ECLI:NL:RBGEL:2024:8253
Rechtbank Gelderland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schadevergoeding wegens beroepsfout in vergunningprocedure voor horeca-exploitatie
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland, vordert de eiseres, een café-exploitant, schadevergoeding van de gedaagde, die haar heeft bijgestaan in een vergunningprocedure. De eiseres stelt dat de gedaagde een beroepsfout heeft gemaakt door niet te wijzen op een termijn in het overgangsrecht, waardoor zij geen beroep meer kon doen op dit recht en haar café niet langer als zware horeca kon exploiteren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiseres in 2016 een exploitatievergunning heeft aangevraagd, die door de gemeente is afgewezen. De gemeente stelde dat de wijzigingen in het café in 2013 ervoor zorgden dat het niet meer onder het overgangsrecht viel. De eiseres heeft vervolgens bezwaar en beroep aangetekend, maar kreeg ongelijk in alle procedures, inclusief een uitspraak van de Raad van State in 2018.
De rechtbank heeft de vordering van de eiseres afgewezen, omdat zij niet voldoende heeft onderbouwd dat er schade is geleden en dat er een causaal verband bestaat tussen de gestelde beroepsfout van de gedaagde en de schade. De rechtbank oordeelt dat de eiseres niet heeft aangetoond dat zonder de beroepsfout de vergunning wel zou zijn verleend. Bovendien is de vordering verjaard, maar de rechtbank oordeelt dat deze is gestuit door een aangetekende brief van de eiseres aan de gedaagde. De gedaagde is niet aansprakelijk, en de eiseres wordt veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die in totaal € 1.726,00 bedragen.