ECLI:NL:RBGEL:2024:3565

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
12 juni 2024
Publicatiedatum
11 juni 2024
Zaaknummer
426821
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake ontbinding en verdeling van een vennootschap onder firma na beëindiging van de relatie tussen de vennoten

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 12 juni 2024 een tussenvonnis uitgesproken in een geschil tussen twee voormalige partners die een vennootschap onder firma (vof) hebben opgericht. De partijen, die sinds 2013 samenwerkten, hebben hun relatie eind 2020 beëindigd en de vof in oktober 2021 feitelijk gestaakt. De rechtbank behandelt de vraag of de vof nog moet worden ontbonden en hoe het vennootschapsvermogen, bestaande uit onder andere twee auto’s, moet worden verdeeld. De rechtbank stelt vast dat de vof op 14 oktober 2021 door opzegging is ontbonden, en dat partijen het erover eens zijn dat de vof nog niet is verdeeld. De rechtbank heeft meer gegevens nodig om de verdeling vast te stellen en heeft partijen verzocht om aanvullende documentatie aan te leveren. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling op 24 juli 2024.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: C/05/426821 / HA ZA 23-466
Vonnis van 12 juni 2024
in de zaak van
[eiser in conv/verweerder in reconv],
wonende te [woonplaats] ,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
hierna te noemen: [eiser in conv/verweerder in reconv] ,
advocaat: mr. A. van Weverwijk,
tegen
[gedaagde in conv/eiseres in reconv],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde in conv/eiseres in reconv] ,
advocaat: mr. H. van Straten.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 31 januari 2024
- het verkorte proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 3 mei 2024.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De kern van de zaak

2.1.
Partijen hebben lang samengewoond en een vennootschap onder firma (hierna: vof), met de naam [naam vof] , gehad. Eind 2020 is hun relatie geëindigd. De samenwerking in de vof werd vervolgens onhoudbaar. In oktober 2021 hebben partijen de vof feitelijk gestaakt. Zij werkten door vanuit hun eigen eenmanszaken.
2.2.
In deze procedure is aan de orde of de vof nog moet worden ontbonden, vereffend en verdeeld. Partijen zijn het erover eens dat de vof nog niet verdeeld is. Tot het vennootschapsvermogen behoren in ieder geval twee auto’s, een Opel Ampera en een Tesla.
2.3.
De rechtbank wil de verdeling zelf vaststellen, maar heeft daar nog meer gegevens voor nodig.

3.De feiten

3.1.
Op 27 december 2013 hebben partijen, tijdens hun relatie, de [naam vof] opgericht. Partijen waren de enige vennoten in deze vof. Partijen hebben geen schriftelijke vennootschapsovereenkomst gesloten.
3.2.
Bij e-mail van 14 oktober 2021 heeft [eiser in conv/verweerder in reconv] aan [gedaagde in conv/eiseres in reconv] geschreven:
“(…) 2 [naam vof] :
a. Per omgaande (voor 20 oktober 2021) vindt er een besluit plaats omtrent de ontvlechting van de VOF. Ik ben bereid om [naam vof] als eenmanszaak voort te zetten (oude situatie). Ik garandeer je het winstaandeel van 15.000 euro over 2021 voor je werkzaamheden voor [bedrijf 2] en de loonadministraties (indien alle uitgaande facturen worden voldaan).
b. Je kunt de werkzaamheden met betrekking tot de loonadministraties voortzetten waarbij je de eventuele door [naam vof] gefactureerde bedragen doorbetaald krijgt. Of je daar [bedrijf 2] voor gebruikt, een eigen eenmanszaak inschrijft (…) of anderszins is aan jou. (…) Indien je vanuit een eigen eenmanszaak zou werken mogen de loonadministraties ook rechtstreeks gefactureerd worden. As je mij andere werkzaamheden van jou laat factureren zal ik deze na ontvangst 100% doorzeten.
c. Dat bij een ontvlechting de Ampera niet, direct of uiterlijk in februari 2023 wordt overgenomen is aan jouw maar wordt wel bij de ontvlechting direct beslist. (…)
3 Indien je [naam vof] niet nagenoeg direct wilt ontvlechten dan zal ik mij op of kort na 20 oktober beraden of ik mijn werkzaamheden vanuit een andere onderneming ga voortzetten (…)”
3.3.
