4.6.[eiser] heeft ter onderbouwing van haar stellingen enkele schriftelijke verklaringen overgelegd. Zo verklaart [persoon 1] , de wijkverpleegkundige:
”(…)Jij als dochter reikte de ochtendmedicatie aan en verzorgde je vader bij de ADL (persoonlijke zorg). Wij als wijkverpleging kwamen in de avond om de medicatie aan te reiken. Tijdens deze momenten deed je vader bijna nooit de deur open (vanwege angst wat veroorzaakt werd door hallucinaties). Op moment dat je vader de deur niet open deed, belde wij naar jou. Jij kwam dan vanuit je werk om de deur te openen.
Vanwege de kwetsbaarheid van je vader was het niet verantwoord om alleen te wonen, waardoor jij als dochter bij je vader bent gaan wonen om voor hem te zorgen.(…)”
In een verklaring van een vriendin van [eiser] , [persoon 2] , staat:
(…)Soms gingen we ook gezamenlijk wandelen in het [parknaam] . Je merkte wel aan [vader] dat hij
het bijvoorbeeld vaak had over mensen die hem willen vermoorden of achter hem aan zaten. [eiser] kan in
zulke situaties goed omgaan met [vader] . Ze blijft rustig en kalm met [vader] praten. [vader]
kwam dan weer tot rust. Je ziet aan zijn ogen dat hij angstig is. Ik heb met [eiser] vaak gesprekken
gehad over haar vader. Ze gaf aan dat [vader] waangedachtes en dementie heeft. [datum]
2023 werd [vader] opgenomen in het ziekenhuis. (…) [eiser] zorgde zelfs in het ziekenhuis voor haar vader. [vader] wou het liefst door [eiser] gedoucht worden, toilet bezoeken moest [eiser] bij ondersteunen. Ook zijn medicatie moest [eiser] geven aan [vader] . Door zijn wanen dacht [vader] dat hij ‘vermoord’ zou worden door de verpleegster. [vader] is erg gehecht aan [eiser] . [eiser] is [vader] vertrouwenspersoon en bij haar voelt [vader] zich het veiligst. (…)”
Een collega van [eiser] , [persoon 3] , heeft het volgende verklaard:
”(…) [eiser] had het vaak over haar vader. Ze vertelde ons over hoe ze hem verzorgde. Zowel persoonlijke verzorging tot aan medicatie. [eiser] had soms zware nachten, ze vertelde dat haar vader dan onrustig was geweest. Hij kwam vaker bij onze [bedrijf] [naam bedrijf] langs, dat kwam door zijn dementie/waangedachtes. [eiser] moest [vader] vaak even geruststellen en weer veilig naar huis brengen. Soms vergat hij de
route terug naar huis. Gelukkig werkte en woonde ze in buurt waardoor het voor ons geen last was. (…)
Als [eiser] werd gebeld door de buren/arts/politie stond [eiser] meteen klaar voor haar vader. Zoals ziekenhuis
bezoeken of belangrijke afspraken. [eiser] zei altijd: ‘wat er ook gebeurd met mijn vader, mijn vader is
nummer 1’. (…) Ik heb respect voor [eiser] hoe zij haar vader [vader] heeft verzorgd en begeleid heeft. Het was voor [eiser] best zwaar en heeft veel impact op haar leven gehad. ”
[persoon 4] , clustermanager van het [bedrijf] waar [eiser] werkzaam is geweest, heeft verklaard:
[eiser] is tot juli vorig jaar bij mij in dienst geweest, ze heeft meerdere malen verlof- en zorgverlof gehad om
voor haar vader te zorgen. Omdat het teveel was om te combineren met werken is ze gestopt met werken. Later is ze binnen de organisatie terug gekomen en is i.p.v. 4 dagen, 2 dagen gaan werken. Meer was niet te doen in combinatie met de verzorging. We hebben meerdere gesprekken gevoerd over de verzorging van haar vader, hoe zwaar dit is en dat ze weinig hulp had en dit veel alleen moest doen.
Ten slotte staat in de schriftelijke verklaring van de zus van [eiser] , [naam zus] , het volgende:
(…) Marokko was onze vader zijn favoriete vakantie bestemming.(…)Mijn zusje [eiser] is bij hem ingetrokken om voor onze vader [vader] zorg te verlenen. Door de dementie van mijn vader [vader] zorgde voor veel obstakels hij was moeilijk in omgang altijd angstig. [eiser] kon goed overweg met onze vader [vader] .
De thuissituatie bij onze vader [vader] was wel pittig. Hij had altijd schroevendraaiers en bijlen
onder zijn kussen om zich veilig te voelen. Ook liep [vader] met messen rond. [eiser] kon
daarmee goed overweg en hem gerust stellen. Medicatie innemen zelf ging niet meer. Voornamelijk door
zijn korte termijn geheugen. Zijn dag ritme was verandert onze vader [vader] sliep voornamelijk
overdag en in de avond en nacht was hij actief bezig. Vooral de laatste jaren kon onze vader [vader]
niet voor zichzelf zorgen en moest hij ondersteund en begeleid worden.