Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
[naam kind], geboren op [geboortedatum] 2014 in [geboorteplaats] .
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
6.De beslissing
[naam kind], geboren op [geboortedatum] 2014 in [geboorteplaats] de volgende omgangsregeling vast:
- [kind] is in de oneven weken gedurende het weekend van vrijdag na school tot zondag 19:00 uur bij de vader, waarbij de moeder [kind] op vrijdag na school naar een openbare (nader overeen te komen) locatie in [plaats halverwege] brengt waar de vader [kind] ophaalt, en waarbij de moeder [kind] op zondag weer om 19:00 uur bij de vader thuis ophaalt;
- [kind] heeft elke woensdag na het eten een videobelmoment met de vader;
- de zomervakantie: [kind] is minimaal drie en maximaal vier aaneengesloten weken bij de vader, waarbij er rekening mee wordt gehouden dat deze weken in de Nederlandse zomervakantie vallen. De ouders stemmen de verdeling van de zomervakantie met elkaar af uiterlijk in januari van het betreffende jaar;
- de krokusvakantie en herfstvakantie: oneven jaren bij de moeder en even jaren bij de vader;
- de paasvakantie: oneven jaren bij de moeder en even jaren bij de vader;
- de kerstvakantie: een week bij de vader en een week bij de moeder, nader in onderling overleg te bepalen;
- de verjaardag van [kind] : conform de reguliere regeling;
- de feestdagen: de feestdagen die aansluiten op de reguliere zorgregeling met de vader verblijft [kind] bij de vader, de overige feestdagen worden in onderling overleg verdeeld;
- waarbij de moeder [kind] aan het begin van een vakantie naar een openbare (nader overeen te komen) locatie in [plaats halverwege] brengt alwaar de vader [kind] zal ophalen, en waarbij de moeder [kind] aan het einde van de vakantie of feestdag weer om 19:00 uur bij de vader thuis zal ophalen;