Bij e-mail van 18 oktober 2021 antwoordt [gedaagde in conv/eiseres in reconv] aan [eiser in conv/verweerder in reconv] :
“(…)
[naam vof]
Ontvlechting = accoord
Gewenste ingangsdatum 31 december 2021
Ik krijg uiterlijk maart 2022 een overzicht van wat ik moet invullen op mijn aangifte IB met betrekking tot de VOF (…)
Werkzaamheden huidige loonadministraties: blijft lopen via jou (geeft beter beeld voor jouw klanten), ik zal hiervoor facturen aan jou sturen
Ampera: deze wil ik alleen overnemen als ik een priveoplaadpunt heb bij mijn woning. Nu daar nog geen zicht op is wil ik dit niet beslissen. Ik wil hem dus niet direct en op dit moment ook niet uiterlijk februari 2023 overnemen. Indien gewenst kun je per omgaande een afspraak maken om de auto op te komen halen. (…)
3.4.
Bij e-mail van 30 oktober 2021 schrijft [eiser in conv/verweerder in reconv] aan [gedaagde in conv/eiseres in reconv] :
“Hiermee tracht ik duidelijk krijgen en creëren omtrent de zakelijke / financiële verhoudingen tussen ons. (…)
1 Je draagt per omgaande / 1 november je aandeel in [naam vof] over. Formulier kamer van koophandel (uittreding) wordt direct door jou ingevuld en afgehandeld. Je vordering wordt vastgesteld ter grootte van de niet betaalde en niet verrekende arbeidsvergoeding en we nemen daarin november en december 2021 mee zodat je de werkzaamheden ( [bedrijf 2] en loonadministraties) die je dat doet ook al geregeld zijn.
3.5.
Op 31 oktober 2021 heeft [gedaagde in conv/eiseres in reconv] aan [eiser in conv/verweerder in reconv] een door haar ingevuld en ondertekend Kamer van Koophandel-formulier toegezonden, waarin staat dat zij per 1 december 2021 als vennoot van de vof uit functie treedt. Daarbij heeft zij ook een kopie van haar paspoort aan [eiser in conv/verweerder in reconv] gestuurd.
3.6.
Vanaf 14 oktober 2021 hebben partijen niet meer vanuit de vof gehandeld.
3.7.
[gedaagde in conv/eiseres in reconv] is een procedure bij de kantonrechter gestart waarin zij onder meer betaling van € 23.579,60 heeft gevorderd. Die vordering heeft zij onderbouwd met de toezeggingen die [eiser in conv/verweerder in reconv] in zijn e-mail van 14 oktober 2021 heeft gedaan. De kantonrechter heeft de vordering in haar vonnis van 13 september 2023 toegewezen, daarbij verwijzend naar de e-mail van 14 oktober 2021.
Ter zitting in de huidige zaak is gebleken dat partijen het erover eens zijn dat die toegewezen vordering ziet op werkzaamheden die [gedaagde in conv/eiseres in reconv] vanuit haar eenmanszaak in 2022 heeft verricht voor gezamenlijke klanten aan wie [eiser in conv/verweerder in reconv] had gefactureerd. De vordering zag dus niet op afrekening van de samenwerking binnen de vof tot aan 1 januari 2022.

4.De vorderingen

4.1.
[eiser in conv/verweerder in reconv] vordert in conventie, na eisvermeerdering, kort gezegd:
de ontbinding van de vof,
partijen te gelasten over te gaan tot afwikkeling (inclusief vereffening en verdeling) van de (ontbonden) vof op de wijze als door [eiser in conv/verweerder in reconv] voorgesteld,
[gedaagde in conv/eiseres in reconv] te veroordelen tot betaling van de autokosten van € 23.393,34, vermeerderd met rente en kosten,
[gedaagde in conv/eiseres in reconv] te veroordelen in de kosten van de procedure.
