ECLI:NL:RBGEL:2024:9398

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
2 december 2024
Publicatiedatum
23 december 2024
Zaaknummer
11360602 \ VV EXPL 24-133
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming huurwoning na beëindiging huurovereenkomst voor bepaalde tijd

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland, is op 2 december 2024 een vonnis in kort geding uitgesproken. Eiseressen, de Commanditaire Vennootschap 'Ede Woningen C.V.' en de Stichting 'Stichting Ede Property', hebben een vordering ingesteld tegen een gedaagde die niet is verschenen. De vordering betreft de ontruiming van een huurwoning, omdat de huurovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege is geëindigd. De huurovereenkomst was gesloten voor de duur van twee jaar, van 1 september 2022 tot en met 31 augustus 2024. Eiseressen hebben de gedaagde tijdig geïnformeerd over het einde van de huurovereenkomst, maar de gedaagde heeft de woning niet ontruimd.

De procedure begon met een dagvaarding en een mondelinge behandeling op 25 november 2024. Eiseressen hebben gesteld dat de gedaagde zonder recht of titel in het gehuurde verblijft, aangezien de huurovereenkomst op 31 augustus 2024 is geëindigd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde op 8 juni 2024 op de hoogte is gesteld van het einde van de huurovereenkomst. Aangezien de gedaagde niet is verschenen, is verstek verleend en zijn de vorderingen van eiseressen toegewezen.

De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde binnen veertien dagen na betekening van het vonnis, met veroordeling in de proceskosten. De proceskosten zijn begroot op € 943,97. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook als de gedaagde in hoger beroep gaat. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. E.W. de Groot.

Uitspraak

RECHTBANKGELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: 11360602 \ VV EXPL 24-133
Vonnis in kort geding van 2 december 2024
in de zaak van

1.DE COMMANDITAIRE VENNOOTSCHAP ‘EDE WONINGEN C.V.’,

gevestigd te Ede,
en

2.DE STICHTING ‘STICHTING EDE PROPERTY,

gevestigd te Ede,
hierna tezamen te noemen: eiseressen,
gemachtigde: mr. M.P.H. van Wezel,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de mondelinge behandeling van 25 november 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Tot slot is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Eiseressen, Ede Woningen c.v. en Stichting Ede Property, zijn eigenaar van het complex, gelegen aan de [adressen 1] , [adressen 2] en [adressen 3] , bestaande uit 62 zorg-/maatschappelijke woningen en overige algemene en ondersteunende ruimten (hierna: het complex). Op 24 december 2020 hebben eiseressen als verhuurders en [bedrijf 1] als huurder, een huurovereenkomst gesloten met betrekking tot het complex.
2.2.
Vervolgens heeft [bedrijf 1] , als (onder)verhuurder met [gedaagde] een (onder)huurovereenkomst gesloten, voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 7:271 lid 1 BW (oud) [1] voor de duur van 2 jaar, te weten van 1 september 2022 en tot en met 31 augustus 2024.
2.3.
De tussen eiseressen (tezamen als verhuurder) en [bedrijf 1] (als huurder) bestaande huurovereenkomst is met wederzijds goedvinden beëindigd per 31 december 2022. De lopende (onder)huurovereenkomsten met bewoners (onder)huurders, waaronder [gedaagde] , zijn daarbij door eiseressen overgenomen van [bedrijf 1] als verhuurder.
2.4.
De beheerder van eiseressen heeft op 7 juni 2024 een brief aan [gedaagde] gestuurd waarin [gedaagde] wordt geïnformeerd over het van rechtswege eindigen van de huurovereenkomst per 31 augustus 2024. Hij verzoekt [gedaagde] het gehuurde per 31 augustus 2024 op te leveren. Deze brief heeft [gedaagde] op 8 juni 2024 ontvangen. [gedaagde] heeft de woning niet ontruimd en opgeleverd.
2.5.
Op 10 oktober 2024 stuurt de gemachtigde van eiseressen een brief aan [gedaagde] waarin [gedaagde] wordt gesommeerd het gehuurde alsnog op te leveren, aan welke sommatie [gedaagde] tot op heden niet heeft voldaan.

3.De vordering

3.1.
Eiseressen vorderen, samengevat, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen tot ontruiming van het gehuurde aan de [adres gehuurde] , met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
Eiseressen leggen aan de vordering ten grondslag dat de huurovereenkomst tussen partijen van rechtswege is geëindigd, aangezien sprake was van een huurovereenkomst voor bepaalde tijd en zij [gedaagde] tijdig hebben geïnformeerd over de einddatum. [gedaagde] heeft het gehuurde echter niet opgeleverd en verblijft op dit moment zonder recht of titel in het gehuurde. Eisers hebben een spoedeisend belang bij hun vordering, omdat zij het complex waarin het gehuurde zich bevindt, moeten opleveren aan de nieuwe huurder, [bedrijf 2] .

4.De beoordeling

Het spoedeisend belang
4.1.
Het spoedeisend belang vloeit voort uit de stellingen van eiseressen.
De verstekverlening
4.2.
De dagvaarding is op de bij de wet voorgeschreven wijze betekend aan het adres van [gedaagde] . Hij is niet verschenen in deze procedure, zodat tegen hem verstek wordt verleend.
De ontruiming
4.3.
Nu tegen [gedaagde] verstek wordt verleend worden de vorderingen die niet zijn weersproken toegewezen behoudens voor zover deze de voorzieningenrechter onrechtmatig of ongegrond voorkomen.
4.4.
De met [gedaagde] gesloten huurovereenkomst voor bepaalde tijd, te weten voor de duur van twee jaar, is overeenkomstig de van toepassing zijnde wetgeving rechtsgeldig tot stand gekomen. Die huurovereenkomst is van rechtswege geëindigd nu [gedaagde] tijdig, te weten eerder dan drie maanden, maar uiterlijk één maand voor afloop van de huurovereenkomst schriftelijk is geïnformeerd over het einde van de huurovereenkomst op 31 augustus 2024. [gedaagde] is immers bij brief van 7 juni 2024, door hem ontvangen op 8 juni 2024, geïnformeerd. Daarmee staat vast dat [gedaagde] vanaf 1 september 2024 zonder recht of titel in het gehuurde woont.
4.5.
De gevorderde ontruiming is daarom niet onrechtmatig of ongegrond en zal worden toegewezen.
De proceskosten
4.6.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van eisers worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
135,97
- griffierecht
130,00
- salaris gemachtigde
543,00
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
943,97
De uitvoerbaar bij voorraadverklaring
4.7.
De veroordelingen in dit vonnis worden uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat eiseressen dat vorderen, daar ook belang bij hebben, en [gedaagde] daar geen verweer tegen heeft gevoerd. Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

5.De beslissing

De kantonrechter
rechtdoende als voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis het gehuurde aan [adres gehuurde] te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en zaken, tenzij deze zaken van eiseressen zijn, en de sleutels af te geven aan eiseressen,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 943,97, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.W. de Groot en in het openbaar uitgesproken op 2 december 2024.
498 \ 41245

Voetnoten

1.Te weten zoals dit artikel luidde tot 1 juli 2024.