ECLI:NL:RBGEL:2024:785

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
14 februari 2024
Publicatiedatum
15 februari 2024
Zaaknummer
419432
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding wegens wanprestatie en afgebroken onderhandelingen tussen samenwerkingspartners in de kalkproductie

In deze zaak vordert Betaned B.V. schadevergoeding van Comfortmix B.V. wegens het niet nakomen van een samenwerkingsovereenkomst. Betaned stelt dat er een overeenkomst tot stand is gekomen, terwijl Comfortmix dit betwist. De rechtbank Gelderland heeft op 14 februari 2024 geoordeeld dat er geen samenwerkingsovereenkomst is ontstaan, omdat er onvoldoende wilsovereenstemming was tussen partijen. De rechtbank concludeert dat de onderhandelingen zijn afgebroken en dat Comfortmix vrij stond om deze te beëindigen. Betaned heeft niet voldoende onderbouwd dat er een bindende overeenkomst was, en de vorderingen van Betaned worden afgewezen. De rechtbank veroordeelt Betaned in de proceskosten van Comfortmix, die zijn vastgesteld op € 12.914,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving. De wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen indien Betaned niet tijdig aan de veroordeling voldoet.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: C/05/419432 / HA ZA 23-228
Vonnis van 14 februari 2024
in de zaak van
BETANED B.V.,
te Herten, gemeente Roermond,
eisende partij,
hierna te noemen: Betaned,
advocaat: mr. S.J.W.M. Vonken te Heerlen,
tegen
COMFORTMIX B.V.,
te Toldijk, gemeente Bronckhorst,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Comfortmix,
advocaat: mr. L. te Linde te Arnhem.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 9 augustus 2023
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 6 december 2023.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Betaned en Comfortmix handelen allebei in (onder meer) kalkproducten voor de veehouderij.
2.2.
In 2018 is de toenmalige bestuurder van Betaned, de heer [betrokkene 1] , via een gezamenlijke kennis in contact gebracht met een verkoopmedewerker van Comfortmix, de heer [betrokkene 2] . Dit heeft geresulteerd in een kennismakingsgesprek op
3 mei 2018.
2.3.
Naar aanleiding van dit kennismakingsgesprek is tussen partijen gesproken over een samenwerkingsverband, van waaruit kalkproducten aan derden zouden worden geleverd.
2.4.
In de periode van oktober 2018 tot en met februari 2019 hebben partijen veelvuldig mailcontact met elkaar gehad. Dit ging over uiteenlopende zaken, zoals aan wie zij producten zouden kunnen leveren, wat gangbare prijzen en afzethoeveelheden zijn en welke vervoerders kunnen worden ingeschakeld. Ook zijn in deze periode door Betaned naamkaartjes en een folder gemaakt om te delen met externen en heeft Betaned een door haar genoemd marketingplan opgesteld. Van het maken van de naamkaartjes, de folder en het marketingplan was Comfortmix op de hoogte.
2.5.
Op 18 december 2018 sluiten partijen op initiatief van Betaned een schriftelijke geheimhoudingsovereenkomst [1] . Hierin staat onder meer dat partijen belangstelling hebben voor enigerlei vorm van samenwerking met elkaar.
2.6.
Op 31 januari 2019 mailt de heer [betrokkene 1] aan de heer [betrokkene 2] en aan de heer [betrokkene 3] , de bestuurder van Comfortmix, onder meer het volgende:
“Er zijn een aantal dingen die mij storen.
Ik werk mij drie slagen in de rondte om een goed marketing plan op tafel te kunnen leggen met betrouwbare prijzen, voor een optimale winst.
Lang geleden heb ik gevraagd om de transport tarieven met [betrokkene 4] op papier te krijgen, voor het vervoer van mergel vanuit [Bedrijf 2] . Ook heb ik gevraagd om transport tarieven voor silo transporten in alle provincies vanuit Rheine.
Volgende week ben jij de hele week weg, maar het gesprek met [bedrijf 1] vind plaats op de dinsdag na jouw terugkomst [betrokkene 2] .
Ook zou ik volgende week een afspraak willen maken met [betrokkene 5] om zijn vragen, kortelings gesteld te beantwoorden vóórdat ik op 14 februari naar Azië vertrek.
Dat loopt nu niet, en het is onmogelijk voor mij om e.e.a. te bewerken.
Wij moetendit samendoen!!
Met de Nedcal@Micro beginnen zich goede ontwikkelingen af te tekenen.
