ECLI:NL:RBGEL:2024:6835
Rechtbank Gelderland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vraag naar de aard van de arbeidsovereenkomst en de gevolgen van opzegging zonder schriftelijke overeenkomst
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter in Nijmegen, staat de vraag centraal of er tussen de verzoekster en de Stichting Waalhalla een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of voor bepaalde tijd is gesloten. De verzoekster, die sinds 1 juli 2021 als Coördinator Graffiti bij Waalhalla in dienst was, stelt dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, terwijl de werkgever betoogt dat het om een contract voor bepaalde tijd gaat dat op 31 mei 2024 is geëindigd. De verzoekster heeft de opzegging van zijn dienstverband per 1 juni 2024 betwist en verzoekt om doorbetaling van zijn loon en vernietiging van de opzegging.
De procedure omvatte een verzoekschrift, een verweerschrift met tegenverzoek, en een mondelinge behandeling. De kantonrechter heeft de verzoekster opgedragen bewijs te leveren van zijn stelling dat er een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is overeengekomen. De werkgever heeft betwist dat er een dergelijke overeenkomst bestaat en heeft aangegeven dat de verzoekster in de periode van ziekte te veel loon heeft ontvangen, wat zij terugvordert. De kantonrechter heeft de zaak aangehouden voor bewijslevering en verdere beoordeling van de vorderingen.
De uitspraak benadrukt de noodzaak van schriftelijke overeenkomsten in arbeidsrelaties en de gevolgen van het ontbreken daarvan. De kantonrechter heeft de verzoekster de gelegenheid gegeven om bewijs te leveren voor zijn claims, waarbij de bewijslast in deze kwestie een belangrijk aspect is.