Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 december 2024
[A] B.V., uit [plaats B] , de holding
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Achtergrond
€ 10.000,-;
Leeswijzer
- dat voorschrift 10.1.2 van de inrichtingsvergunning niet is overtreden;
- dat voorschriften 10.1.4 en 10.2.1 van de inrichtingsvergunning niet zijn overtreden;
- dat artikel 3.7m, tweede lid, van de Activiteitenregeling milieubeheer niet is overtreden;
- dat de inrichting niet is veranderd;
- dat de holding niet is aan te merken als overtreder.
Beroepsgronden
Beginselplicht tot handhaving
10. Slachterij
De transporten van mest dienen met zodanige voorzorgen te geschieden, dat het terrein, de wegen, de bodem en het grondwater niet worden verontreinigd: transport van dunne mest en gier moet daarom geschieden in volledig gesloten tankwagens, die in zindelijke staat moeten verkeren; vast mest moet worden getransporteerd in daarvoor geschikte transportmiddelen, die op correcte wijze zijn beladen.’
Mest, inhouden van magen, darmen en pensen moet worden verzameld en opgevangen in een mestcontainer.’
Geconstateerde overtredingen vergunningsvoorschriften
Geconstateerde overtredingen vergunningsvoorschriften
Een stookinstallatie voldoet ten behoeve van het veilig functioneren, een optimale verbranding en energiezuinigheid van deze stookinstallatie aan de bij ministeriële regeling inzake keuring en onderhoud gestelde eisen.’
Een gasgestookte stookinstallatie met een nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 100 kilowatt wordt ten minste eenmaal per vier jaar gekeurd op veilig functioneren, optimale verbranding en energiezuinigheid.’
Bevindingen