Maar ik kan het niet alleen!
Er zijn dingen die beter door jou gedaan kunnen worden omdat jij goede contacten met vervoerders in dat gebied hebt!Kom er mee, dan kunnen we verder!(…)
Ik reken op jullie!!”
Diezelfde dag reageert de heer [betrokkene 3] per e-mail, voor zover relevant [2] :

Ten eerste wil ik je complimenteren met de folder die je gemaakt hebt. Ziet er echt super mooi uit. Verder begrijp ik je frustratie. Jij bent momenteel zeer hard aan het werk om er een succes van te maken en ziet te weinig actie van onze kant. (…) Probleem bij ons was wel dat [betrokkene 2] de afgelopen 2 maanden heel druk was met de diervoerindustrie, maar dat is nu ook ongeveer afgerond. Hij moet vanaf nu echt meer tijd vrij kunnen maken om van het Nedcal verhaal een succes te maken.”
2.7.
De heer [betrokkene 1] mailt op 1 februari 2019 aan de heer [betrokkene 3] onder meer het volgende:
“Ik heb a.s. vrijdag (8/2) een afspraak met [betrokkene 5] van Agrifirm, om 14u30 in Eindhoven. Zou jij daarvoor kunnen b.v. om 11u00? En evt. bij dat gesprek met [betrokkene 5] blijven zou ook mooi zijn.”
2.8.
Op 8 februari 2019 vindt een gesprek plaats waarbij aanwezig zijn de heer [betrokkene 1] , de heer [betrokkene 3] en namens Agrifirm onder meer de heer [betrokkene 5] . Tijdens dat gesprek is een overeenkomst gesloten voor de levering aan Agrifirm van ‘Nedcal 50-2’ (vloeibare kalk) voor het eerste semester van 2019. Op het contract staan als partijen vermeld Betanet B.V. en Agrifirm. [3]
2.9.
Op 9 februari 2019 stuurt Comfortmix aan Betaned een uitgebreide e-mail. In die e-mail staat onder meer:
“Punt 5, De margeverdeling van 80/20. Hier heb ik bij nader inzien toch wel moeite mee. Het is wel zo dat jij op dit moment het meeste werk gedaan hebt, maar nu gaat ons werk beginnen om alles goed op de plek te krijgen binnen de juiste tijd, bovendien is de order van Agrifirm binnen gekomen door ons netwerk. Wij hadden de contacten met [Bedrijf 2] waar de kalk vandaan moet komen en de contacten met Agrifirm en veel contacten met verschillende transporteurs. In mijn optiek doen we het dus nog steeds samen en lijkt het mij beter de winstverdeling gewoon op 50/50 te houden. Concreet gaat Agrifirm nu 6000 ton doen, hier zit een marge op van € 10,- dus € 60.000,- euro. Als wij hiervan maar 20% krijgen zit je op € 12.000,-. Daar worden wij niet blij van en kiezen wij er liever voor minder tonnen te doen en een klein beetje rechtstreeks op de loonwerker. Nu kan die 6000 ton op jaarbasis natuurlijk makkelijk 10.000 ton worden, maar ook dan is het wat ons betreft hetzelfde verhaal. Bovendien is het hier de bruto marge. Er zullen nog wat kosten af moeten. Kun jij ons inzichtelijk maken welke kosten je tot nu toe gemaakt hebt? Folders, visitekaartjes, mailadressen enzovoort.”
2.10.
Op dit voorstel over de verdeling van de opbrengst heeft Betaned niet gereageerd.
2.11.
Op 14 februari 2019 stuurt Comfortmix aan Betaned een e-mail met onder meer de volgende inhoud [4] :
“Na een periode van onderzoek naar een mogelijke samenwerking tussen Comfortmix en Betaned B.V. met als enig aandeelhouder Betaned Beheer B.V. is door Comfortmix besloten dit onderzoek te beëindigen. Momenteel ziet Comfortmix te weinig voordelen aan een mogelijke samenwerking.”
Op 28 februari 2019 reageert Betaned hierop per e-mail:
“Met de inhoud van onderstaande mail ben ik het niet eens. De opzegging, zonder opgaaf van redenen, is samen besproken, maar de opmerking met als enig aandeelhouder Betanet Beheer is niet juist, of op zijn minst onvolledig. De partij voor samenwerking van onze kant is Betanet B.V. en de revenuen zouden 50/50 verdeeld worden, na aftrek van de gemaakte kosten. Het contract met Agrifirm is in gezamenlijke actie en overleg afgesloten en kan daarom niet éénzijdig geannuleerd worden. Wij zullen dit goed moeten afwerken, zoals ook besproken. Ik reken op een correcte afwikkeling.”
