ECLI:NL:RBGEL:2024:6268

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
17 september 2024
Publicatiedatum
16 september 2024
Zaaknummer
05/307343-23 en 05/184783-23 (gev. ttz.)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting van een minderjarige met verstandelijke beperking en vervaardiging van kinderpornografie

Op 17 september 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 47-jarige man uit ‘s-Heerenberg. De man werd veroordeeld voor het verkrachten van een 12-jarig meisje met een verstandelijke beperking, en voor het vervaardigen en verspreiden van kinderpornografisch materiaal van het slachtoffer. De rechtbank oordeelde dat de verdachte misbruik had gemaakt van zijn positie als taxichauffeur van het slachtoffer, die autisme heeft en de verstandelijke vermogens van een 4-5 jarige. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 4 jaar op, alsook tbs met voorwaarden. De feiten vonden plaats tussen augustus 2020 en oktober 2023, waarbij de verdachte meerdere seksuele handelingen heeft verricht en kinderpornografische afbeeldingen heeft vervaardigd en verspreid. De rechtbank oordeelde dat de verdachte door zijn daden een kwetsbare minderjarige in een afhankelijkheidssituatie heeft gebracht, waardoor het slachtoffer zich niet kon verzetten. De rechtbank achtte de verkrachting wettig en overtuigend bewezen, evenals de vervaardiging en verspreiding van kinderpornografie. De verdachte werd ook veroordeeld tot schadevergoeding aan de benadeelde partijen, waaronder het slachtoffer.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05/307343-23 en 05/184783-23 (gev. ttz.)
Datum uitspraak : 17 september 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1977 in [geboorteplaats] ,
op dit moment gedetineerd in de P.I. te [verblijfplaats] .
Raadsman: mr. K. Kok, advocaat in Zwolle.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
parketnummer 05/307343-23
1
hij op één of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 22 augustus 2020 tot en met 15 september 2020 te ‘s-Heerenberg, (telkens) door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten door
- gebruik te maken van zijn fysieke en/of mentale overwicht,
- misbruik te maken van haar autisme en/of verstandelijke vermogens (niveau 4-5 jarige) en/of
- zijn werkzaamheden als haar taxichauffeur,
[slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 2008 (en zijnde een kwetsbare en/of afhankelijke minderjarige), heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] ,
te weten het
- in haar vagina, tussen haar schaamlippen en/of in haar mond brengen van zijn, verdachtes, penis,
- door haar laten kussen, aftrekken en/of aanraken van zijn, verdachtes, penis;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op één of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 22 augustus 2020 tot en met 15 september 2020 te ‘s-Heerenberg, (telkens) met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 2008, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt (en zijnde een kwetsbare en/of afhankelijke minderjarige), buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , te weten het
- in haar vagina, tussen haar schaamlippen en/of in haar mond brengen van zijn, verdachtes, penis,
- door haar laten kussen, aftrekken en/of aanraken van zijn, verdachtes, penis;
2
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van de maand juni 2020 tot en met 5 oktober 2023 te ’s-Heerenberg, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal telkens een hoeveelheid afbeeldingen, - en/of gegevensdragers (mobiele telefoons, harde schijven, laptops, USB-sticks en/of SD-kaart) bevattende afbeeldingen -, te weten foto’s en video’s van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken heeft
- vervaardigd (van [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 2008 (en zijnde een kwetsbare en/of afhankelijke minderjarige), in de periode van 22 augustus tot en met 15 september 2020),
