ECLI:NL:RBGEL:2024:7516

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
23 oktober 2024
Publicatiedatum
31 oktober 2024
Zaaknummer
11205095 \ HA VERZ 24-40
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot nietigverklaring van besluit tot kwalitatieve selectie door de centrale ondernemingsraad van Stichting Pluryn

In deze zaak heeft de Centrale Ondernemingsraad (COR) van Stichting Pluryn de kantonrechter verzocht om een besluit van Pluryn tot kwalitatieve selectie van directeuren nietig te verklaren. De COR stelt dat Pluryn niet heeft voldaan aan de voorwaarden die zijn gesteld in het sociaal plan, dat van toepassing is op de organisatie. De procedure begon met een verzoekschrift van de COR op 9 juli 2024, gevolgd door een verweerschrift van Pluryn op 12 september 2024. Tijdens de mondelinge behandeling op 23 september 2024 zijn verschillende vertegenwoordigers van beide partijen verschenen, waaronder de voorzitter van de COR en leden van de raad van bestuur van Pluryn.

De feiten van de zaak zijn als volgt: Pluryn is een zorginstelling die zich richt op de ondersteuning van jongeren en volwassenen. De COR bestaat uit leden van verschillende ondernemingsraden binnen Pluryn. In het sociaal plan zijn bepalingen opgenomen over de selectie van sleutelfuncties, waarbij de COR instemming moet geven. Pluryn heeft op 12 maart 2024 een besluit genomen om de functies van directeur bedrijfsvoering en directeur zorg & behandeling als sleutelfuncties aan te merken, maar de COR heeft hier bezwaar tegen gemaakt, omdat zij van mening is dat de selectieprocedure niet objectief is verlopen.

De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat Pluryn de instemming van de COR heeft gevraagd en dat de COR deze instemming heeft verleend onder bepaalde voorwaarden. De rechter oordeelt dat de COR niet heeft aangetoond dat Pluryn een nieuw besluit heeft genomen dat in strijd is met de voorwaarden van de instemming. De rechter concludeert dat het verzoek van de COR om het besluit nietig te verklaren moet worden afgewezen, omdat er geen sprake is van een nieuw besluit dat niet aan de voorwaarden voldoet. De beschikking is gegeven door kantonrechter mr. E.W. de Groot en is openbaar uitgesproken op 23 oktober 2024.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Nijmegen
zaakgegevens 11205095 \ HA VERZ 24-40 \ 498 \ 682
uitspraak van 23 oktober 2024
beschikking
in de zaak van
de Centrale Ondernemingsraad van Stichting Pluryn
verzoekende partij
gemachtigde mr. C. Nekeman
en
de Stichting Pluryn
gevestigd en kantoorhoudende te Nijmegen
verwerende partij
gemachtigde mr. T. van Malssen
Partijen worden hierna COR en Pluryn genoemd.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift van 9 juli 2024;
- het verweerschrift ingekomen op 12 september 2024;
- de producties 13 t/m 16 van de zijde van de COR , ingekomen op 20 september 2024;
- de mondelinge behandeling van 23 september 2024, waar namens de COR zijn verschenen de heer [naam 1] , voorzitter van de COR , bijgestaan door mr. Nekeman voornoemd en waar namens Pluryn zijn verschenen, de heer [naam 2] , voorzitter van de raad van bestuur, de heer [naam 3] en mevrouw [naam 4] , leden van de raad van bestuur, de heer [naam 5] , HR-directeur en de heer [naam 6] , bestuurssecretaris, bijgestaan door mr. Malssen voornoemd. Beide advocaten hebben het woord gevoerd aan de hand van spreekaantekeningen die zijn overgelegd. Van hetgeen verder is besproken heeft de griffier aantekening gemaakt.

2.De feiten

2.1.
Pluryn is een zorginstelling die zich richt op ondersteuning van jongeren en volwassenen bij het vergroten van kansen op een zo volwaardig en zelfstandig mogelijke plek in de samenleving. Pluryn werkt landelijk, heeft meer dan 440 locaties, waar ca. 6400 professionals en ca. 650 vrijwilligers werkzaam zijn. De heer [naam 2] is voorzitter van de raad van bestuur van Pluryn en bestuurder in de zin van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR).
