In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 8 oktober 2024 uitspraak gedaan in een deelgeschil over de aansprakelijkheid van de gemeente Overbetuwe en haar verzekeraar Achmea voor de gevolgen van een fietsongeval. De verzoeker, een fietser, was op 30 november 2022 betrokken bij een eenzijdig ongeval op de Boltweg, waar hij tegen een paaltje botste dat diende als wegversmalling. De fietser, die trainde voor een triatlon, reed met een snelheid van ongeveer 40 km/u en raakte door de botsing buiten bewustzijn, met blijvende letselschade als gevolg. De verzoeker stelde dat de weg ter plaatse gebrekkig was in de zin van artikel 6:174 BW, en dat de gemeente onrechtmatig had gehandeld door de weg gevaarlijk in te richten.
De rechtbank oordeelde dat de weg in de gegeven omstandigheden niet gebrekkig was. De gemeente had voldaan aan de eisen die men aan de weg mocht stellen, en de inrichting van de weg voldeed aan de wettelijke normen. De rechtbank overwoog dat de gemeente niet aansprakelijk kon worden gesteld, omdat de kans op ernstige ongevallen niet zodanig was dat de weg als gebrekkig moest worden aangemerkt. De verzoeker had onvoldoende bewijs geleverd dat er eerder ernstige ongevallen hadden plaatsgevonden door de wegversmallingen. De rechtbank wees het verzoek van de fietser af en begrootte de kosten van de procedure aan zijn zijde op € 8.708,33, maar wees de veroordeling tot betaling van dit bedrag af omdat de aansprakelijkheid niet was vastgesteld.