4.2.
[gedaagde in conv/eiseres in reconv] vordert in reconventie kort gezegd:
voor recht te verklaren dat de vof per 14 oktober 2021, althans per 31 oktober 2021, althans per 1 december 2021 is ontbonden door opzegging van de vof door [eiser in conv/verweerder in reconv] ,
de vereffening van de ontbonden vof te gelasten met benoeming van een deskundige als vereffenaar,
te verklaren voor recht dat partijen ieder voor een gelijk deel gerechtigd zijn tot het vermogen van de vof,
[eiser in conv/verweerder in reconv] te veroordelen om binnen 7 dagen na het vonnis de volledige administratie van de vof over de jaren 2018 tot en met 2022 aan [gedaagde in conv/eiseres in reconv] te verstrekken, op straffe van een dwangsom,
de verdeling van de tussen partijen bestaande ontbonden vennootschappelijke gemeenschap vast te stellen per de ontbindingsdatum, op de wijze als door [gedaagde in conv/eiseres in reconv] voorgesteld, althans de wijze van verdeling te gelasten per ontbindingsdatum en wel aldus, dat het vennootschappelijk vermogen na vereffening tussen partijen bij helfte dient te worden verdeeld,
(voorwaardelijk): een deskundige te benoemen om de waarde van het te verdelen vermogen van de vof per de ontbindingsdatum vast te stellen,
[eiser in conv/verweerder in reconv] te veroordelen in de kosten van de procedure.

5.De beoordeling

Ontbinding van de vof
5.1.
[eiser in conv/verweerder in reconv] vordert de ontbinding van de vof. [gedaagde in conv/eiseres in reconv] stelt zich op het standpunt dat de vof al in 2021 ontbonden is.
5.2.
De rechtbank stelt voorop dat een vof wordt ontbonden door (onder andere) opzegging van een vennoot aan de andere vennoten (artikel 7A:1683 BW). Dit kan vormvrij gedaan worden.
5.3.
Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit de vaststaande feiten genoegzaam dat de vof al ontbonden is. Nadat [eiser in conv/verweerder in reconv] op 14 oktober 2021 aan [gedaagde in conv/eiseres in reconv] had laten weten tot een ontvlechting van de vof te willen komen, heeft zij op 18 oktober 2021 geantwoord dat de ontvlechting akkoord is. Omdat partijen het erover eens zijn dat zij na 14 oktober 2021 niet meer in vof-verband hebben gewerkt, maar ieder vanuit zijn eigen eenmanszaak, gaat de rechtbank ervan uit dat de vof op 14 oktober 2021 door opzegging is ontbonden. Voor de samenwerking na die datum hebben partijen al met elkaar afgerekend (zie 3.7).
Vereffening van de vof
5.4.
Beide partijen vorderen de vereffening van de vof, maar ter zitting is gebleken dat de vof geen schulden aan en/of vorderingen op derden meer heeft. Omdat er niets meer valt af te wikkelen (anders dan de verdeling tussen partijen, waarop de rechtbank hierna zal ingaan), zullen deze vorderingen worden afgewezen.
Verdeling van het vennootschapsvermogen
5.5.
[gedaagde in conv/eiseres in reconv] stelt dat beide vennoten gerechtigd zijn tot het saldo van zijn/haar kapitaalrekening, vermeerderd c.q. verminderd met zijn/haar aandeel in de winst of het verlies van 2021 blijkens de nog op te maken slotbalans en de winst- en verliesrekening. Omdat partijen alleen arbeid hebben ingebracht en geen andersluidende afspraken hebben gemaakt, delen zij gelijk in het vermogen van de vennootschap, aldus [gedaagde in conv/eiseres in reconv] . Verder stelt zij dat de peildatum voor de waarde van de verdeling de ontbindingsdatum zou moeten zijn en stelt zij voor de Opel Ampera en de Tesla beide te verkopen en de opbrengst te delen.
5.6.
