ECLI:NL:RBGEL:2024:6849

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
3 oktober 2024
Publicatiedatum
9 oktober 2024
Zaaknummer
ARN 23_6773
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake wijziging gegevens Basisregistratie Adressen en Gebouwen

In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland op 3 oktober 2024, wordt het beroep van eiser tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn bezwaar beoordeeld. Eiser had op 6 september 2023 een verzoek om informatie ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen, op basis van de Wet open overheid (Woo). Hij vroeg om uitleg over de niet door de raad vastgestelde geometrie van de openbare ruimten in de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en waar deze geometrie te vinden zou zijn.

Het college heeft het verzoek van eiser op 26 september 2023 afgewezen, omdat er geen aanvullende documenten waren dan die eiser al had ontvangen. Het bezwaar van eiser werd op 10 oktober 2023 niet-ontvankelijk verklaard, omdat hij met zijn bezwaar niet kon bereiken wat hij wilde. De rechtbank heeft op 3 oktober 2024 de zaak behandeld, waarbij eiser en de gemachtigden van het college aanwezig waren. Na de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

De rechtbank concludeert dat eiser geen procesbelang heeft bij de uitkomst van de procedure. Procesbelang houdt in dat de indiener van het beroep een actueel en reëel belang moet hebben bij een inhoudelijke beoordeling. Eiser kan met zijn beroep niet bereiken wat hij wil, namelijk wijziging van de gegevens in de BAG. De rechtbank oordeelt dat het beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat de zaak niet inhoudelijk wordt beoordeeld. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze mondelinge uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Bestuursrecht
zaaknummer: ARN 23/6773

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van3 oktober 2024

in de zaak tussen

[eiser], uit [woonplaats], eiser

en

het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen

(gemachtigden: mr. A. Ok en mr. H. Kuhnen).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de
niet-ontvankelijkverklaring van zijn bezwaar.
1.1.
Eiser heeft op 6 september 2023 een verzoek om informatie gedaan bij het college op grond van de Wet open overheid (Woo). Daarbij vraagt eiser waarom de niet door de raad vastgestelde geometrie van de openbare ruimten Waalhavenkwartier, Ulpia en Fabria is opgenomen in de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG). Ook vraagt eiser waar hij de geometrie van de openbare ruimten kan vinden.
1.2.
Het college heeft eisers verzoek om informatie met het besluit van
26 september 2023 afgewezen, omdat er geen andere documenten zijn aangetroffen dan het document dat eiser in zijn verzoek heeft genoemd en al heeft ontvangen bij een eerder besluit op grond van de Woo. Met het bestreden besluit van 10 oktober 2023 op het bezwaar van eiser heeft het college het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser met zijn bezwaar niet kan bereiken wat hij wil bereiken.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 3 oktober 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser en de gemachtigden van het college.
1.4.
Na afloop van zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt of eiser procesbelang heeft bij een inhoudelijk oordeel over zijn beroep. Wat onder procesbelang wordt verstaan, staat hierna onder 3.
2.1.
Het beroep is niet-ontvankelijk. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Heeft eiser procesbelang?
3. De rechtbank stelt voorop dat de bestuursrechter een bij hem ingediend beroep alleen inhoudelijk hoeft te beoordelen als de indiener van het beroep procesbelang heeft bij de uitkomst van de procedure. Er is sprake van procesbelang als het resultaat dat een indiener met het instellen van het beroep nastreeft ook daadwerkelijk kan worden bereikt en het bereiken van dat resultaat voor hem feitelijk betekenis kan hebben. [1] Met andere woorden, de indiener moet een actueel en reëel belang hebben bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep. Ook kan een procesbelang worden aangenomen als sprake is van geleden schade door de besluitvorming van een bestuursorgaan. [2]
3.1.
Het college stelt zich op het standpunt dat eiser geen procesbelang heeft bij de uitkomst van de beroepsprocedure. Eiser kan met de beroepsprocedure niet bereiken wat hij wil bereiken, namelijk dat de gemeenteraad een besluit neemt op basis van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen.
3.2.
Het college heeft gelijk. Eiser heeft geen procesbelang bij de uitkomst van het beroep. Hij heeft namelijk niet aannemelijk gemaakt dat hij een actueel en reëel belang heeft bij de uitkomst van het beroep. Eiser wil met zijn beroep bereiken dat de gegevens in de BAG worden gewijzigd. Maar dit resultaat kan hij niet bereiken met het beroep tegen het bestreden besluit. Met een beroep tegen een besluit op grond van de Woo kan eiser alleen bereiken dat verzochte informatie, die in bestaande documenten is vastgelegd en die bij een bestuursorgaan berust, alsnog openbaar moet worden gemaakt. [3]
3.3.
Het voorgaande betekent dat eiser geen belang heeft bij de uitkomst van het beroep. Eisers beroep is daarom niet-ontvankelijk.

Conclusie en gevolgen

4. Het beroep is niet-ontvankelijk. De rechtbank beoordeelt dus de zaak niet inhoudelijk. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.
4.1.
Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om tegen de mondelinge uitspraak in hoger beroep te gaan op de hieronder omschreven wijze.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 3 oktober 2024 door
mr. W.P.C.G. Derksen, rechter, in aanwezigheid van mr.L. Janssen, griffier.
griffier
rechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop dit proces-verbaal is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Zie bijvoorbeeld ABRvS 24 december 2019, ECLI:NL:RVS:2019:4044.
2.ABRvS 9 september 2015, ECLI:NL:RVS:2015:2846.
3.ABRvS 14 april 2021, ECLI:NL:RVS:2021:781