- verspreid (via [applicatie] ), aangeboden, verworven, in bezit gehad en/of
- zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis, vinger(s), voorwerp en/of mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het met de/een penis, vinger(s), voorwerp en/of mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het met de/een penis, vinger(s), voorwerp en/of mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren bij zichzelf door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of het met de/een penis, vinger(s), voorwerp en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het met de/een penis, vinger(s), voorwerp en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het met de/een penis, vinger(s), voorwerp en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten bij zichzelf door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of het door een dier vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het door een dier likken, betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt likken en/of in de mond nemen van het geslachtsdeel van een dier en/of
het door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt oraal penetreren van een dier
en/of het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's /film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
en/of het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
waarbij op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
en hij/zij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
parketnummer 05/184783-23
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 28 juni 2023 tot en met 5 juli 2023 te ’s-Heerenberg (gemeente Montferland), althans in Nederland, een of meerdere personen, te weten - [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 3] 2011 en/of
- één of meerdere aldaar aanwezige minderjarige(n) die de leeftijd van zestien jaren nog niet had(den) bereikt van wie hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet had(den) bereikt, met ontuchtig oogmerk ertoe heeft bewogen getuige(n) te zijn van zijn seksuele handelingen, immers heeft hij, verdachte, in het zicht en/of ten overstaan van
- [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 3] 2011 en/of - één of meerdere aldaar aanwezige minderjarige(n) die de leeftijd van zestien jaren nog niet had(den) bereikt
zijn ontblote geslachtsdeel getoond en/of zijn ontblote geslachtsdeel in zijn hand genomen/aangeraakt en/of (een) seksuele handeling(en) verricht met zijn ontblote geslachtsdeel, te weten het aftrekken en/of betasten van zijn ontblote geslachtsdeel waarbij verdachte de aandacht van die [slachtoffer 2] en/of één of meerdere aldaar aanwezige minderjarige(n) die de leeftijd van zestien jaren nog niet had(den) bereikt trok door in het zicht van die [slachtoffer 2] en/of één of meerdere aldaar aanwezige minderjarige(n) die de leeftijd van zestien jaren nog niet had(den) bereikt te gaan staan;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 28 juni 2023 tot en met 5 juli 2023 te ’s-Heerenberg (gemeente Montferland), althans in Nederland, de eerbaarheid heeft geschonden op of aan een plaats, voor het openbaar verkeerd bestemd, te weten op of aan de Drieheuvelenweg, door zich aldaar met ontbloot geslachtsdeel te bevinden en/of zijn ontblote geslachtsdeel te tonen en/of af te trekken, althans zijn ontblote geslachtsdeel te betasten.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder parketnummer 05/307343-23 onder 1 primair, het onder 2 van dit parketnummer en het onder parketnummer 05/184783-23 primair tenlastegelegde.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de onder parketnummer 05/307343-23 onder 1 primair ten laste gelegde verkrachting, omdat geen sprake was van dwang. Verdachte had de indruk dat het slachtoffer instemde, aldus de raadsman. Ten aanzien van het onder dit parketnummer onder 2 en het onder parketnummer 05/184783-23 primair tenlastegelegde heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Parketnummer 05/307343-23 [1]