[eiser in conv/verweerder in reconv] stelt zich op het standpunt dat [gedaagde in conv/eiseres in reconv] slechts als medegerechtigde betrokken was bij de vof en uit dien hoofde jaarlijks altijd een min of meer vast bedrag ontving. Dat bedrag was niet afhankelijk van de totale omzet van de vof, maar weerspiegelde de persoonlijke winst van [gedaagde in conv/eiseres in reconv] . [eiser in conv/verweerder in reconv] stelt dat [gedaagde in conv/eiseres in reconv] dat standpunt in de kantongerechtprocedure zelf innam, zodat zij in strijd met de goede procesorde handelt met haar voormelde standpunt ten aanzien van de wijze van verdeling.
5.7.
De rechtbank stelt voorop dat partijen geen schriftelijke vennootschapsovereenkomst hebben gesloten en dat de deelgerechtigdheid van [eiser in conv/verweerder in reconv] en [gedaagde in conv/eiseres in reconv] dus wordt bepaald door enerzijds de inbreng en anderzijds de grondslag waarop de vennoten in de winsten en verliezen delen (Hoge Raad 3 mei 1968, ECLI:NL:HR:1968:AB3611). De vennoten zijn gerechtigd tot het saldo van hun kapitaalrekening (die de waarde van het ingebrachte geld en/of goederen weergeeft), vermeerderd dan wel verminderd met ieders aandeel in de winst of het verlies over de periode (tot aan de ontbinding) waarover nog geen balans is opgemaakt.
5.8.
Als peildatum voor de gevolgen van de verdeling (waaronder de waardering van het te verdelen actief) neemt de rechtbank 14 oktober 2021, de datum van de ontbinding en het moment waarop partijen de vof feitelijk hebben gestaakt. Dat sluit aan bij de wens van partijen, zoals de rechtbank die uit hun uitlatingen ter zitting heeft begrepen.
5.9.
Wat betreft de proceshouding in de kantongerechtprocedure merkt de rechtbank op dat inmiddels vaststaat dat de facturen waarvan betaling is gevorderd en toegewezen alleen zag op het jaar 2022, en dat [gedaagde in conv/eiseres in reconv] met deze facturering gehoor gaf aan het voorstel van [eiser in conv/verweerder in reconv] in diens e-mail van 14 oktober 2021, welk voorstel [gedaagde in conv/eiseres in reconv] geaccepteerd had in haar antwoord van 18 oktober 2021. Die proceshouding heeft daarom geen invloed voor de verdeling van de vof, die al eerder was ontbonden.
5.10.
Mede op grond van het behandelde ter zitting staat inmiddels het volgende vast:
[eiser in conv/verweerder in reconv] heeft op 27 december 2013 zijn tot dan toe gedreven eenmanszaak [naam vof] ingebracht in de vof;
tot het kapitaal van zijn eenmanszaak behoorden in ieder geval twee auto’s en computers;
[gedaagde in conv/eiseres in reconv] heeft bij de start van de vof geen activa ingebracht;
partijen verrichtten deels voor dezelfde klanten werkzaamheden, waarbij [gedaagde in conv/eiseres in reconv] vooral de loonadministratie deed en [eiser in conv/verweerder in reconv] financieel advies gaf;
[eiser in conv/verweerder in reconv] zorgde voor de facturering aan klanten, zowel voor zijn eigen werkzaamheden als voor die van [gedaagde in conv/eiseres in reconv] ;
