ECLI:NL:RBGEL:2024:7516
Rechtbank Gelderland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot nietigverklaring van besluit tot kwalitatieve selectie door de centrale ondernemingsraad van Stichting Pluryn
In deze zaak heeft de Centrale Ondernemingsraad (COR) van Stichting Pluryn de kantonrechter verzocht om een besluit van Pluryn tot kwalitatieve selectie van directeuren nietig te verklaren. De COR stelt dat Pluryn niet heeft voldaan aan de voorwaarden die zijn gesteld in het sociaal plan, dat van toepassing is op de organisatie. De procedure begon met een verzoekschrift van de COR op 9 juli 2024, gevolgd door een verweerschrift van Pluryn op 12 september 2024. Tijdens de mondelinge behandeling op 23 september 2024 zijn verschillende vertegenwoordigers van beide partijen verschenen, waaronder de voorzitter van de COR en leden van de raad van bestuur van Pluryn.
De feiten van de zaak zijn als volgt: Pluryn is een zorginstelling die zich richt op de ondersteuning van jongeren en volwassenen. De COR bestaat uit leden van verschillende ondernemingsraden binnen Pluryn. In het sociaal plan zijn bepalingen opgenomen over de selectie van sleutelfuncties, waarbij de COR instemming moet geven. Pluryn heeft op 12 maart 2024 een besluit genomen om de functies van directeur bedrijfsvoering en directeur zorg & behandeling als sleutelfuncties aan te merken, maar de COR heeft hier bezwaar tegen gemaakt, omdat zij van mening is dat de selectieprocedure niet objectief is verlopen.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat Pluryn de instemming van de COR heeft gevraagd en dat de COR deze instemming heeft verleend onder bepaalde voorwaarden. De rechter oordeelt dat de COR niet heeft aangetoond dat Pluryn een nieuw besluit heeft genomen dat in strijd is met de voorwaarden van de instemming. De rechter concludeert dat het verzoek van de COR om het besluit nietig te verklaren moet worden afgewezen, omdat er geen sprake is van een nieuw besluit dat niet aan de voorwaarden voldoet. De beschikking is gegeven door kantonrechter mr. E.W. de Groot en is openbaar uitgesproken op 23 oktober 2024.