ECLI:NL:RBGEL:2024:9564

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
23 december 2024
Publicatiedatum
31 december 2024
Zaaknummer
699956 FT RK 24-460
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verlenging van de afkoelingsperiode in de besloten akkoordprocedure van twee besloten vennootschappen

In deze beschikking heeft de Rechtbank Gelderland op 23 december 2024 het verzoek van de herstructureringsdeskundige om verlenging van de afkoelingsperiode ex artikel 376 lid 5 van de Faillissementswet (Fw) toegewezen. De schuldenaren, twee besloten vennootschappen, hadden eerder een afkoelingsperiode van vier maanden aangevraagd, die op 7 juni 2024 was ingegaan. De herstructureringsdeskundige had op 4 oktober 2024 en 6 december 2024 om verlenging van deze periode verzocht, waarbij de rechtbank op 16 oktober 2024 al een eerdere verlenging had goedgekeurd. De rechtbank oordeelde dat er belangrijke vooruitgang was geboekt in de onderhandelingen over een akkoord en dat de verlenging noodzakelijk was om de bedrijfsvoering van de schuldenaren niet te verstoren. De rechtbank concludeerde dat de belangen van de schuldeisers niet geschaad zouden worden door de verlenging van de afkoelingsperiode. De rechtbank heeft het verzoek tot verlenging van de afkoelingsperiode met twee maanden toegewezen, tot en met 7 februari 2025, en heeft andere verzoeken afgewezen.

Uitspraak

Rechtbank GELDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie: Zutphen
Verzoek verlenging afkoelingsperiode ex artikel 376 lid 5 Fw
rekestnummer: 699956 FT RK 24-460
uitspraakdatum: 23 december 2024
beschikking op het ingekomen verzoekschrift van de herstructureringsdeskundige ex artikel 376 lid 5 Faillissementswet (Fw) in de besloten akkoordprocedure van:
de besloten vennootschap
[schuldenaar 1] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
hierna ook: [schuldenaar 1] ,
en
de besloten vennootschap
[schuldenaar 2] B.V.
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
hierna ook: [schuldenaar 2]
hierna tezamen ook te noemen: de schuldenaren

1.Het verloop van het geding

1.1.
De schuldenaren hebben op 10 mei 2024 startverklaringen als bedoeld in artikel 370 lid 3 Fw ter griffie gedeponeerd en bij verzoekschriften van diezelfde datum verzocht om aanwijzing van een herstructureringsdeskundige als bedoeld in artikel 371 Fw en verzocht een afkoelingsperiode als bedoeld in artikel 376 Fw te gelasten voor een periode van vier maanden.
1.2.
De schuldenaren hebben gekozen voor een besloten akkoordprocedure buiten faillissement.
1.3.
Bij beschikking van 7 juni 2024 heeft de rechtbank mr. F.A.M. Nowee, advocaat te Utrecht, aangewezen tot herstructureringsdeskundige in de besloten akkoordprocedure van de schuldenaren en tevens een afkoelingsperiode afgekondigd voor een periode van vier maanden, ingaande op 7 juni 2024.
1.4.
Bij verzoekschrift van 4 oktober 2024 heeft de herstructureringsdeskundige op de voet van artikel 376 lid 5 Fw verzocht de afgekondigde afkoelingsperiode te verlengen met een periode van twee maanden althans (subsidiair) voor een termijn die de rechtbank geraden acht. Bij beschikking van 16 oktober 2024 heeft de rechtbank de afkoelingsperiode verlengd met een periode van twee maanden.
1.5.
Bij verzoekschrift van 6 december 2024 heeft de herstructureringsdeskundige op de voet van artikel 376 lid 5 Fw verzocht de afkoelingsperiode nogmaals te verlengen met een periode van twee maanden althans (subsidiair) voor een termijn die de rechtbank geraden acht. De bij dit verzoekschrift behorende acht producties (productie 1 tot en met 8) zijn op 9 december 2024 overgelegd.
1.6.
Bij e-mailbericht van 16 december 2024 heeft de herstructureringsdeskundige de rechtbank laten weten dat schuldeiser [schuldeiser] – wiens faillissementsrekest ten aanzien van de schuldenaren is geschorst – bij monde van haar advocaat heeft bericht geen bezwaar te hebben tegen verlenging van de afkoelingsperiode en niet bij de zitting aanwezig wenst te zijn.
1.7.
Het verzoek is op 17 december 2024 in raadkamer, met gebruik van een videoverbinding, behandeld in aanwezigheid van mr. Nowee voornoemd. Ook waren aanwezig de heer [bestuurder] (indirect bestuurder van de schuldenaren), de heer [financieel adviseur] (financieel adviseur, ingeschakeld door de heer [bestuurder] ) en de heer [naam medewerker] (verbonden aan [adviesbureau] , ingeschakeld door de herstructureringsdeskundige).