2.2.
De COR bestaat uit tien leden van ondernemingsraden van Pluryn , te weten de gemeenschappelijke ondernemingsraad jeugd, de gemeenschappelijke ondernemingsraad volwassenen en de ondernemingsraad ondersteunende diensten.
2.3.
Op de arbeidsovereenkomsten van medewerkers van Pluryn zijn verschillende cao’s van toepassing. Daarnaast is een sociaal plan (looptijd van 1 september 2019 tot 1 september 2024) van toepassing dat tot stand is gekomen met de vakbonden. In dat sociaal plan is onder meer het volgende vermeld:
Sleutelfunctie
Een functie waarvan de invulling van cruciaal belang is voor het succes van de organisatie. De functionaris opereert op strategisch niveau en specifieke deskundigheid is noodzakelijk. Vooraf wordt na instemming van de ondernemingsraad bepaald of een functie als een sleutelfunctie wordt aangemerkt.
5.2
Uitgangspunten bij herplaatsing
Als primair uitgangspunt geldt dat de werknemer zijn functie volgt dan wel een gelijkwaardige/uitwisselbare functie krijgt (directe herplaatsing).
Voor sleutelfuncties geldt dat kandidaten op hun geschiktheid worden beoordeeld. Voor deze functies geldt dat de kandidaat die op basis van geformuleerde functie-eisen de meest geschikte kandidaat is, aangesteld zal worden. De niet geplaatste kandidaat wordt boventallig verklaard.
2.4.
In 2022 is een herstructurering van Pluryn gerealiseerd, waarbij uit een aantal afzonderlijke rechtspersonen één organisatie is ontstaan.
2.5.
Op 2 oktober 2023 heeft Pluryn een presentatie genaamd ‘Herijking aansturingsmodel – planning en plan van aanpak’ met het dagelijks bestuur van de COR gedeeld. Daaruit volgt de planning van de voorgenomen herijking van het aansturingsmodel van Pluryn , dat in drie fases zal worden gerealiseerd: fase 1 betreft het advies en besluitvorming over het aansturingsmodel, fase 2 de realisatie van de directiestructuur en de medezeggenschap en fase 3 de inventarisatie en opbouw van de teams.
2.6.
Pluryn heeft op 4 december 2023 de voorgenomen besluiten ‘Besluit Herijking’ en ‘Besluit Sleutelfuncties’ ter instemming aan de COR voorgelegd. Het eerste besluit voorziet in verkleining van het directieteam en het tweede besluit in wijziging van het aansturingsmodel, meer specifiek het voornemen tot het vaststellen van twee sleutelfuncties conform het sociaal plan, te weten de functie Pluryn Directeur bedrijfsvoering en de functie Pluryn Directeur Zorg & Behandeling.
2.7.
De COR heeft vervolgens overleg hierover gevoerd met Pluryn , diverse directeuren en vakbonden. Ook heeft de COR schriftelijke vragen aan Pluryn gesteld over de voorgenomen besluiten, die Pluryn vervolgens heeft beantwoord.
2.8.
Bij brief van 12 februari 2024 heeft de COR Pluryn als volgt bericht:
Overwegingen centrale ondernemingsraad
(…)
C. Uitwisselbaarheid
Als de oude en nieuwe functie met elkaar vergeleken worden valt op dat beide functies voor een aanzienlijk deel op elkaar lijken. De verschillen zijn naar de mening van de centrale ondernemingsraad dermate klein dat niet met zekerheid gesteld kan worden dat hier geen sprake is van uitwisselbare functies.
D. Selectie
U geeft in uw brief aan dat u graag de mogelijkheid benut tot het voeren van een kwalitatieve selectie van de directeuren. (…)
Mocht u op deze wijze de directeuren wensen te selecteren, dan heeft de centrale ondernemingsraad daar het volgende commentaar op. In het sociaal plan staat ten onrechte dat u de meest geschikte kandidaat kunt kiezen. Indien functies voor een aanzienlijk deel op elkaar lijken, zoals bij deze instemmingsaanvraag het geval is, maar niet uitwisselbaar zijn, heeft u niet de mogelijkheid te selecteren op basis van de meest geschikte personen. In het geval de functieverschillen dermate klein zijn dat sprake is van uitwisselbare functies, dient het afspiegelingsbeginsel te worden toegepast.