Feit 1
-
Bewijsmiddelen
Mevrouw [moeder slachtoffer] , de moeder van [slachtoffer 1] , heeft verklaard dat [slachtoffer 1] , die is geboren op [geboortedatum 2] 2008, autisme heeft en de verstandelijke vermogens van een kind van 4-5 jaar. [slachtoffer 1] heeft daarnaast een laag IQ. Praten en zichzelf uiten is voor [slachtoffer 1] erg moeilijk vanwege haar beperkte verstandelijke vermogens en autisme. [moeder slachtoffer] heeft in een informatief gesprek op 5 oktober 2023 verklaard dat [slachtoffer 1] met een busje naar speciaal onderwijs wordt gebracht en dat ongeveer drie jaar geleden dit busje bestuurd werd door verdachte. Verdachte vertoonde in die tijd raar gedrag; zo kwam hij bij [slachtoffer 1] in de straat, terwijl hij daar niet hoefde te zijn, en vroeg hij [slachtoffer 1] wel eens of ze met hem mee ging naar [zijn] huis om poesjes of een drumstel te bekijken. Twee weken voor het informatieve gesprek hoorde [moeder slachtoffer] dat verdachte zich in een speeltuin had afgetrokken. Naar aanleiding van dit incident vroeg zij [slachtoffer 1] of er wel eens wat in de bus was gebeurd wat zij niet wilde. [slachtoffer 1] vertelde toen dat verdachte 3 keer zijn rits open heeft gedaan en zijn 'gevalletje' er uit heeft gehaald. Hij had ook gevraagd of [slachtoffer 1] er aan wilde zitten. Dit alles gebeurde ongeveer 3 jaar geleden en gebeurde toen verdachte [slachtoffer 1] naar school of naar huis bracht. De oudere zus van [slachtoffer 1] had aan [moeder slachtoffer] verteld dat [slachtoffer 1] bang was voor verdachte. [2] [moeder slachtoffer] heeft verder verklaard dat verdachte wel eens heeft gevraagd of hij na schooltijd een ijsje mocht eten met de kinderen en dat vond [moeder slachtoffer] toentertijd goed. [3]
Uit de bijlage die aan de aangifte is gehecht volgt dat de ontwikkelingsleeftijd van [slachtoffer 1] 2 tot 5 jaar is en dat haar IQ tussen de 35 en 49 is. [4]
[slachtoffer 1] heeft tijdens een studioverhoor verklaard dat verdachte bij zijn flat de hele tijd zei "kom maar binnen" en dat zij naar binnen ging. Binnen moest zij haar kleren uit doen en hij deed haar kleren uit. Zij moest de hele tijd met haar hand voelen bij de piemel van verdachte en dat heeft ze ook gedaan. Ze vond het niet fijn en was erg bang. [5] [slachtoffer 1] heeft over verdachte verder verklaard "hij ging piemel bij mij ja... en ik moest kleren uittrekken." Dit was vaker gebeurd en dat gebeurde steeds bij hem thuis. De verhoorder vroeg wat [slachtoffer 1] hierover kon vertellen en toen zei ze "hij ging bij mij in stoppen" [...] in de poes [...]." Toen de verhoorder vroeg of verdachte zijn piemel in haar poes deed bevestigde [slachtoffer 1] dit. Toen haar werd gevraagd wat ze met poes bedoelde, wees [slachtoffer 1] naar haar kruis. [6] Verdachte ging toen heen en weer met zijn piemel in haar poes en dit gebeurde bij het bed. [slachtoffer 1] lag op haar rug op bed en [verdachte] ging op haar liggen. [slachtoffer 1] was bang en wilde weg. Verdachte bleef op haar liggen. Ze wilde weg, maar kon niet weg omdat hij haar vasthield. [7] [slachtoffer 1] heeft verklaard dat verdachte vaker zijn piemel in haar poes gedaan. [slachtoffer 1] heeft desgevraagd verklaard dat ze tegen verdachte heeft gezegd dat ze niet wilde dat hij aan haar zat. Toch ging hij door en deed hij zijn piemel in haar poes. [8]
Op de diverse onder verdachte inbeslaggenomen gegevensdragers werden kinderpornografische afbeeldingen aangetroffen. [9] Uit onderzoek van de gegevensdragers bleek dat in de periode van 22 augustus 2020 tot en met 15 september 2020 afbeeldingen zijn gemaakt van [slachtoffer 1] . Op een externe harde schijf stond een map met de naam ' [slachtoffer 1] '. Een verbalisant herkende [slachtoffer 1] op de foto’s en herkende op meerdere afbeeldingen de woning van verdachte. Uitgaande van de ‘exif createdate’ van 25 afbeeldingen zou het slachtoffer op 22 augustus 2020, 29 augustus 2020, 5 september 2020, 14 september 2020 en 15 september 2020 in de woning van verdachte zijn geweest. [10]