[eiser in conv/verweerder in reconv] deed de interne administratie van de vof; hij maakte voor de vof geen jaarstukken op;
[eiser in conv/verweerder in reconv] verstrekte jaarlijks Excel-overzichten van winstverdeling en kapitaalverloop van de vof aan [gedaagde in conv/eiseres in reconv] op basis waarvan de IB-aangiftes van hemzelf en van [gedaagde in conv/eiseres in reconv] zijn ingevuld;
[gedaagde in conv/eiseres in reconv] heeft van 2018 tot en met 2020 jaarstukken van de vof laten opstellen, ten behoeve van haar hypotheekaanvraag en de kinderalimentatiezaak; dat is gebeurd op basis van de gedownloade cijfers van het boekhoudpakket en de gedownloade Excel-overzichten van [eiser in conv/verweerder in reconv] ; [gedaagde in conv/eiseres in reconv] had toen nog toegang tot de administratie op de computer;
n de Excel-overzichten nam [eiser in conv/verweerder in reconv] allereerst het resultaat van het boekjaar op, daar trok hij de arbeidsbeloningen van beide vennoten vanaf (2x € 15.000 per jaar), vervolgens de rentevergoedingen per vennoot (zijnde 0,5% rente over ieders kapitaalpositie), waarna onder “Resteert te verdelen” werd opgenomen: “Winstaandeel K.J. [eiser in conv/verweerder in reconv] 50%” en “Winstaandeel [gedaagde in conv/eiseres in reconv] 50%”. Onderaan het overzicht werd het kapitaal per 31 december per vennoot opgenomen;
blijkens het Excel-overzicht van 2020 bedroeg het resultaat in dat boekjaar € 31.180, de arbeidsbeloningen als gebruikelijk € 15.000, de rentevergoedingen € 626 voor [eiser in conv/verweerder in reconv] en € 130 voor [gedaagde in conv/eiseres in reconv] , en het winstaandeel voor ieder € 212;
de kapitaalposities bedroegen blijkens dat Excel-overzicht € 144.613 voor [eiser in conv/verweerder in reconv] en € 31.275 voor [gedaagde in conv/eiseres in reconv] (dezelfde kapitaalposities staan op de balans in de (op verzoek van [gedaagde in conv/eiseres in reconv] opgestelde) jaarrekening 2020);
blijkens de jaarrekening 2018 en de overgelegde onderdelen van de jaarrekening 2019 en 2020 werden voor het verloop van ieders kapitaalpositie telkens bij het beginkapitaal de rentevergoeding, de arbeidsvergoeding, het winstaandeel (50% van de overwinst) en de stortingen opgeteld en de opnames afgetrokken;
[gedaagde in conv/eiseres in reconv] kreeg elk jaar een arbeidsbeloning van € 15.000 (volgens [gedaagde in conv/eiseres in reconv] kreeg [eiser in conv/verweerder in reconv] dat bedrag ook, volgens [eiser in conv/verweerder in reconv] kreeg hij wat resteerde aan liquiditeit om bij een overwinst van ongeveer 0 uit te komen);
over 2021 heeft [gedaagde in conv/eiseres in reconv] de arbeidsbeloning van € 15.000 ontvangen;
in de vof werd een jaarlijkse winst van € 30.000 à € 40.000 gemaakt (bij een jaarlijkse omzet van ongeveer € 62.000);
de Opel Ampera is in februari 2018 voor € 44.000 aangeschaft en de Tesla is in februari 2019 voor € 56.817,50 aangeschaft;
[eiser in conv/verweerder in reconv] heeft de Tesla in gebruik;
[gedaagde in conv/eiseres in reconv] heeft de Opel Ampera onder zich.
5.11.
