ECLI:NL:RBGEL:2024:7772
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- S.A. van Hoof
- I.A.M. van Boetzelaer-Gulyas
- J.A.M. van Heijningen
- Rechtspraak.nl
Beslissing over aantekening in het register van zorgverleners en rechtsbescherming tegen besluiten van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd
In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, gedateerd 11 november 2024, wordt het beroep van eiseres tegen een besluit van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport behandeld. Eiseres, een verpleegkundige, had bezwaar gemaakt tegen een aantekening die door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) in haar register was geplaatst, naar aanleiding van meldingen over haar professioneel handelen. De rechtbank oordeelt dat de beslissing tot het maken van een aantekening in het register kwalificeert als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waartegen bezwaar openstaat. De rechtbank vernietigt het eerdere besluit van de minister, dat het bezwaar van eiseres kennelijk niet-ontvankelijk had verklaard.
De zaak begon met een brief van de IGJ aan eiseres op 10 mei 2023, waarin werd meegedeeld dat haar handelen ter toetsing zou worden voorgelegd aan het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. Eiseres was het niet eens met de beslissing van de minister, die stelde dat de brief van de IGJ geen besluit was in de zin van de Awb. De rechtbank heeft de procedure en de relevante wetgeving grondig geanalyseerd en geconcludeerd dat de aantekening in het register, hoewel deze op zich geen directe gevolgen heeft, wel degelijk invloed kan hebben op de rechtspositie van eiseres, vooral met betrekking tot toekomstige sollicitaties.
De rechtbank benadrukt het belang van effectieve rechtsbescherming en stelt dat de aantekening in het register niet alleen een interne handeling is, maar ook externe gevolgen kan hebben voor de mogelijkheid van eiseres om in de zorg te werken. De rechtbank oordeelt dat de minister een inhoudelijke beslissing op het bezwaar van eiseres moet nemen, en dat eiseres recht heeft op vergoeding van haar proceskosten en het griffierecht. De uitspraak onderstreept de noodzaak voor zorgvuldige besluitvorming door bestuursorganen en de bescherming van de rechten van zorgverleners.