En verder merkt de centrale ondernemingsraad op dat voor zover er al sprake is van niet uitwisselbare functies, u te maken heeft met een omgekeerde afspiegeling die u dient toe te passen op de geschikte kandidaten. Aangezien het merendeel van de elementen van de huidige functie terugkomt in de nieuwe functie, gaat de centrale ondernemingsraad ervan uit dat de huidige directeuren met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd geschikt bevonden worden, tenzij u objectief kunt aantonen dat sprake is van ongeschiktheid.
Wellicht ten overvloede merkt de centrale ondernemingsraad op dat afwijken van het afspiegelingsbeginsel met een eigen regeling alleen dan mogelijk is als een ontslagcommissie is ingesteld. Die dient dan geregeld te zijn in de cao. Dit is echter niet het geval.
Besluit centrale ondernemingsraad
De centrale ondernemingsraad concludeert dat, gezien de strategische zve overstijgende elementen van de taakfunctie omschrijving en het feit dat de directeuren duaal verantwoordelijk zijn voor de geleverde financiële resultaten en zorg van een zve, sprake is van een sleutelfunctie. De centrale ondernemingsraad stemt in met uw voorgenomen besluit onder de voorwaarde dat de selectie van de directeuren plaatsvindt conform het toetsingskader door het UWV gehanteerd.
2.9.
Pluryn heeft de COR laten weten dat op grond van voornoemde instemming op 20 februari 2024 het definitieve besluit is genomen om de functies Pluryn Directeur bedrijfsvoering en Pluryn Directeur Zorg & Behandeling als sleutelfuncties te markeren.
2.10.
Bij brief van 22 februari 2024 heeft Pluryn de COR bericht dat de overwegingen van de COR omtrent de uitwisselbaarheid en selectie (C en D uit de brief van 12 februari 2024) geen onderdeel uitmaken van de instemmingsaanvraag sleutelfuncties.
2.11.
De COR heeft op 4 maart 2024 het volgende advies uitgebracht:
U heeft uw ondernemersbesluit inzake het aanmerken van de functie Pluryn Directeur Bedrijfsvoering en de functie Pluryn Directeur Zorg en Behandeling als sleutelfunctie op 22 februari jl. aan de centrale ondernemingsraad kenbaar gemaakt.
In dit besluit stelt u dat de centrale ondernemingsraad instemt met het voornemen van de raad van bestuur de functies Pluryn Directeur Bedrijfsvoering en Pluryn Directeur Zorg en Behandeling aan te merken als sleutelfuncties en dat de overwegingen van de centrale ondernemingsraad rondom uitwisselbaarheid en selectie van (C en D uit de brief van 12 februari) geen deel uitmaken van de instemmingsaanvraag sleutelfuncties.
Uw opmerking dat de selectie (C en D uit de brief van de centrale ondernemingsraad d.d. 12 februari) geen deel uitmaakt van de selectieprocedure is niet relevant. Wel relevant is dat de centrale ondernemingsraad de voorwaarde heeft gesteld dat de selectie van de directeuren plaatsvindt conform het toetsingskader door het UWV gehanteerd, zoals ook is toegelicht in de brief van de centrale ondernemingsraad van 12 februari. Omdat u de voorwaarde door de centrale ondernemingsraad gesteld, niet ter harte neemt, heeft dit tot gevolg dat u de instemming van de centrale ondernemingsraad niet heeft. Of u de voorwaarde juist en/of relevant acht is in deze verder niet relevant, het is simpelweg een voorwaarde van de centrale ondernemingsondernemingsraad die verbonden is aan instemming. Het is uw recht natuurlijk om de voorwaarde niet in te willigen maar dan is er geen instemming, zoals duidelijk blijkt uit de bewoordingen uit de brief van 12 februari.