De rechtbank stelt voorop dat zij uit de opstelling en het gebruik van de Excel-overzichten met daarin jaarlijkse overzichten “Winstverdeling en kapitaalverloop [naam vof] ” (zie 5.10 g t/m i) afleidt dat die opstelling de bedoeling van partijen ten aanzien van de wijze van toedeling van inkomsten weergaf. Die Excel-overzichten werden immers door [eiser in conv/verweerder in reconv] opgesteld (al jaren op dezelfde wijze) en aan [gedaagde in conv/eiseres in reconv] verstrekt. Niet blijkt dat partijen ooit bedenkingen of voorbehouden hebben geuit ten aanzien van de wijze van toedeling van inkomsten. Datzelfde geldt voor de weergave van de kapitaalposities op die Excel-overzichten. Ook die werden al die jaren door [eiser in conv/verweerder in reconv] bijgehouden en aan [gedaagde in conv/eiseres in reconv] verstrekt, zonder dat [gedaagde in conv/eiseres in reconv] (of [eiser in conv/verweerder in reconv] zelf), daarover ooit bedenkingen of voorbehouden hebben geuit, ondanks dat beide partijen toegang hadden tot de volledige administratie en beiden bij uitstek vaardig waren op boekhoudkundig vlak. Beide partijen gebruikten de Excel-overzichten ook voor hun IB-aangiften. Tegen deze achtergrond hebben partijen niet (voldoende gemotiveerd) gesteld dat (en waarom) de Excel-overzichten geen juiste weergave vormen van de kapitaalposities tot en met 31 december 2020. De rechtbank gaat ervan uit dat in het kapitaal van [eiser in conv/verweerder in reconv] de inbreng van zijn eenmanszaak en eventuele latere stortingen van partijen (dus ook de door [eiser in conv/verweerder in reconv] genoemde stortingen in 2017 en 2018) zijn verdisconteerd. Niet valt in te zien waarom [eiser in conv/verweerder in reconv] die stortingen (als ze inderdaad van zijn privérekening zijn gedaan zonder dat het bedragen betrof die aan de vof toekwamen) niet zou hebben verwerkt in zijn kapitaalpositie. Zoals uit 5.10 onder l blijkt verwerkte hij daarin immers jaarlijks de gedane stortingen.
De rechtbank neemt daarom tot uitgangspunt dat de kapitaalpositie van [eiser in conv/verweerder in reconv] op 31 december 2020 € 144.613 bedroeg en van [gedaagde in conv/eiseres in reconv] € 31.275.
5.12.
De rechtbank leidt uit de jaarlijkse Excel-overzichten dus ook af dat tussen partijen de afspraak gold om van het resultaat van de vof ieder van hen een arbeidsbeloning van € 15.000 toe te kennen. Als er dan nog geld over was werden eerst rentevergoedingen over het uitstaande kapitaal aan ieder der vennoten toegekend en werd vervolgens eventuele overwinst in gelijke delen bijgeboekt bij de kapitaalposities van de beide vennoten. Vanwege deze tussen partijen bestaande afspraak, moet ook de winst over 2021 op gelijke wijze tussen partijen worden verdeeld en de rentevergoedingen en winstaandelen (ieder 50% van de overwinst) aan hun kapitaalpositie worden toegerekend.
5.13.
[eiser in conv/verweerder in reconv] heeft tijdens de mondelinge behandeling onbetwist verklaard dat de omzet in 2021 € 60.000 is geweest en de winst € 35.000. Dat is ook in lijn met hetgeen volgens partijen gebruikelijk was (zie 5.10 onder o). De rechtbank gaat er daarom van uit dat het gezamenlijke resultaat in 2021 tot aan de peildatum € 35.000 bedroeg.
Van dat resultaat van € 35.000 is overeenkomstig de afspraken € 15.000 aan [gedaagde in conv/eiseres in reconv] betaald. Na de betaling van eenzelfde bedrag aan [eiser in conv/verweerder in reconv] , resteerde dan nog € 5.000.
5.14.
De rechtbank is voornemens de verdeling zelf vast te stellen. Omdat de rechtbank niet weet welke bedragen beide vennoten hebben opgenomen en gestort in 2021 kan zij de eindkapitaalposities per 14 oktober 2021 echter niet bepalen.
[eiser in conv/verweerder in reconv] zal verzocht worden daarin gedocumenteerd inzicht te verschaffen (ook [gedaagde in conv/eiseres in reconv] kan desgewenst bewijsstukken op dit punt in het geding brengen).
De rechtbank vraagt voorts aan [eiser in conv/verweerder in reconv] een afschrift van de gehele jaarrekening 2020 over te leggen (tijdens de zitting bleek hij daarover te beschikken). Daarnaast dient hij een slotbalans op te stellen, met bescheiden gedocumenteerd, per 14 oktober 2021 (met daarin in ieder geval de waarde van de materiële vaste activa en de vlottende activa per die datum, waaronder de saldi op 14 oktober 2021 op de rekeningen NL96ABNA0572876564 en NL25RABO0313143153).