2.12.
Een feitelijke samenwerking tussen Betaned en Comfortmix is niet van de grond gekomen. Hierdoor heeft Betaned de kalk niet aan Agrifirm kunnen leveren. Comfortmix heeft vervolgens de kalk zelf aan Agrifirm geleverd.
2.13.
Betaned heeft Comfortmix aansprakelijk gesteld voor het beëindigen van de samenwerking.
2.14.
Op 29 augustus 2022 zijn in het kader van een voorlopig getuigenverhoor als getuige onder meer de heren [betrokkene 3] en [betrokkene 5] gehoord. Zij hebben, onder meer, het volgende verklaard:
[betrokkene 3] :
“U vraagt mij wat ik precies bedoel met "beëindiging van de samenwerking". Eigenlijk bedoel ik daarmee: beëindiging van het onderzoek of we zouden gaan samenwerken. Tijdens dat onderzoek of we zouden gaan samenwerken is gesproken over prijzen die we zouden gaan rekenen en over het gezamenlijk uitbrengen van offertes.
U vraagt mij of er ook daadwerkelijk een of meer offertes zijn uitgebracht namens het samenwerkingsverband. Ja, dat is zo, namelijk aan Agrifirm. Maar met Agrifirm hadden wij al contacten voordat deze offerte werd uitgebracht en waren wij al over deze kalk in gesprek.
U vraagt mij of er bij het uitbrengen van die offerte afspraken zijn gemaakt over de
verdeling van de opbrengst. Er is toen wel over gesproken maar de heer [betrokkene 1] kwam daar later op terug, dus de afspraken waren niet definitief. Er lag een voorstel maar daar moest nog over gesproken worden.
U vraagt mij hoe de taakverdeling was bij de uitvoering van de aan Agrifirm geoffreerde levering. De kalk zou door Comfortmix worden ingekocht, die dat als enige kon, ook is gesproken over transport maar over de facturering moesten nog gesprekken volgen.
U vraagt mij of ik er van op de hoogte ben dat op het contract met Agrifirm Betaned/de heer [betrokkene 1] als uitvoerende partij wordt genoemd. Ja, dat is zo.
(…)
U vraagt mij hoe ik deze gang van zaken kan rijmen met mijn stelling dat het niet tot samenwerking is gekomen. Het contract met Agrifirm vond voor mij plaats in het kader van onderzoek hoe de markt op een eventuele samenwerking zou reageren. Dat toetsen bij Agrifirm was het makkelijkst omdat wij met hen al ver in gesprek waren. Dat uiteindelijk Betaned als naam onder het contract kwam te staan was voor mij niet relevant; het belangrijkste was dat wij zouden leveren.
U vraagt mij of ik vaker overeenkomsten sluit waarbij een andere partij voor mijn gedeelte tekent. Nee, dat doe ik niet. Ik zie het zo dat het feitelijk een contract was tussen Betaned en Agrifirm, waarbij wij Betaned faciliteerden in die zin dat wij de kalk zouden inkopen en leveren. Over alle andere zaken waren wij nog in overleg hoe dat moest gaan lopen.
U houdt mij voor dat besproken is dat de financiële afwikkeling, de administratie en de acquisitie door Betaned zouden worden gedaan en dat Comfortmix zou zorgen voor inkoop en transport. Daar is inderdaad over gesproken, maar er was nog geen overeenstemming over: wie orderverwerking/facturering zou gaan doen was nog niet bepaald: over kosten was ook nog niets bepaald.”
[betrokkene 5]
“U vraagt mij hoe ik in contact ben gekomen met de combinatie Comfortmix/Betaned. We hadden parallel contact met Comfortmix en Betaned en later is dat bij elkaar gekomen. Met parallel bedoel ik dat ik in dezelfde periode los van elkaar met die bedrijven contact had. Op een gegeven moment hebben die bedrijven besloten om te gaan samenwerken. Wat die samenwerking precies inhield wist ik niet maar voor mij betekende het dat ik de facturen zou ontvangen van Betaned en de bestellingen naar Betaned moesten sturen. Dat ze gingen samenwerken, hebben ze mij verteld. Het klopt dat het contract uit februari 2019 op naam stond van Betaned. Dat ligt ook in lijn met wat ik net verklaarde over de rol van Betaned. U vraagt mij wie daadwerkelijk de Nedcal 50-2 heeft geleverd. In mijn optiek was dat in opdracht en order van Betaned. Hoe Betaned dat verder uitbesteedde is mij verder onbekend. Bij het ondertekenen van de betreffende order waren de heer [betrokkene 3] , de heer [betrokkene 1] , mijn collega [betrokkene 6] en ik aanwezig.
