ECLI:NL:RBGEL:2024:8651
Rechtbank Gelderland
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke rechtszaak over omgevingsvergunning voor appartementencomplex in Tiel
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland wordt een verzoek om een voorlopige voorziening behandeld van eiseres, die bezwaar maakt tegen de verleende omgevingsvergunning voor het bouwen van een appartementencomplex met 18 appartementen aan de [adres] te [plaats]. De vergunninghouder heeft op 1 december 2023 een omgevingsvergunning aangevraagd, die door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tiel is verleend. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze vergunning, maar het college heeft dit bezwaar ongegrond verklaard. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld.
De voorzieningenrechter heeft op 31 oktober 2024 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigden van eiseres, het college en de vergunninghouder aanwezig waren. De voorzieningenrechter oordeelt dat de aanvraag voor de omgevingsvergunning is ingediend vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet, waardoor de oude regelgeving van toepassing blijft. De voorzieningenrechter concludeert dat het college bij de beslissing om de omgevingsvergunning te verlenen beleidsruimte heeft en dat de belangen van eiseres zijn afgewogen tegen de belangen van de vergunninghouder.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af en verklaart het beroep ongegrond. De voorzieningenrechter stelt vast dat de overschrijding van de toegestane bouwhoogte met 3,78 meter en het bebouwingspercentage niet leidt tot onaanvaardbare gevolgen voor de omgeving. De voorzieningenrechter concludeert dat het college voldoende heeft gemotiveerd waarom de afwijking van het bestemmingsplan ruimtelijk passend is en dat er geen reden is om aan te nemen dat de vergunning niet verleend had kunnen worden.