ECLI:NL:RBGEL:2024:6324

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
4 september 2024
Publicatiedatum
17 september 2024
Zaaknummer
10643093
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzekeringsovereenkomst en dekking bij diefstal van een motorvoertuig zonder alarmsysteem

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 4 september 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V. (hierna: NN) over de dekking van een autoverzekering. De eiser, die een Toyota RAV4 had aangeschaft, had op 26 januari 2023 telefonisch een AllRisk autoverzekering afgesloten bij NN. Tijdens dit gesprek werd hem medegedeeld dat de auto moest zijn uitgerust met een alarmsysteem van klasse 3 om verzekerd te zijn tegen diefstal. De eiser gaf aan dat zijn auto niet over dit alarmsysteem beschikte en dat hij ook niet van plan was om dit te installeren. Ondanks deze informatie ging de verzekeringsovereenkomst door.

Op 21 mei 2023 werd de auto van de eiser gestolen, waarna hij een schadeclaim indiende bij NN. NN weigerde echter dekking te verlenen, omdat de auto niet voldeed aan de beveiligingseisen zoals vermeld in de polis. De eiser stelde dat hij recht had op schadevergoeding, omdat hij een verzekering had afgesloten en er een diefstal had plaatsgevonden. NN voerde aan dat de eiser niet verzekerd was voor diefstal, omdat hij niet had voldaan aan de voorwaarden van de verzekering.

De kantonrechter oordeelde dat de clausule over het alarmsysteem tussen partijen was overeengekomen en dat de eiser voldoende was geïnformeerd over de voorwaarden van de verzekering. De rechter concludeerde dat de eiser zelf had besloten dat dekking voor diefstal niet nodig was, en dat NN niet verplicht was om de eiser te waarschuwen over de risico's van diefstal van het type auto dat hij had aangeschaft. De vorderingen van de eiser werden afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANKGELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: 10643093 \ CV EXPL 23-5435
Vonnis van 4 september 2024
in de zaak van
[eiser],
te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. E.M. Horssius,
tegen
NATIONALE-NEDERLANDEN SCHADEVERZEKERING MAATSCHAPPIJ N.V., M.H.O.D.N. OHRA SCHADEVERZEKERINGEN,
te Arnhem,
gedaagde partij,
hierna te noemen: NN,
gemachtigde: mr. A.N.L. de Hoogh.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het incidenteel vonnis van 24 januari 2024
- de akte uitlating, overlegging producties en verandering van eis van [eiser]
- de akte overlegging producties van NN.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] heeft op 13 januari 2023 een motorvoertuig van het merk Toyota, type RAV4 AWD 2.5. Hybrid Executive Automaat Limited gekocht bij Automobielbedrijf van Ekris Mijdrecht B.V. (hierna: de auto).
2.2.
Op 26 januari 2023 heeft [eiser] telefonisch contact opgenomen met NN om een autoverzekering voor de auto af te sluiten. Tijdens het telefoongesprek is het volgende besproken:

(…)
NN: (…) And what do you want? WA, WA plus of AllRisk
[eiser] : Let’s do AllRisk
NN: AllRisk, ok! With zero zero eigen risico. Ehm, this car has a security requirement.
[eiser] : What security requirements?
NN: Eh, even kijken. The car must have an alarm system.
[eiser] : It’s alarm 1?
NN: No, let me check. Alarm class 3.
[eiser] : Oh no, it does not haven alarm 3.
NN: Ok, eh, are you going to put that alarm in the car?
[eiser] : I don’t thing so. No.
NN: Ok, because, eh, let me check. If you don’t do that eh, then you are not insured for eh, let me check, for diefstal, eh thefts, for stealing the car.
[eiser] : For what? For like, eh, thefts? Oh, eh, that’s ok, that is not a big problem. I hope it won’t [gelach].
(…)
NN: (…) And I told you about the alarm system.
[eiser] : Eh, ja, alarmsystem, in case it is stolen, then eh.. [gelach] I hope not. I hope not.
NN: Ja, let’s hope it will not happen, but I have said that.
[eiser] : the car has got quite some safety things, I can track my car even on the app, something like that.
NN: Oh ok. De aanvraag is gelukt. De car is insured from today.
[eiser] : Yeah, ok, from today. I just got the car.
(…)
2.3.
Bij brief van 26 januari 2023 heeft NN [eiser] als volgt bericht:

(…)
Welkom bij OHRA! Wat fijn dat u uw autoverzekering bij ons heeft afgesloten. (…)
Voor uw verzekering geldt een aantal beperkingen. Deze zijn als bijlage “clausules” bijgevoegd bij uw polisblad. Lees deze goed door. (…) In het telefoongesprek heeft u een aantal vragen beantwoord. Uw antwoorden op deze vragen (…) bepalen of we u kunnen verzekeren. (…)
In Mijn OHRA onder het tabje “polisblad inzien” vindt u uw antwoorden. Daar staat ook een uitleg over uw verplichting om ons informatie te geven. Lees de toelichting zorgvuldig en controleer uw antwoorden op de acceptatievragen.
(…)
2.4.
In deze brief wordt melding gemaakt van een polisblad, clausules en slotverklaring. Op het polisblad staat het volgende:
“(…)
Datum 26-01-2023
(…) Clausules:
Let op: Voor uw verzekering geldt een aantal beperkingen. U vindt ze in de bijlage “Clausules” bij dit polisblad. Lees deze goed door.
(…)”
Op het blad Clausules staat het volgende:

VbV/SCM alarmsysteem met hellingshoekdetectie is verplicht
U bent alleen verzekerd tegen diefstal of diefstal van onderdelen, inbraak en joyriding, als u aan de volgende voorwaarden voldoet:
Alarmsysteem
a. Uw auto heeft minimaal een VbV/SCM alarmsysteem met hellingshoekdetectie. U zorgt ervoor dat het certificaat van dit systeem geldig blijft. (…)
of
b. Uw auto heeft minimaal een VbV/SCM klasse 3 alarmsysteem. U zorgt ervoor dat het certificaat van dit systeem geldig blijft. (…)
of
c. Uw auto heeft een alarmsysteem dat in de fabriek is ingebouwd. Dit alarmsysteem is minimaal gelijkwaardig aan een VbV/SCM alarmsysteem met hellingshoekdetectie of een VbV/SCM klasse 3 alarmsysteem. (…)
Dit systeem werkte op het moment van de gebeurtenis. U bent verplicht om dit aannemelijk te maken, als wij dit van u vragen. (…)
Op de slotverklaring staat het volgende:

(…)
In het telefoongesprek van 26 januari 2023 dat heeft geleid tot bijgaande polis, heb je de volgende slotverklaring afgelegd.
(…)
Ga je akkoord met de polsvoorwaarden en de Verzekeringskaart, en ga je ermee akkoord dat OHRA jou over jouw huidige en toekomstige schadeverzekeringen alleen nog digitaal informeert?
Jouw antwoord:Ja
(…)
2.5.
Op 21 mei 2023 is de auto gestolen. [eiser] heeft dit bij NN gemeld.
2.6.
Op 23 mei 2023 heeft NN aan [eiser] het volgende bericht:
“(…)
Is uw auto beveiligd?
Uw auto is alleen verzekerd voor diefstal en inbraak, als deze extra beveiligd is met een alarmsysteem met hellingshoekdetectie (SCM 3). U kunt dit aantonen met een certificaat. Heeft uw auto geen beveiligingssysteem, of heeft u geen geldig certificaat, dan is inbraak of diefstal niet verzekerd. U kunt dit nalezen op uw polisblad. Kijk daarvoor op Mijn OHRA.
(…)
2.7.
Op 22 juni 2023 heeft NN aan [eiser] bericht:

(…)
Wat doen wij met uw melding?
Uw auto voldoet niet aan de eisen zoals gesteld in de beveiligingsclausules. Uw auto namelijk niet voorzien van een SCM alarmsysteem met hellingshoekdetectie of een gelijkwaardig af-fabriek alarmsysteem met hellingshoekdetectie. Deze schade is daarom niet verzekerd.
(…)
2.8.
Ergens in het najaar van 2023 is de auto teruggevonden door de politie en daarna weer in het bezit van [eiser] gekomen.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert, na vermindering van eis, bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
a. NN te veroordelen om binnen twee dagen na betekening van het vonnis ook daadwerkelijk over te gaan tot het verlenen van dekking onder de verzekeringsovereenkomst, door uitkering aan hem van een bedrag van € 7.217,24;
b. NN te gebieden zijn personalia/gegevens en die van hun gemeenschappelijk bestuurder binnen 14 dagen na het vonnis, althans binnen twee dagen na betekening van het vonnis, te verwijderen uit het Centraal Informatiesysteem van in Nederland werkzame verzekeringsmaatschappijen onder beheer van Stichting CIS;
c. NN te gebieden de verwerkingen van de personalia/gegevens van [eiser] , binnen 14 dagen na het vonnis, althans binnen twee dagen na betekening van het vonnis, de negatieve aanduiding of connotatie in verband met de schade bij de naam van [eiser] te doen verwijderen uit het Interne Informatiesysteem onder beheer van NN;
d. NN te veroordelen tot betaling aan [eiser] van de wettelijke rente ex art. 6:119 BW over de hierboven gevorderde schade, te rekenen vanaf de dag van de dagvaarding;
met veroordeling van NN in de proceskosten en de betekeningskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
Aan zijn vorderingen legt [eiser] primair ten grondslag dat hij een verzekeringsovereenkomst bij NN heeft afgesloten en dat NN die moet nakomen. De auto is verzekerd tegen diefstal, er heeft een diefstal plaatsgevonden en dus moet uitkering van schadevergoeding volgen. Er is dekking. Subsidiair stelt [eiser] dat NN tekort is geschoten in de wijze waarop zij [eiser] heeft geadviseerd. Dit betreft een buitencontractuele aansprakelijkheid. NN had hem duidelijk moeten maken dat dit type auto veel gestolen werd. Omdat NN gehouden is dekking te verlenen, moet zij registraties bij CIS en het interne informatiesysteem van NN weghalen, aldus [eiser] . De wettelijke rente is volgens [eiser] verschuldigd, omdat NN niet betaalt.
3.3.
NN voert verweer. NN concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiser] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser] in de kosten van deze procedure en in de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Is afgesproken dat [eiser] , zonder het alarmsysteem, niet verzekerd zou zijn voor diefstal?
4.1.
Verzekering is een overeenkomst waarbij de ene partij, de verzekeraar, zich tegen het genot van premie jegens haar wederpartij, de verzekeringnemer, verbindt tot het doen van een of meer uitkeringen, en bij het sluiten der overeenkomst voor partijen geen zekerheid bestaat, dat, wanneer of tot welk bedrag enige uitkering moet worden gedaan, of ook hoe lang de overeengekomen premiebetaling zal duren. Zij is hetzij schadeverzekering, hetzij sommenverzekering (art. 7:925 lid 1 BW). De verzekeraar geeft zo spoedig mogelijk een akte, polis genaamd, af, waarin de overeenkomst is vastgelegd (art. 7:932 lid 1, eerste zin BW).
4.2.
In het onderhavige geval is een verzekeringsovereenkomst tot stand gekomen. Dat betwist [eiser] ook niet. Hij betwist alleen dat de clausule omtrent het alarmsysteem overeen is gekomen (hierna: de clausule). Dat hij zonder alarmsysteem klasse 3 niet verzekerd zou zijn voor diefstal, was hem ten tijde van het aangaan van de overeenkomst en bij lezing van de polis niet duidelijk, zo stelt hij. Volgens [eiser] is de polis van drie pagina’s wel ontvangen, maar het blad met uitsluiting niet.
4.3.
De kantonrechter gaat hierin niet mee. De clausule is tussen partijen overeengekomen. Uit het transcript van het telefoongesprek dat [eiser] met NN had op
26 januari 2023 blijkt dat [eiser] geïnformeerd is over de clausule. NN heeft te kennen gegeven dat de auto een alarmsysteem klasse 3 moet hebben, [eiser] heeft geantwoord dat de auto dat niet heeft en dat hij zo’n alarmsysteem niet in de auto zal plaatsen. Vervolgens heeft NN aangegeven dat de auto dan niet verzekerd is voor diefstal. Daarop heeft [eiser] gereageerd dat dat geen groot probleem is en dat hij hoopt dat diefstal niet plaatsvindt. Hieruit blijkt dat [eiser] zelf, na het verkrijgen van informatie, besloten heeft dat dekking voor diefstal niet nodig was. Er is dan ook geen dekking.