U vraagt mij of er op dat moment samenwerking bestond tussen Betaned en Comfortmix. Ja, dat kan ik volmondig beamen.”

3.Het geschil

3.1.
Betaned vordert – samengevat – dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
primair
voor recht verklaart dat Comfortmix jegens Betaned aansprakelijk is als gevolg van de door Comfortmix veroorzaakte wanprestatie;
Comfortmix veroordeelt tot betaling van € 406.950,00 uit hoofde van de door Comfortmix veroorzaakte wanprestaties alsmede de gemaakte kosten betreffende het opgestelde marketingplan, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, vermeerderd met wettelijke rente vanaf datum verzuim althans datum dagvaarding;
subsidiair
3. voor recht verklaart dat Comfortmix jegens Betaned aansprakelijk is als gevolg van de door Comfortmix veroorzaakte wanprestatie bestaande uit de nakoming van de
5 jaar durende overeenkomst met Agrifirm van € 277.720,00;
meer subsidiair
4. Comfortmix veroordeelt tot schadeloosstelling wegens het mislopen van het halfjaarscontract met Agrifirm van € 27.720,00;
nog meer subsidiair
5. Comfortmix veroordeelt tot schadeloosstelling wegens het mislopen van een vergoeding betreffende de levering aan Agrifirm van 2.000 ton x € 4,62 is € 9.240,00
zowel primair als (meer) subsidiair
6. Comfortmix veroordeelt tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten van
€ 925,00, te vermeerderen met de wettelijke rente;
7. Comfortmix veroordeelt in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Comfortmix voert verweer. Comfortmix concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Betaned, met veroordeling van Betaned in de kosten van deze procedure.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Tussen partijen is in geschil of zij een samenwerkingsovereenkomst zijn aangegaan. Volgens Betaned is dat het geval, waarbij zij zich – zo begrijpt de rechtbank – primair op het standpunt stelt dat Comfortmix op basis van deze overeenkomst langjarig verplicht is om samen met Betaned kalk te leveren aan derden. Comfortmix betwist dit. Volgens Comfortmix hebben partijen wel de mogelijkheid van een samenwerking onderzocht, maar is het nooit tot overeenstemming gekomen.
4.2.
Bij de beantwoording van de vraag of tussen Betaned en Comfortmix een samenwerkingsovereenkomst tot stand is gekomen, is het volgende van belang. Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan. Een voorstel tot het aangaan van een overeenkomst kan slechts als een aanbod worden beschouwd indien het voldoende bepaald is. Zowel een aanbod als de aanvaarding daarvan kan in iedere vorm plaatsvinden en ook in een of meer gedragingen besloten liggen. Of sprake is van een aanvaarding van een aanbod waardoor een overeenkomst tot stand is gekomen, is afhankelijk van wat partijen hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen, overeenkomstig de zin die zij daaraan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mochten toekennen, hebben afgeleid.
4.3.
Het is de rechtbank niet duidelijk wie volgens Betaned het aanbod tot het sluiten van een samenwerkingsovereenkomst heeft gedaan, wat de inhoud van dat aanbod is en waarin het aanbod en de aanvaarding daarvan besloten liggen. Gelet op het feit dat Comfortmix stellig betwist dat er tussen partijen enige overeenkomst tot stand is gekomen, mag van Betaned worden verwacht dat zij concreet maakt op welke wijze de overeenkomst tot stand is gekomen. Dit betekent dat Betaned duidelijk moet stellen wie op welke wijze een aanbod heeft gedaan, wat de inhoud was van dat aanbod en waaruit de aanvaarding daarvan blijkt. Door dit niet te doen, heeft Betaned de totstandkoming van de door haar gestelde bestendige samenwerkingsovereenkomst onvoldoende onderbouwd.
4.4.
De rechtbank begrijpt Betaned zo, dat zij betoogt dat uit de gedragingen van partijen het bestaan van een samenwerkingsovereenkomst moet worden afgeleid. Uit de gedragingen van partijen kan de rechtbank echter alleen afleiden dat zij druk zijn geweest om tot een werkbare samenwerking te komen. Dat zij in het kader van deze beoogde samenwerking ook bindende verplichtingen ten opzichte van elkaar zijn overeengekomen, kan niet worden vastgesteld.
