenen op gesprekken. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat verzoekster haar medewerkingsverplichting heeft geschonden. De voorzieningenrechter oordeelt dat het college het recht op bijstand van verzoekster terecht heeft ingetrokken, omdat de medewerking noodzakelijk was voor de vaststelling van het recht op bijstand. De voorzieningenrechter concludeert dat het bezwaar van verzoekster geen redelijke kans van slagen heeft en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.