ECLI:NL:RBGEL:2024:7518
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.A. Eskes
- I.A.M. van Boetzelaer-Gulyas
- S.E.M. Lichtenberg
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de hoogte van de tegemoetkoming op basis van de kindregeling in de Wet hersteloperatie toeslagen
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Gelderland het beroep van eiser tegen de hoogte van de tegemoetkoming die hij heeft ontvangen op grond van de kindregeling in de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht). Eiser, een kind van een gedupeerde ouder, ontving ambtshalve een tegemoetkoming van € 6.000, maar vond dit bedrag te laag en maakte bezwaar. De rechtbank heeft op 12 september 2024 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigden van de minister aanwezig waren, maar eiser en zijn gemachtigde niet. De rechtbank concludeert dat de Wht geen ruimte biedt voor afwijkingen van de vastgestelde bedragen en dat de minister de hoogte van de tegemoetkoming correct heeft vastgesteld. Eiser kan voor eventuele schadevergoeding terecht bij de Commissie Werkelijke Schade, maar de rechtbank kan niet oordelen over het verzoek om verstrekking van het persoonlijke dossier, omdat dit geen besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de vastgestelde tegemoetkoming van € 6.000.