Er zijn afbeeldingen aangetroffen waarop meerdere seksuele handelingen tussen [slachtoffer 1] en verdachte waren te zien, die de politie als volgt heeft beschreven:
- penetratie/seksueel binnendringen; verdachte plaatste zijn stijve penis tussen de buitenste schaamlippen van [slachtoffer 1] . Eén foto toonde een kinderlijke schaamstreek met een volwassen penis. De eikel van de penis bevond zich tussen de buitenste schaamlippen waardoor deze deels niet meer zichtbaar was. Onder de penis was een deel van de grijze bank in de woonkamer van verdachte zichtbaar. Ook was een deel van de vloer zichtbaar die dezelfde kleur en knoesten toonde als de vloer in de woonkamer van verdachte. De foto is volgens de zogenoemde ‘exif createdate’ op 5 september 2020 genomen;
- ontuchtige handelingen; [slachtoffer 1] trok verdachte af en kuste de ontblote eikel van verdachte. Er zijn verder foto's aangetroffen waarbij verdachte zijn penis omhoog hield, terwijl [slachtoffer 1] zich op haar knieën met haar schaamstreek net boven de penis van verdachte bevond; [11]
- poseren/overige seksuele gedragingen; [slachtoffer 1] hield op een afbeelding de penis van verdachte vast en haar gezicht bevond zich op enkele centimeters van de penis van verdachte. [12]
Verdachte heeft verklaard dat hij [slachtoffer 1] tijdens zijn werkzaamheden als taxichauffeur vervoerde van en naar het speciaal onderwijs. Verdachte wist dat [slachtoffer 1] autisme had. [slachtoffer 1] was meerdere keren bij hem thuis in de periode die in de tenlastelegging is genoemd. Zij wilde samen met hem douchen en verdachte heeft toen een badmuts gekocht om dat mogelijk te maken. Hij heeft verklaard dat hij seksuele handelingen met [slachtoffer 1] heeft verricht; [slachtoffer 1] heeft hem namelijk afgetrokken. [13] Verdachte heeft verder verklaard dat hij kort op [slachtoffer 1] heeft gelegen. [14]
Verdachte ontkent dat hij [slachtoffer 1] met zijn penis heeft gepenetreerd en dat [slachtoffer 1] zijn penis heeft gekust.
-
Bewijsoverwegingen
Tenlastegelegde seksuele handelingen
De verklaring van [slachtoffer 1] , inhoudende dat verdachte zijn penis in haar vagina heeft gebracht en dat zij zijn penis aanraakte/aftrok, vindt steun in de door verdachte vervaardigde foto’s en video(’s) die de politie heeft bekeken en beschreven. Dat [slachtoffer 1] verdachte aftrok vindt bovendien steun in de verklaring van verdachte. Verder volgt uit de door de politie beschreven afbeeldingen dat [slachtoffer 1] de penis van verdachte kuste.
De verklaring van verdachte, inhoudende dat hij zijn penis niet in de vagina van [slachtoffer 1] heeft gebracht en dat zij zijn penis niet heeft gekust, is naar het oordeel van de rechtbank gelet op de bovenvermelde bevindingen van de politie met betrekking tot de afbeeldingen niet aannemelijk. De rechtbank gaat daarom aan deze verklaring van verdachte voorbij en gaat uit van de verklaring van [slachtoffer 1] .
De rechtbank stelt op basis van bovenvermelde bewijsmiddelen vast dat verdachte de voormelde seksuele handelingen heeft verricht bij [slachtoffer 1] . De rechtbank stelt vast dat uit de bewijsmiddelen niet volgt dat verdachte zijn penis ook in de mond van [slachtoffer 1] heeft gebracht en zal verdachte van deze handeling vrijspreken.
Dwang
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of het handelen van de verdachte is aan te merken als verkrachting in de zin van artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht. Daarvoor is onder meer vereist dat het slachtoffer door de verdachte tot seks is gedwongen. Verdachte heeft dit ontkend: er was volgens verdachte sprake van gelijkwaardigheid tussen hem en [slachtoffer 1] . Het komt hier aan op de vraag of de verdachte [slachtoffer 1] opzettelijk door een (andere) feitelijkheid heeft gedwongen tot het ondergaan van de tenlastegelegde seksuele handelingen.
Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad kan sprake zijn van door een feitelijkheid dwingen, als hiervoor bedoeld, als de verdachte opzettelijk een zodanige psychische druk heeft uitgeoefend of het slachtoffer in een zodanige afhankelijkheidssituatie heeft gebracht dat het slachtoffer zich daardoor naar redelijke verwachting niet tegen die handelingen heeft kunnen verzetten. Daarvan kan ook sprake zijn indien de verdachte het slachtoffer heeft gebracht in een zodanige door hem veroorzaakte (bedreigende) situatie dat het slachtoffer zich naar redelijke verwachting niet aan die handelingen heeft kunnen onttrekken. Of die dwang zich heeft voorgedaan, laat zich niet in zijn algemeenheid beantwoorden, maar hangt af van de concrete omstandigheden van het geval. Uit de jurisprudentie volgt daarnaast dat onder een feitelijkheid ook misbruik van autoriteit in samenhang met een leeftijdsverschil kan vallen en dat het creëren van een afhankelijkheidssituatie hierbij van belang kan zijn. Tot slot geldt dat feitelijkheden die hebben plaatsgevonden voorafgaand aan die periode voor het bewijs van de in de tenlastegelegde periode uitgeoefende dwang mede redengevend kunnen zijn.
De rechtbank leidt uit de boven weergegeven verklaring van [slachtoffer 1] , de verklaringen van haar moeder, de bijlage over het ontwikkelingsperspectief van [slachtoffer 1] en de verklaring van verdachte af dat verdachte mentaal en fysiek overwicht op haar had en dat hij hiervan wetenschap had toen hij haar in zijn woning meenam en daar seksueel contact met haar had. Verdachte wist immers dat [slachtoffer 1] autisme had en naar speciaal onderwijs ging. Uit de verklaring van de moeder van [slachtoffer 1] en ook uit de weergave van het studioverhoor blijkt bovendien dat [slachtoffer 1] moeite had met communiceren.
Daarbij was reeds gezien de biologische leeftijd van [slachtoffer 1] op dat moment sprake van een groot en relevant leeftijdsverschil. Verdachte was 42 jaar, aangeefster was 12 jaar. Verder was verdachte degene die [slachtoffer 1] van en naar school bracht en was zij in die zin van hem afhankelijk. Blijkens de verklaring van [slachtoffer 1] maakte verdachte ook tijdens de seksuele handelingen gebruik van zijn fysieke overwicht, door op haar te blijven liggen en haar vast te houden. Nadat [slachtoffer 1] tegen verdachte zei dat ze niet wilde dat hij aan haar zat, ging verdachte door met de seksuele handelingen.
Verdachte heeft misbruik gemaakt van al deze omstandigheden en hierdoor een bedreigende situatie voor aangeefster gecreëerd. Verdachte heeft met dit alles [slachtoffer 1] – een kwetsbare en afhankelijke minderjarige – in een zodanige situatie gebracht dat zij zich naar redelijke verwachting niet aan de tenlastegelegde handelingen heeft kunnen onttrekken.
Het voorgaande leidt de rechtbank tot het oordeel dat verdachte [slachtoffer 1] door andere feitelijkheden heeft gedwongen tot het ondergaan van de ten laste gelegde seksuele handelingen. Het door verdachte beschreven scenario dat [slachtoffer 1] op eigen initiatief naar hem kwam en dat zij (vrijwillig) initiatief nam voor het seksueel contact met verdachte, wordt weerlegd door de bewijsmiddelen en wordt ter zijde geschoven.
Conclusie
De rechtbank acht de primair ten laste gelegde verkrachting wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank is van oordeel dat niet is gebleken van geweld, bedreiging met geweld en/of met een andere feitelijkheid. Verdachte wordt van deze onderdelen vrijgesproken.
Feit 2
-
Bewijsmiddelen
Vervaardigen, aanbieden en verspreiden van afbeeldingen
De rechtbank verwijst naar de onder feit 1 op pagina 5 en 6 van dit vonnis weergegeven bewijsmiddelen aangaande het vervaardigen van kinderpornografische afbeeldingen van [slachtoffer 1] en de periode waarin dit plaats vond.
