In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Gelderland het beroep van eiser tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn bezwaar tegen een besluit van de algemene raad van de Nederlandse orde van advocaten. Dit besluit, genomen op 19 januari 2022, legde eiser een financiële bijdrage voor 2022 op. Eiser diende zijn bezwaar pas op 10 maart 2023 in, wat meer dan een jaar na de deadline van 2 maart 2022 was. De algemene raad verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk omdat het te laat was ingediend en er geen verontschuldigbare redenen waren voor deze termijnoverschrijding. Eiser, die in Iran verbleef tijdens de termijn, stelde dat hij door omstandigheden niet in staat was om tijdig bezwaar te maken. De rechtbank oordeelt echter dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij geen redelijke mogelijkheid had om het bezwaar op tijd in te dienen. De rechtbank concludeert dat de algemene raad het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard, waardoor het bestreden besluit in stand blijft. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.