2.De feiten

2.1.
Enig aandeelhouder en bestuurder van [schuldenaar 1] is de besloten vennootschap [Holding] B.V. (hierna: [Holding] ). De heer [bestuurder] is enig bestuurder van [Holding] .
2.2.
Enig aandeelhouder en bestuurder van [schuldenaar 2] is de besloten vennootschap [Vastgoed] B.V.. Enig aandeelhouder en bestuurder van de besloten vennootschap [Vastgoed] B.V. is [Holding] .

3.Het verzoek

3.1.
De herstructureringsdeskundige verzoekt de rechtbank de bij beschikking van 7 juni 2024 afgekondigde en bij beschikking van 16 oktober 2024 verlengde afkoelingsperiode op de voet van artikel 376 lid 5 Fw te verlengen met een termijn van twee maanden, althans (subsidiair) voor een periode die de rechtbank geraden acht.

4.De beoordeling

Rechtsmacht en bevoegdheid
4.1.
Nu de rechtbank zich in het kader van deze akkoordprocedure buiten faillissement eerder (relatief) bevoegd heeft verklaard, is zij gelet op artikel 369 lid 8 Fw eveneens bevoegd kennis te nemen van het voorliggende verzoek.
Verlenging afkoelingsperiode
4.2.
De herstructureringsdeskundige heeft tijdig, dat wil zeggen vóórdat de lopende afkoelingsperiode was verstreken, om verlenging van de afkoelingsperiode verzocht. Hij is dan ook ontvankelijk in zijn verzoek.
4.3.
Ingevolge artikel 376 lid 5 Fw dient de rechtbank thans te beoordelen of aannemelijk is gemaakt dat belangrijke vooruitgang is geboekt bij de totstandkoming van het akkoord. De rechtbank moet ook beoordelen of (nog steeds) is voldaan aan de vereisten van artikel 376 lid 4 Fw.
4.4.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft de herstructureringsdeskundige voldoende aannemelijk gemaakt dat ten opzichte van de beschikking van de rechtbank van 16 oktober 2024 belangrijke vooruitgang is geboekt bij de totstandkoming van het akkoord. De herstructureringsdeskundige, de door hem ingeschakelde adviseur en de door indirect bestuurder ingeschakelde adviseur hebben ter zitting toegelicht welke werkzaamheden zijn en worden verricht in het kader van de totstandkoming en (cijfermatige) onderbouwing van de (concept)waarderingsrapporten met betrekking tot de liquidatie- en reorganisatiewaarde. Zij hebben bovendien voldoende concreet aangegeven welke stappen de komende maanden worden gezet om een akkoord ter stemming te kunnen voorleggen.
4.5.
De rechtbank is verder van oordeel dat is voldaan aan de vereisten van artikel 376 lid 4 Fw. Daartoe overweegt de rechtbank het volgende.
4.6.
Bij de behandeling van het verzoek is summierlijk gebleken dat verlenging van de afkoelingsperiode noodzakelijk is om de door de schuldenaren gedreven onderneming tijdens de voorbereiding van en de onderhandelingen over een akkoord te kunnen blijven voortzetten. De herstructureringsdeskundige sluit niet uit dat een van de schuldeisers maatregelen zal treffen indien de afkoelingsperiode niet verlengd zal worden. De bedrijfsvoering van de schuldenaren zou in dat geval ernstig verstoord raken en de slagingskansen van de aan te bieden akkoorden aanzienlijk verminderd. De afkoelingsperiode biedt de schuldenaren en de herstructureringsdeskundige de noodzakelijke rust om een akkoord te kunnen voorbereiden en aan te bieden.
4.7.
Ook is summierlijk gebleken dat redelijkerwijs valt aan te nemen dat de belangen van de gezamenlijke schuldeisers van de schuldenaren bij een afkoelingsperiode zijn gediend. Ter zitting hebben de herstructureringsdeskundige en de door de indirect bestuurder ingeschakelde adviseur verklaard dat de lopende verplichtingen worden voldaan. De door de schuldenaren gedreven onderneming genereert via de door deze onderneming exploiteerde winkels (extra) liquiditeit. Ter zitting werd bovendien verklaard dat een reorganisatiescenario een duidelijke plus zal bieden ten opzichte van het faillissement van de schuldenaren. Gelet hierop valt redelijkerwijs aan te nemen dat derden, waaronder [schuldeiser] , niet wezenlijk in hun belangen worden geschaad. De rechtbank acht aannemelijk dat verlenging van de afkoelingsperiode in het belang van de schuldeisers is, mede gezien het feit dat de schuldeisers, waaronder [schuldeiser] , geen bezwaren hebben geuit tegen verlenging van de afkoelingsperiode.
4.8.
De rechtbank zal het verzoek tot verlenging van de afkoelingsperiode toewijzen.

5.De beslissing

De rechtbank:
- wijst het verzoek tot verlenging van de afkoelingsperiode met twee maanden, te weten tot en met 7 februari 2025, toe;
- wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.H. Steverink, voorzitter, mr. M.P. de Valk en
mr. M.D.E. Leppens, rechters, en in aanwezigheid van mr. W.J. van ‘t Spijker, griffier, in het openbaaruitgesproken door mr. J.H. Steverink op 23 december 2024.