Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 1 juni 2016 met de daarin genoemde stukken;
- het proces-verbaal van de op 29 september 2016 gehouden comparitie.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak vorderde eiser, een fietser, dat de gemeente aansprakelijk werd gesteld voor de schade die hij had geleden na een ongeval op 6 juli 2014. Eiser was met zijn racefiets tegen een stalen, rood-wit geblokt paaltje gereden, dat zich op het fietspad bevond. Eiser stelde dat het paaltje niet goed zichtbaar was en dat er onvoldoende waarschuwingen waren voor de aanwezigheid ervan. De gemeente verweerde zich door te stellen dat het paaltje voldeed aan de eisen en dat eiser zelf schuld had aan het ongeval. De rechtbank oordeelde dat de gemeente niet aansprakelijk was, omdat het paaltje op een gebruikelijke en veilige manier was geplaatst en de verkeerssituatie overzichtelijk was. De rechtbank wees de vordering van eiser af en veroordeelde hem in de proceskosten.