Uitspraak
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
r.o. 4.11. in de beschikking van 17 juli 2023 omdat het telefoonnummer ( [telefoonnummer] ), anders dan ter zitting door [verweerder] is toegezegd, niet door hem zou zijn overgedragen en omdat de zakelijke data ontbreken op de laptop die door [verweerder] is ingeleverd.
[naam 5] en [naam 6] .
A1-restaurant in Deventer. Ter ondersteuning daarvan heeft [verzoekster]
WhatsApp-correspondentie, productie 35, in het geding gebracht. Daarin staat onder meer:
‘Hahahah….je bent weer bij dus.’
1 september 2019 (productie 1 bij verzoekschrift) betreft een print van de scan die van de door [verweerder] getekende arbeidsovereenkomst is gemaakt. Volgens [naam 1] is er geen sprake van dat zij een door [verweerder] gemaakte ‘digitale handtekening’ in de arbeidsovereenkomst heeft ‘geplakt’.
12 september 2019 wel heeft ontvangen, maar deze noch een andere arbeidsovereenkomst met [verzoekster] heeft getekend. [verweerder] betwist dat partijen op 21 september 2019 bij het A1-restaurant in Deventer zijn geweest. Volgens [verweerder] hebben zij met beide gezinnen in een wok-restaurant in Deventer gegeten.
[naam 1] heeft verklaard dat ook de arbeidsovereenkomst van [verweerder] daarin was opgeborgen.
Dat leidt ertoe dat de kantonrechter van oordeel is dat [verzoekster] er in geslaagd is te bewijzen dat het non-concurrentiebeding en relatiebeding schriftelijk is overeengekomen. Hetgeen [verweerder] daartegenover heeft gesteld is onvoldoende om dit te ontkrachten.
[verweerder] heeft betwist dat hij elders werkzaamheden heeft verricht en daaruit inkomsten heeft verworven. Daarom is [verzoekster] ook in het tegenverzoek opgedragen te bewijzen dat [verweerder] tijdens ziekte werkzaamheden heeft verricht, hij daarvoor betaald heeft gekregen, althans sprake is van zodanige werkzaamheden dat daarvoor te doen gebruikelijk betaald wordt. Het gaat om de periode van april tot en met augustus 2023 (r.o. 4.14. tussenbeschikking van 17 juli 2023).
omvang inkomsten
€ 4.900,00 uit [bedrijf 3] heeft gehaald. Het gaat dan om netto betalingen. Volgens [verweerder] hangt de onttrekking uit [bedrijf 3] van voornoemd bedrag niet samen met verrichte werkzaamheden, maar had hij dit geld nodig om zijn vaste lasten te kunnen voldoen. Gesteld noch gebleken is echter dat [verweerder] deze bedragen terug dient te betalen aan [bedrijf 3] indien hij loon van [verzoekster] ontvangt. De kantonrechter is daarom voorshands van oordeel dat dit nettobedrag in mindering dient te worden gebracht op het netto uit te keren loon over ziekte. [verzoekster] heeft verder terecht opgemerkt dat de betalingen voorschotbedragen betreffen, [verweerder] het zelf in de hand heeft (gehad) welke bedragen [bedrijf 3] aan hem uitkeert en niet vast staat dat [verweerder] niet meer betalingen van [bedrijf 3] over de periode van april tot en met augustus 2023 heeft gekregen.
BN Bedrijfsrecherche Nederland van 22 juni 2023, verder het rechercherapport (productie 31 bij akte uitlaten bewijsopdracht) blijkt dat [verweerder] op 22 juni 2023 met een busje van [bedrijf 3] .nl, dat om 5.30 uur voor zijn woning geparkeerd stond, rond 9.25 uur vanuit Zevenaar is vertrokken richting Arnhem en vervolgens rond 10.31 uur richting Hellevoetsluis, waar hij om 12.16 uur aan komt. Verder blijkt uit het rechercherapport dat [verweerder] in Hellevoetsluis nadat hij daar om 12.16 uur is aangekomen werkzaamheden aan de gevels van het in aanbouw zijnde appartementencomplex aan de [straat] heeft verricht. Dit blijkt niet alleen uit de verklaring van de betreffende onderzoeker, maar ook uit de foto’s die zijn gemaakt. Daarop is de bus met de naam [bedrijf 3] .nl te zien en is ook [verweerder] te zien die aan het werk is. Dat [verweerder] daar werkzaamheden heeft verricht is ook bevestigd door de projectleider, [naam 8] van de [bedrijf 1] (productie 32 zijde [verzoekster] ). [verweerder] zou, toen hij door de uitvoerder van het project in Hellevoetsluis benaderd was, gezegd hebben dat hij inmiddels voor zichzelf was begonnen. Uit het rechercherapport blijkt dat de betreffende onderzoekers rond 15.00 uur de observatie hebben afgebroken en de locatie hebben verlaten.
Hellevoetsluis - [bedrijf 1]
dat ‘ze afscheid namen van [verzoekster] , dat een niet te vertrouwen partij was. [bedrijf 3] zou dat wel zijn. Dhr. [naam 4] heeft dat bevestigd, ook alleen mondeling. Dhr. [verweerder] heeft hier geen opmerkingen over gemaakt.’
e-mailadres van [bedrijf 3] . E-mails van [naam 3] naar dat adres werden vervolgens eveneens door [verweerder] beantwoord. [naam 3] verklaart verder dat hij wel eens een offerte aan [bedrijf 3] heeft gevraagd en geaccordeerd. Hij schat in dat er circa drie facturen van [bedrijf 3] door [bedrijf 5] zijn betaald. Het exacte aantal weet hij niet. Evenmin weet [naam 3] wie van [bedrijf 3] de werkzaamheden feitelijk uitvoerde. De periode dat opdrachten aan [bedrijf 3] werden gegeven, liep van medio april 2023 tot augustus 2023.
11 oktober 2023) blijkt dat [bedrijf 3] ook werkzaamheden heeft verricht in opdracht voor [bedrijf 2] aan welke bedrijf [bedrijf 3] op 26 mei 2023 een factuur met nummer 2023017 heeft gestuurd ten bedrage van € 1.990,00. De heer [naam 10] van [bedrijf 2] heeft toegelicht dat het werk voor de vakantie, dus op het moment dat [verweerder] nog bij [verzoekster] in dienst was, is verricht. [verweerder] heeft geen tegenbewijs geleverd.
€ 9.545,75. [verweerder] heeft de hoogte van het omzetverlies niet betwist, zodat dit bedrag zal worden toegewezen.