Een persoon die gebruik maakte van het e-mailadres [e-mailadres] heeft tussen 26 en 30 november 2022 10 afbeeldingen gedeeld in een Wickr-groep. Wickr betreft een applicatie waarmee versleutelde berichten, inclusief foto's en video's, kunnen worden uitgewisseld. 9 van deze afbeeldingen werden als kinderpornografisch beoordeeld door de politie. Eén van de afbeeldingen, te weten een foto van een geheel naakt meisje – in de leeftijd van tussen de 10 en 14 jaar oud – dat op bed lag met een badmuts op, bevatte GPS-coördinaten. Met deze coördinaten werd via Google gezocht en het bleek dat de coördinaten hoorden bij het adres [adres] in [plaats] . De gebruikersgegevens van bovenvermeld mailadres werden gevorderd en het mailadres bleek te horen bij verdachte. Verdachte stond in de Basisregistratie Personen (hierna BRP) ingeschreven op het adres [adres] in 's- Heerenberg. [15]
Een verbalisant nam in oktober 2023 contact op met de moeder van [slachtoffer 1] , die geboren is op [geboortedatum 2] 2008, en vroeg haar foto's van haar dochter te sturen van ongeveer drie jaar geleden. De verbalisant ontving foto's en herkende het daarop afgebeelde meisje direct als het meisje dat op bovenbedoelde kinderpornografische afbeelding was weergegeven. [16]
Op de diverse gegevensdragers, die onder verdachte in beslag werden genomen, werden 70 kinderpornografische afbeeldingen van [slachtoffer 1] gevonden, waaronder 2 video’s en 68 foto’s. [17]
Verwerven, in bezit hebben en toegang verschaffen van afbeeldingen
Op de diverse gegevensdragers (mobiele telefoons, harde schijven, laptops, USB-sticks en een SD-kaart), die op 5 oktober 2023 onder verdachte in beslag werden genomen, en op zijn cloudopslag werden in totaal 7.676 kinderpornografische afbeeldingen aangetroffen, waarvan 3.885 foto's en 3.791 video's. [18] De kinderpornografische afbeeldingen hebben een aanmaakdatum binnen de periode van juni 2020 tot en met oktober 2023. [19]
Een deel van de afbeeldingen die zijn geclassificeerd als kinderpornografisch zijn aangetroffen in bestanden die zijn gerelateerd aan de applicaties [applicatie] en Chrome. Dit geeft aan dat toegang werd verschaft tot deze afbeeldingen met behulp van een geautomatiseerd werk en/of communicatiedienst, met als gevolg dat de afbeeldingen op de onderzochte gegevensdragers terecht zijn gekomen. Een deel van de kinderpornografische afbeeldingen werd in de Cloud-omgeving van verdachte aangetroffen. De Cloud-omgeving was toegankelijk vanaf de laptop van verdachte. Hieruit volgt dat verdachte met deze laptop zich de toegang heeft verschaft tot kinderporno in zijn Cloud-omgeving. [20]
Seksuele gedragingen op afbeeldingen
Er werden afbeeldingen aangetroffen van minderjarigen die vaginaal, anaal en oraal gepenetreerd worden door een penis, vinger(s), een voorwerp en/of de tong/mond. Er zaten ook afbeeldingen tussen van andere personen die door minderjarigen vaginaal, anaal en oraal gepenetreerd worden door een penis, vinger(s), een voorwerp en/of de tong/mond. Verder werden afbeeldingen aangetroffen van minderjarigen die zichzelf vaginaal, anaal en oraal penetreren door een penis, vinger(s), een voorwerp en/of de tong/mond.
Er werden daarnaast afbeeldingen aangetroffen waarbij het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van minderjarigen met de penis, vinger(s), een voorwerp en/of de mond/tong werden betast en/of aangeraakt. Ook zaten er afbeeldingen tussen waarbij het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een ander persoon met de penis, vinger(s), een voorwerp en/of de mond/tong van de minderjarigen werden betast en/of aangeraakt. Er waren ook afbeeldingen waarbij het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van minderjarigen door zichzelf met de penis, vinger(s), een voorwerp en/of de mond/tong werden betast en/of aangeraakt.