4.5.
Uit de hiervoor onder 2.9 en 2.10 weergegeven gang van zaken blijkt dat partijen in onderhandeling waren over de verdeling van eventuele verkoopopbrengsten. Tijdens de mondelinge behandeling is hierover door Betaned toegelicht dat i) partijen gesproken hebben over een 50/50 verdeling, ii) Comfortmix vervolgens heeft aangegeven bepaalde producten zelf te willen leveren, iii) Betaned daarop heeft voorgesteld dat van de resterende producten 80% van de netto opbrengst aan haar zou toekomen en iv) Comfortmix tot slot heeft aangegeven hiermee niet te kunnen instemmen en het voor die producten zou willen houden op 50/50. Op dit laatste voorstel van Comfortmix heeft Betaned niet meer gereageerd. Dit betekent dat op een belangrijk (zo niet het belangrijkste) onderdeel van een dergelijke samenwerkingsovereenkomst geen overeenstemming bestond. Daarnaast heeft Betaned tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat er tussen partijen niet is gesproken over de duur van de samenwerking. Verder komen de stellingen van Betaned erop neer dat er een bepaalde taakverdeling zou gelden in het geval Betaned en Comfortmix samen klanten zouden beleveren, maar is niet concreet gesteld dat Comfortmix ook verplicht is om samen met Betaned nieuwe klanten te werven en te beleveren. Evenmin heeft Betaned gesteld dat Comfortmix gehouden is om alleen samen met Betaned aan klanten te leveren en dat het Comfortmix niet is toegestaan om dit buiten Betaned om te doen.
4.6.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat hoewel kan worden vastgesteld dat partijen de intentie hebben gehad om te komen tot een zeker samenwerkingsverband en dat in dat kader uitgebreid overleg heeft plaatsgevonden, het niet daadwerkelijk tot een samenwerkingsovereenkomst is gekomen op grond waarvan Comfortmix verplicht is om samen met Betaned kalk aan derden te leveren. In plaats daarvan zijn partijen blijven steken in de onderhandelingsfase. Dat partijen in die onderhandelingsfase voorbereidende handelingen hebben getroffen met het oog op een samenwerking, zoals het maken van visitekaartjes of het plannen van afspraken met potentiële klanten, maakt dit niet anders.
4.7.
Tijdens de onderhandelingsfase is het contract tussen Betaned en Agrifirm tot stand gekomen. De rechtbank begrijpt dat Betaned zich op het standpunt stelt dat als al geen uitgebreide samenwerkingsovereenkomst tot stand is gekomen, partijen in ieder geval ten aanzien van deze overeenkomst met Agrifirm een samenwerkingsovereenkomst hebben gesloten. Deze overeenkomst zou dan inhouden – zo begrijpt de rechtbank – dat Comfortmix de kalk zou leveren aan Agrifirm, dat de administratieve afhandeling via Betaned zou lopen en dat aan partijen ieder de helft van de netto opbrengst zou toekomen.
4.8.
Dit betoog slaagt niet. De bespreking met Agrifirm vond plaats tegen de achtergrond van de lopende onderhandelingen tussen Betaned en Comfortmix. Als die onderhandelingen niet waren gestrand, dan had Comfortmix naar alle waarschijnlijkheid de benodigde kalk geleverd. Dit betekent echter niet dat Comfortmix jegens Betaned de verplichting op zich heeft genomen om de kalk aan Agrifirm te leveren, in alle gevallen en dus ook in het geval de onderhandelingen over de samenwerkingsovereenkomst zouden stranden. Dat partijen een dergelijke verplichting zijn overeengekomen, kan niet worden vastgesteld. Op welke wijze deze beperkte samenwerkingsovereenkomst tot stand zou zijn gekomen, is door Betaned ook niet toegelicht. Hierbij is verder van belang dat – zoals hiervoor al is overwogen – partijen geen overeenstemming hadden bereikt over de verdeling van de opbrengst in het geval zij samen iets zouden verkopen, terwijl gesteld noch gebleken is dat hierbij een onderscheid moet worden gemaakt tussen de samenwerking in het algemeen en de samenwerking ten aanzien van de leveringen aan Agrifirm. Dit betekent dat ook ten aanzien van een samenwerkingsovereenkomst die is beperkt tot alleen de leveringen aan Agrifirm, geldt dat over dit belangrijke onderdeel in ieder geval geen overeenstemming bestond.
