Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
(…)
(…) Dank zij (…) Talis weet hij sinds enige tijd dat er bij de gemeente en bij Talis op enigerlei wijze aantekening bestaat, dat hij in zijn woning harddrugs of softdrugs gedeald zou hebben en ook dat hij er een gewoonte van zou maken om gestolen zaken in zijn woning zou hebben.
We hebben naar aanleiding van uw brief op 21-11-2023 uitgezocht of zulke aantekeningen over uw cliënt bestaan. Daar is geen sprake van.”
(…)
(…)
3.Het geschil
4.De beoordeling
wij krijgen nog steeds meldingen van uw buren over overlast.” Deze overlastmeldingen hebben plaatsgevonden in de drie jaar voorafgaand aan de verhuurdersverklaring. De verklaring dateert namelijk van 2 augustus 2024. Talis mocht in haar verklaring dus die overlastmeldingen meenemen.
Er is veel aanloop tot overlast van de buurt, vooral in de avond- en nachturen”, “
Het is vaak een komen en gaan van klanten, hetgeen een behoorlijke overlast in de straat veroorzaakt” en “
dagelijks is er in beide woningen veel in- en uitloop van bezoek”. Ook deze overlastmeldingen hebben plaatsgevonden in de drie jaar voorafgaand aan de verhuurdersverklaring. Ook deze mocht Talis dus betrekken in de verhuurdersverklaring.