2.12.
Bij brief van 6 maart 2024 heeft Pluryn de COR als volgt bericht:
Op 4 december is aan jullie het instemmingsverzoek sleutelfuncties voorgelegd. Op 12 februari hebben we de reactie van de COR ontvangen.
De RvB heeft op basis van jullie reactie ten onrechte aangenomen dat het niet mogelijk was om aanvullende voorwaarden, zoals genoemd in de brief van 12 februari jl, te stellen aan de instemmingsaanvraag. Dat heeft geleid tot het bestuursbesluit van 20 februari zoals verwoord in onze reactie die op 22 februari is verstuurd. De berichtgeving aan het directieteam was gebaseerd op het feit dat de COR haar reactie van 12 februari integraal gedeeld heeft met het directieteam en er door het gegeven advies mogelijk verwarring zou kunnen ontstaan over het eerder met hen doorgenomen selectieproces.
Bij nadere bestudering van jullie reactie bleek echter niet alleen dat jullie vrij zijn in het opnemen van aanvullende voorwaarden maar ook dat we in het voorgenomen proces voldoen aan alle door jullie gestelde voorwaarden. We handelen in het selectieproces conform het toetsingskader van het UWV en het vastgestelde Sociaal Plan van Pluryn .
Als Raad van Bestuur blijven we anders kijken naar de overwegingen van de COR op de onderdelen C en D zoals genoemd in jullie brief van 12 februari jl., maar delen we wel jullie instemmingsbesluit. We hebben het directieteam op woensdag 6 maart gesproken en hen een toelichting gegeven op het herziene bestuursbesluit.
Bovenstaande betekent dat de raad van bestuur in haar vergadering van 5 maart een herzien bestuursbesluit heeft genomen om de functies van Pluryn Directeur Bedrijfsvoering en Pluryn Directeur Zorg en Behandeling als sleutelfunctie te markeren waarbij in het selectieproces wordt gehandeld conform het toetsingskader van het UWV en het Sociaal Plan Pluryn .
Hiermee komt het bestuursbesluit van 20 februari te vervallen zoals verwoord in onze brief van 22 februari jl.
2.13.
Op 12 maart 2024 heeft Pluryn het besluit Herijking aansturingsmodel genomen, waarin onder meer is vermeld dat de functies van de directeuren ingrijpend wijzigen, zodat er een selectieproces zou worden opgestart voor het plaatsen van directeuren. De zittende directeuren zouden worden uitgenodigd om te solliciteren op de nieuwe functie waarbij er op basis van kwaliteit geselecteerd zou worden. Daarbij zouden de regels van het sociaal plan en het toetsingskader UWV in acht genomen worden.
2.14.
De COR heeft op 10 april 2024 bij de Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam beroep ingesteld tegen het besluit Herijking bestuursmodel van Pluryn van 12 maart 2024 en verzocht het besluit kennelijk onredelijk te verklaren.
2.15.
Inmiddels heeft het selectieproces plaatsgevonden. Daarbij zijn elf directeuren benoemd in de sleutelfuncties. Twee directeuren hebben de COR bij brief van 17 mei 2024 bericht dat zij na het doorlopen van het selectieproces niet waren geselecteerd, maar dat er nog wel drie vacatures waren. Tijdelijk en ter overbrugging zijn inmiddels twee interimdirecteuren benoemd.
2.16.
Bij brief van 12 juni 2024 heeft de COR de nietigheid van het besluit van 12 maart 2024 ingeroepen.
2.17.
De Ondernemingskamer heeft bij beschikking van 5 september 2024 het verzoek om het besluit van 12 maart 2024 kennelijk onredelijk te verklaren afgewezen.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
De COR verzoekt de kantonrechter:
I. te oordelen dat het besluit van Pluryn om kwalitatief te selecteren zoals bedoeld in artikel 5.2 van het sociaal plan dat de COR op of omstreeks 17 mei 2024 bekend is geworden nietig is;
II. Pluryn te verplichten de gevolgen van het besluit ongedaan te maken.
3.2.