Verder wil de rechtbank dat [eiser in conv/verweerder in reconv] het gehele Excel-overzicht “Winstverdeling en Kapitaalverloop” over 2020 in het geding brengt. Als hij dat niet meer in bezit heeft, kan hij het bij [gedaagde in conv/eiseres in reconv] opvragen.
Tot slot wil de rechtbank van beide partijen een onderbouwd (en zo mogelijk gedocumenteerd) overzicht ontvangen van de waarde per 14 oktober 2021 van de Opel Ampera, de Tesla en eventuele andere materiële vaste activa.
5.15.
De rechtbank hoopt als gezegd vervolgens zelf de verdeling vast te kunnen stellen. Voor het geval dat niet mogelijk blijkt zal een deskundige benoemd worden die gevraagd wordt aan de hand van de hiervoor genoemde uitgangspunten, de al in het geding gebrachte stukken en de nog in het geding te brengen stukken de verdeling van het vennootschapsvermogen vast te stellen. Partijen wordt verzocht zich bij hun aktes uit te laten over de naam/namen van (een) deskundige(n), zo mogelijk na afstemming onderling, en over de hoogte van het aan de deskundige(n) te betalen voorschot. De rechtbank overweegt nu alvast dat beide partijen de helft van dat voorschot voor hun rekening moeten nemen.
5.16.
De rechtbank ziet geen aanleiding om andere stukken op te vragen en/of [eiser in conv/verweerder in reconv] te gelasten de volledige administratie van de vof vanaf 2018 aan [gedaagde in conv/eiseres in reconv] te verstrekken. Zoals hiervoor overwogen blijkt voldoende duidelijk hoe partijen de winsten en verliezen verdeelden, wat de kapitaalposities waren en hoe dus de verdeling van het vennootschapsvermogen geëffectueerd moet worden. Dat die Excel-overzichten niet zouden kloppen, heeft [gedaagde in conv/eiseres in reconv] als gezegd onvoldoende gemotiveerd gesteld. Ook heeft zij onvoldoende gemotiveerd gesteld dat privé-opnames van [eiser in conv/verweerder in reconv] in de periode vanaf 2018 als zakelijke kosten zijn geboekt. Dat is in het geheel niet toegelicht en valt ook niet te rijmen met het feit dat zij de jaarrekeningen heeft opgesteld met behulp van de administratie waar zij toen nog bij kon.
De rechtbank zal dus voor de verdeling uitgaan van de gegevens die blijken uit de jaarrekening 2020 en het Excel-overzicht over 2020, aangevuld met nog aan te leveren gegevens over 2021.
5.17.
De rechtbank geeft partijen in overweging om, aan de hand van voormelde uitgangspunten, zelf tot een regeling te komen. Op 31 december 2020 had [eiser in conv/verweerder in reconv] recht op circa 80% van het totale kapitaal en [gedaagde in conv/eiseres in reconv] op circa 20%. [gedaagde in conv/eiseres in reconv] heeft, zo begrijpt de rechtbank de stellingen van partijen, de Opel Ampera uit 2018 onder zich gehouden en [eiser in conv/verweerder in reconv] de Tesla uit 2019, de andere materiële activa en de vlottende activa (waaronder de banksaldi). De rechtbank kan zich voorstellen dat partijen op grond van voormelde uitgangspunten en beslissingen (eventueel aangevuld met een door [eiser in conv/verweerder in reconv] te verstrekken overzicht van stortingen en opnames in 2021), met hulp van hun advocaten, tot overeenstemming weten te komen.
5.18.
Voor het geval dat niet lukt zullen partijen in de gelegenheid gesteld worden bij akte de in 5.14 en 5.15 genoemde documenten en informatie met een toelichting in het geding te brengen. Daarna zullen partijen bij antwoordakte op elkaars aktes mogen reageren.
5.19.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van woensdag 24 juli 2024 voor het nemen van een akte door partijen over wat is vermeld onder 5.14 en 5.15, waarna zij op de rol van 4 weken daarna beiden een antwoordakte kunnen nemen,
6.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.J. de Kerpel-van de Poel en in het openbaar uitgesproken op 12 juni 2024.