In deze civiele zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Gelderland, is op 13 december 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] en TVM Verzekeringen N.V. De zaak betreft een verkeersongeval dat op 21 oktober 2019 heeft plaatsgevonden, waarbij een verzekerde van TVM en [betrokkene 1] betrokken waren. [betrokkene 1] heeft [eiseres] opdracht gegeven om de schade te verhalen. TVM heeft aansprakelijkheid erkend en een bedrag van € 4.234,47 betaald voor de schade. Echter, [eiseres] heeft ook aanspraak gemaakt op een aanvullende schadevergoeding van € 1.489,60 voor bedrijfsschade en € 600,00 voor buitengerechtelijke incassokosten. TVM heeft in totaal € 280,00 aan buitengerechtelijke kosten betaald, maar betwist de hoogte van de resterende vordering van € 320,00.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de buitengerechtelijke werkzaamheden die door [eiseres] zijn verricht, noodzakelijk waren en dat de kosten redelijk zijn. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de omvang van de buitengerechtelijke kosten voldoende nauwkeurig kan worden vastgesteld, waardoor toepassing van het forfaitaire systeem niet aan de orde is. Uiteindelijk is de kantonrechter tot de conclusie gekomen dat TVM € 104,00 aan [eiseres] moet betalen, vermeerderd met wettelijke rente, en dat de proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.