Pluryn heeft verzocht de verzoeken van de COR af te wijzen.
3.3.
Op de standpunten van partijen wordt, voor zover van belang, hieronder bij de beoordeling ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De COR stelt zich op het standpunt dat Pluryn bij het selectieproces niet voldaan heeft aan de gestelde voorwaarden. Anders dan de COR in zijn brief van 12 februari 2024 heeft vermeld, is volgens de COR geen sprake geweest van een objectieve selectieprocedure waarbij de voormalig directeuren in beginsel geschikt zijn bevonden (tenzij objectief kan worden aangetoond dat sprake is van ongeschiktheid). Volgens de COR heeft Pluryn gelet op de wijze waarop aan het selectieproces uitvoering is gegeven kennelijk een nieuw besluit genomen om, in weerwil van de voorwaardelijk gegeven instemming en het daarop gevolgde herziene besluit van 5 maart 2024, een andere procedure te volgen in strijd met de UWV beleidsregels en de aan de instemming verbonden voorwaarden van de COR . Van dat nieuwe besluit heeft de COR eerst rond 17 mei 2024 kennis genomen. Met dat besluit heeft de COR niet ingestemd, zodat dat besluit nietig is, aldus de COR .
4.2.
Pluryn heeft primair als verweer gevoerd dat zij op 5 maart 2024 een besluit heeft genomen met instemming van de COR en dat zij ook daarnaar gehandeld heeft. Van een nadien genomen nieuw besluit is, aldus Pluryn geen sprake. Reeds om die reden dient het verzoek te worden afgewezen. Subsidiair voert Pluryn aan dat als aangenomen zou worden dat Pluryn zonder instemming van de COR een besluit heeft genomen, de COR zich op grond van artikel 27 lid 5 WOR binnen één maand tot de kantonrechter had moeten wenden. Dat heeft de COR niet gedaan, zodat zij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar verzoek. Tot slot voert Pluryn nog aan dat de COR geen belang heeft bij haar verzoek, nu zij niet heeft onderbouwd dat Pluryn niet op ‘geschiktheid’, maar op ‘meest geschikte’ kandidaat heeft geselecteerd. Volgens Pluryn is er wel objectief geselecteerd.
4.3.
De stelling van de COR dat sprake is van een nieuw besluit door de wijze waarop Pluryn in mei 2024 aan het selectieproces van de directeursfuncties uitvoering heeft gegeven, volgt de kantonrechter niet. Pluryn heeft instemming aan de COR gevraagd om twee sleutelfuncties vast te stellen (de functie Pluryn Directeur Bedrijfsvoering en de functie Pluryn Directeur Zorg & Behandeling) conform het sociaal plan. De COR heeft die instemming verleend onder de voorwaarde dat de selectie van de directeuren plaats zou vinden conform het toetsingskader dat door het UWV wordt gehanteerd. Vervolgens heeft Pluryn op 5 maart 2024 het (herziene) besluit genomen om voornoemde functies als sleutelfuncties aan te merken, waarbij in het selectieproces zou worden gehandeld conform het toetsingskader van het UWV en het sociaal plan.
Uiteindelijk heeft de selectie volgens de COR niet overeenkomstig de gestelde voorwaarden maar op een andere wijze plaatsgevonden. Dat daaraan enig instemmingsplichtig besluit ten grondslag ligt is weliswaar door de COR gesteld, maar niet gebleken. De wijze waarop Pluryn heeft geselecteerd betreft immers de feitelijke uitvoering. Voor zover de COR van oordeel is dat Pluryn niet aan de door haar gestelde voorwaarden voor instemming heeft voldaan, leidt dat er toe dat van instemming geen sprake is. De COR kan in dat geval ageren, hetzij door nakoming te vorderen, hetzij door zich op de nietigheid van het besluit van 5 maart 2024 beroepen. Daarop ziet de onderhavige procedure evenwel niet.
4.4.
Dit betekent dat het verzoek van de COR dient te worden afgewezen.

5.De beslissing

De kantonrechter,
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter mr. E.W. de Groot en in het openbaar uitgesproken op 23 oktober 2024.