Uitspraak
[verzoeker],
Bildit,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.Waar het in deze zaak over gaat
Het oordeel van het hof
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [verzoeker] tegen de beschikking van de kantonrechter van 12 juni 2020, waarin de kantonrechter heeft geoordeeld dat [verzoeker] moet bewijzen dat hij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft gesloten met Bildit.nl B.V. [verzoeker] was werkzaam als architect/bouwkundig tekenaar en had een arbeidsovereenkomst ondertekend op 2 oktober 2019, zonder einddatum. Bildit stelde dat de overeenkomst van rechtswege was geëindigd per 31 maart 2020, terwijl [verzoeker] betoogde dat er sprake was van een niet rechtsgeldige opzegging. De kantonrechter had [verzoeker] opgedragen bewijs te leveren van zijn stelling, maar het hof oordeelt dat de kantonrechter de bewijslast ten onrechte bij [verzoeker] heeft gelegd. Het hof stelt vast dat de arbeidsovereenkomst niet expliciet voor bepaalde tijd was overeengekomen en dat Bildit de bewijslast had moeten dragen voor haar stelling dat de overeenkomst voor bepaalde tijd was. Daarnaast was er een geschil over de loonbetaling voor oktober 2019, waarbij [verzoeker] stelde dat een contante betaling van € 1.700,- niet voor die maand was bedoeld. Het hof oordeelt dat [verzoeker] in zijn bewijs is geslaagd en dat Bildit onvoldoende tegenbewijs heeft geleverd. Tot slot oordeelt het hof dat de wettelijke verhoging van 50% over het achterstallig loon niet gematigd hoeft te worden, omdat Bildit in gebreke is gebleven met de tijdige betaling. Het hof bekrachtigt de beschikking van de kantonrechter, maar verwijst de zaak terug voor verdere behandeling.