2.8.In het expertiserapport van [naam 3] staat, voor zover hier van belang:
“
SAMENVATTING EN BESCHOUWING
(…) De huidige klachten bestaan uit locale nekpijn, sterk wisselende pijn in de bovenarm links, de polsen, de linker schouder, links van de wervelkolom halverwege de rug en vermoeidheid.
In het verlengde hiervan ervaart betrokkene subjectieve beperkingen ten aanzien van het beroepsmatig functioneren, meer specifiek ten gevolge van de toename van genoemde klachten door activiteiten in het algemeen, waarbij hij zijn werk - dat voor een belangrijk deel bestaat uit fysieke activiteiten - niet meer kan uitvoeren.
Bij het neurologisch onderzoek als zodanig worden geen relevante afwijkingen gevonden, behoudens een licht beperkte lateroflexie en retroflexie van het hoofd, wegens hierbij optredende pijnklachten in de nek.
Er vond een herbeoordeling plaats van drie vervaardigde MRI’s, die in essentie vergelijkbaar zijn, met als conclusie: breedbasische discuspuiling op het niveau C5-C6, reikend tot aan de voorzijde van het myelum, zonder tekenen van myelopathie of vervorming / verplaatsing van het myelum. Hierbij beiderzijds relatief nauwe neuroforamina C5-C6.
Met betrekking tot de objectiveerbaarheid van de klachten kom ik tot de volgende afweging. De klachten die betrokkene beschrijft zijn weinig specifiek en, op basis van het neurologisch onderzoek als zodanig in combinatie met het algehele functioneren, niet of nauwelijks objectiveerbaar. Een en ander geeft dan ook geen aanleiding om een - al dan niet ernstig - neurologisch ziektebeeld te veronderstellen. Het is niet onmogelijk dat de HNP C5-C6 een rol heeft gespeeld bij de oorspronkelijke pijnklachten in april 2021, maar zeker is dit allerminst, veel hernia’s zijn asymptomatisch. De aanhoudende, wisselende klachten kan ik hier echter niet aan toeschrijven. Er zijn evenmin overtuigende aanwijzingen voor een cervicaal radiculair syndroom, niet anamnestisch, en niet bij het neurologisch onderzoek. Op grond van het beeldvormend onderzoek is beïnvloeding van de
wortels C6 t.g.v. de relatief nauwe foramina (de openingen waar de zenuwwortels uittreden) niet uit te sluiten: ook voor deze radiologische bevinding geldt echter dat deze zeer vaak asymptomatisch is. Alleen bij een episode met aanhoudende uitstraling naar een arm volgens een traject passend bij de betreffende zenuwwortel is een wortelblokkade (zoals ook gesuggereerd door dr. [naam 4] ) een optie. De licht beperkte mobiliteit
van de nek is tendomyogeen bepaald.
CONCLUSIE
Op neurologisch gebied vind ik geen duidelijke verklaring voor de door betrokkene geclaimde klachten.
BEANTWOORDING VAN DE VRAGEN
(…)
Vraag 2.Wat zijn uw bevindingen bij lichamelijk onderzoek en eventueel aanvullend onderzoek?
Antwoord 2.:Bij het neurologisch onderzoek als zodanig worden geen relevante afwijkingen gevonden, behoudens een licht beperkte lateroflexie en retroflexie van het hoofd, die tendomyogeen bepaald is.
Er vond een herbeoordeling plaats van MRI’s, die in essentie vergelijkbaar zijn, met als conclusie: breedbasische discuspuiling op het niveau C5-C6, reikend tot aan de voorzijde van het myelum, zonder tekenen van myelopathie of vervorming/verplaatsing van het myelum. Hierbij beiderzijds relatief nauwe neuroforamina C5-C6.
Vraag 3.Welke diagnose(n) kunt u stellen?
Antwoord 3.:Hiervoor wil ik verwijzen naar de paragraaf ‘Samenvatting en Beschouwing’. Daaronder vindt u e. e. a. samengevat onder de paragraaf
‘Conclusie’.
Vraag 4. a.Is er naar uw mening sprake van medisch vast te stellen gevolgen van ziekte op 15-02-2022? Zo ja, geeft dit dan aanleiding tot beperkingen? Zo ja, welke beperkingen zijn dit? Wilt u zo concreet mogelijk de mate aangeven, rekening houdend met de werkzaamheden van betrokkene?
Antwoord 4.a.:Nee, deze kan ik niet vaststellen. Aangezien ik op neurologisch gebied geen duidelijke verklaring vind voor de door betrokkene geclaimde klachten leiden deze ook niet tot beperkingen op mijn vakgebied.
b.Is er naar uw mening sprake van medisch vast te stellen gevolgen van ziekte op
14-12-2022? Zo ja, geeft dit dan aanleiding tot beperkingen? Zo ja, welke beperkingen zijn dit? Wilt u zo concreet mogelijk de mate aangeven, rekening houdend met de werkzaamheden van betrokkene?
Antwoord 4.b.:Nee, deze kan ik niet vaststellen. Op genoemde datum bezocht betrokkene het spreekuur van de neuroloog in het [naam ziekenhuis] . Deze dacht dat er mogelijk sprake was van radiculaire pijn, naast tendomyogene pijnklachten. Deze episode is hersteld, en heeft niet tot objectiveerbare neurologische restverschijnselen geleid. Aangezien ik op neurologisch gebied geen duidelijke verklaring vind voor de huidige door betrokkene geclaimde klachten leiden deze ook niet tot beperkingen op mijn vakgebied.