Voor zover al zou moeten worden aangenomen dat [eiser] het blad met uitsluiting niet heeft ontvangen – NN heeft gemotiveerd gesteld dat de polis in het online systeem is verschenen, inclusief clausule – doet dit aan het voorgaande (het overeengekomen zijn van de clausule) niet af. Daarbij komt nog dat in de brief van 26 januari 2023 en op de polis ook is vermeld dat er beperkingen gelden en dat die staan in de bijlage “Clausules” bij het polisblad. Het had in dat geval op de weg van [eiser] gelegen om bij NN te informeren naar die ontbrekende bijlage.
Redelijkheid en billijkheid
4.4.
[eiser] heeft verder gesteld dat een beroep op de clausule, gelet op de redelijkheid die partijen jegens elkaar hebben te betrachten, slechts aan de orde is indien vast staat dat de verzekeraar door het tekortschieten van [eiser] in haar belangen is geschaad. Dat is in dit geval volgens hem niet zo. Ook als het alarmsysteem er was geweest, was de auto gestolen, aldus [eiser] . De kantonrechter vat dit op als een beroep op art. 6:248 lid 2 BW.
4.5.
Het beroep van NN op niet-naleving van de verzekeringsvoorwaarde kan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn, zodat NN dekking moet verlenen. Onder meer de volgende gezichtspunten zijn daarbij van belang:
- in hoeverre het beding het te verzekeren risico in algemene zin begrenst, bijvoorbeeld in temporele of geografische zin of door middel van een dekkingslimiet;
- in hoeverre het beding ertoe strekt dat de verzekerde maatregelen treft om de kans op schade te verkleinen of, indien schade optreedt, de omvang daarvan te beperken;
- in hoeverre het beding ziet op andere belangen dan het verkleinen van de kans op door de verzekerde te lijden schade of van de omvang daarvan, zoals het voorkomen van bewijsproblemen of debat ten aanzien van de vraag in hoeverre het hiervoor bedoelde verband ontbreekt (HR 16 februari 2024 ECLI:NL:HR:2024:258).
4.6.
NN heeft tijdens het telefoongesprek te kennen gegeven, zo is in het voorgaande aan de orde gekomen, dat ze de auto van [eiser] enkel wil verzekeren tegen diefstal als de auto is voorzien van een alarmsysteem klasse 3. Dit stond NN vrij. De bedoeling van zo’n clausule is dat een verzekerde maatregelen treft om de kans op schade te verkleinen of, indien schade optreedt, de omvang daarvan te beperken. [eiser] heeft weliswaar gesteld dat de diefstal ook zou hebben plaatsgevonden als wel het juiste alarmsysteem aanwezig was geweest, maar heeft dit onvoldoende onderbouwd. Hij beschrijft dat er camerabeelden van het wegrijden van de auto zijn, maar de camerabeelden zijn door hem niet overgelegd en bij de politie heeft hij juist verklaard dat er geen camerabeelden zijn. Hij heeft dus onvoldoende onderbouwd dat de diefstal ook met alarmsysteem klasse 3 zou hebben plaatsgevonden. Anders dan [eiser] betoogt, hoefde NN er niet op te wijzen dat de auto die [eiser] had gekocht veel wordt gestolen. Zo’n plicht heeft NN niet en dat diefstal vaak plaatsvond, was eventueel door [eiser] af te leiden uit de eis van het alarmsysteem.
Slotsom en proceskosten
4.7.
De vordering van [eiser] om NN te veroordelen over te gaan tot het verlenen van dekking en betaling van wettelijke rente wordt afgewezen. Ook de vorderingen om, kort gezegd, de gegevens van [eiser] uit het CIS en de interne informatiesystemen te verwijderen worden afgewezen. Deze vorderingen zijn onvoldoende onderbouwd en NN heeft ook aangegeven dat er geen gegevens van [eiser] zijn opgenomen in bijvoorbeeld haar interne verwijzingsregister.
4.8.
[eiser] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van NN worden begroot op:
- salaris gemachtigde
678,00
(2,00 punten × € 339,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
813,00
4.9.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen van [eiser] af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten van € 813,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiser] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
veroordeelt [eiser] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Horsthuis en in het openbaar uitgesproken op 4 september 2024.
520 / 40141