4.9.
Dat Agrifirm de opstelling van Betaned en Comfortmix zo heeft begrepen dat tussen hen al een samenwerking bestond, maakt het voorgaande niet anders. Dit kan hoogstens ertoe leiden dat Comfortmix zich jegens Agrifirm heeft verbonden om de kalk te leveren. Uit die opstelling jegens Agrifirm ontstaan geen verplichtingen van Comfortmix richting Betaned.
4.10.
Voor zover de vorderingen van Betaned zijn gegrond op het bestaan van een samenwerkingsovereenkomst tussen Betaned en Comfortmix, moeten deze vorderingen gelet op het voorgaande worden afgewezen.
4.11.
Subsidiair heeft Betaned zich op het standpunt gesteld dat de onderhandelingen tussen partijen in een dermate vergevorderd stadium verkeerden dat Betaned er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat die onderhandelingen uiteindelijk zouden leiden tot een overeenkomst.
4.12.
Betaned heeft dit betoog verder niet uitgewerkt. Voor zover Betaned heeft willen betogen dat het Comfortmix niet meer vrij stond om de onderhandelingen te beëindigen en dat Comfortmix door dit wel te doen schadeplichtig is jegens Betaned, overweegt de rechtbank als volgt.
4.13.
Als maatstaf voor de beoordeling van de schadevergoedingsplicht bij afgebroken onderhandelingen heeft te gelden dat ieder van de onderhandelende partijen vrij is de onderhandelingen af te breken, tenzij dit op grond van het gerechtvaardigd vertrouwen van de wederpartij in het totstandkomen van de overeenkomst of in verband met andere omstandigheden van het geval onaanvaardbaar zou zijn. Daarbij dient rekening te worden gehouden met de mate waarin en de wijze waarop de partij die de onderhandelingen afbreekt tot het ontstaan van dat vertrouwen heeft bijgedragen en met de gerechtvaardigde belangen van deze partij. [5]
4.14.
In dit kader acht de rechtbank met name de volgende omstandigheden van belang:
  • over een essentieel onderdeel van de samenwerkingsovereenkomst, de verdeling van de verkoopopbrengst, bestond geen overeenstemming tussen partijen;
  • Betaned heeft niet meer gereageerd op het laatste voorstel van Comfortmix over de opbrengstverdeling;
  • tussen partijen is in het geheel niet gesproken over de duur van de samenwerking;
  • ook over andere belangrijke onderdelen van de beoogde samenwerkingsovereenkomst, zoals de vraag of Comfortmix ook buiten het samenwerkingsverband zou mogen leveren, bestaat geen duidelijkheid;
  • van de te bereiken samenwerkingsovereenkomst is nog niet eens een concept op papier gesteld, terwijl het feit dat partijen hebben gewerkt met een (door Betaned aangeleverde) schriftelijke geheimhoudingsovereenkomst een indicatie is dat partijen een eventuele samenwerkingsovereenkomst schriftelijk zouden overeenkomen;
  • het is vooral Betaned geweest die tijd en energie in de beoogde samenwerking heeft gestoken, hetgeen maar beperkt kan bijdragen aan het bij Betaned bestaande vertrouwen dat er uiteindelijk een overeenkomst tot stand zou komen.
4.15.
Gelet op deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat het door Comfortmix afbreken van de onderhandelingen niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is en dat dit Comfortmix dus vrij stond.
4.16.
Betaned is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Comfortmix als volgt vastgesteld:
- griffierecht
5.737,00
- salaris advocaat
- nakosten
7.004,00
173,00
(2 punten x € 3.502,-)
(met verhoging als hierna vermeld)
Totaal
12.914,00
4.17.
De wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen van Betaned af,
5.2.
veroordeelt Betaned in de proceskosten, aan de zijde van Comfortmix tot dit vonnis vastgesteld op € 12.914,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, met bepaling dat als Betaned niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, Betaned dan € 90,00 extra moet betalen, plus de kosten van betekening,
5.3.
veroordeelt Betaned in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Schippers en in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2024.

Voetnoten

1.Productie 1 bij antwoord
2.Productie 5 bij dagvaarding
3.Productie 8 bij dagvaarding
4.Productie 10 bij dagvaarding
5.Hoge Raad 12 augustus 2005, ECLI:NL:HR:2005:AT7337