ECLI:NL:RBGEL:2025:115
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verdeling van het vermogen van een ontbonden vennootschap onder firma na opzegging
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 15 januari 2025 een tussenvonnis uitgesproken in een civiele procedure betreffende de verdeling van het vermogen van een ontbonden vennootschap onder firma (vof). De rechtbank heeft vastgesteld dat de vof op 14 oktober 2021 door opzegging is ontbonden en dat deze datum als peildatum voor de verdeling van het vermogen moet worden aangehouden. De partijen, aangeduid als eiser in conventie en gedaagde in conventie, hebben verschillende vorderingen ingediend met betrekking tot de verdeling van activa en passiva van de vof. De rechtbank heeft in eerdere tussenvonnissen overwogen dat er geen schriftelijke vennootschapsovereenkomst was en dat de deelgerechtigdheid van de vennoten bepaald moest worden op basis van hun inbreng en de grondslag waarop zij in de winsten en verliezen deelden.
De rechtbank heeft de vorderingen tot vereffening van de vof afgewezen, omdat er geen schulden of vorderingen op derden meer waren. In plaats daarvan heeft de rechtbank besloten om zelf de verdeling vast te stellen op basis van de overlegde documenten en de stellingen van partijen. De rechtbank heeft de kapitaalposities van beide vennoten vastgesteld en rekening gehouden met onttrekkingen en stortingen die in de periode van 1 januari 2021 tot 14 oktober 2021 hebben plaatsgevonden. De rechtbank heeft ook de waarde van de activa, waaronder twee voertuigen, vastgesteld en de verdeling van deze activa tussen de partijen geregeld.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdeling van het vermogen van de ontbonden vof vastgesteld, waarbij de Ampera aan de gedaagde werd toebedeeld en de Tesla aan de eiser. De eiser werd veroordeeld tot betaling van een bedrag aan de gedaagde wegens overbedeling. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg. De uitspraak is openbaar gemaakt op 15 januari 2025.