Er bleken ook afbeeldingen te zijn waarbij minderjarigen geheel of gedeeltelijk naakt poseren, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding en/of waarbij deze persoon zich van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de
wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's /film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden.
Daarnaast werden afbeeldingen aangetroffen waarbij boven/bij minderjarigen werd gemasturbeerd en/of op het gezicht en/of het lichaam van een minderjarige werd geëjaculeerd. Verder stonden op de telefoon afbeeldingen waarbij een penis dicht bij/naast het lichaam en/of gezicht van een minderjarige werd gehouden en/of waarbij op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is.
Er werden ook afbeeldingen gevonden waarbij een minderjarige door een dier vaginaal en/of anaal werd gepenetreerd en/of waarbij een dier het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een minderjarige likt, betast en/of aanraakt. Ook werden afbeeldingen aangetroffen waarbij een minderjarige het geslachtsdeel van een dier likt en/of in de mond neemt en/of een minderjarige een dier oraal penetreert. [21]
Verdachte heeft verklaard dat hij kinderpornografische afbeeldingen en afbeeldingen van porno tussen mens en dier op zijn gegevensdragers had. Verdachte denkt dat de grote hoeveelheid afbeeldingen een verzameling is van de afgelopen jaren. Verdachte heeft verder verklaard dat hij wel eens kinderporno heeft gedeeld en verspreid, voornamelijk via [applicatie] . Hij heeft verklaard dat hij ook kinderporno heeft vervaardigd; hij heeft foto’s van [slachtoffer 1] gemaakt. [22]
-
Bewijsoverweging
De rechtbank acht op grond van bovenvermelde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte – kortheidshalve – kinderpornografische afbeeldingen van [slachtoffer 1] , een minderjarig, kwetsbaar en afhankelijk meisje, heeft vervaardigd, aangeboden en verspreid. De rechtbank verwijst naar de onder feit 1 in dit vonnis weergegeven bewijsmiddelen en bewijsoverweging aangaande de kwetsbaarheid en de afhankelijkheid van [slachtoffer 1] .
De rechtbank acht verder op grond van bovenvermelde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte kinderpornografische afbeeldingen heeft verworven, in bezit heeft gehad en zich daartoe de toegang heeft verschaft.
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of verdachte van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt. Er is sprake van in totaal 3.885 foto's en 3.791 video's en een bewezenverklaarde periode van ruim drie jaar. Daarnaast is sprake van het gebruik van een applicatie waarmee versleutelde berichten en bestanden kunnen worden uitgewisseld en is sprake van het gebruik van meerdere devices. Daarom acht de rechtbank bewezen dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het verwerven, in bezit hebben en het toegang verschaffen tot kinderpornografische afbeeldingen, als bedoeld in artikel 240b lid 2 van het Wetboek van Strafrecht. Voor wat betreft het vervaardigen en verspreiden geldt dat verdachte gedurende ongeveer twee maanden 70 kinderpornografische afbeeldingen heeft vervaardigd en negen kinderpornografische afbeeldingen heeft verspreid, hetgeen onvoldoende is om te kunnen spreken van een gewoonte maken van ook deze handelingen, zodat verdachte daarvan zal worden vrijgesproken.
Parketnummer 05/184783-23 [23]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever] (hij deed aangifte namens [slachtoffer 2] ), p. 7-11;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 31-33;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 3 september 2024.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder parketnummer 05/307343-23 onder 1 primair, het onder dit parketnummer onder 2 en het onder 05/184783-23 primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
parketnummer 05/307343-23
1
hij op
één ofmeer tijdstippen gelegen in
of omstreeksde periode van 22 augustus 2020 tot en met 15 september 2020 te ‘s-Heerenberg,
(telkens
)door
geweld ofeen andere feitelijkheid
en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten door
- gebruik te maken van zijn fysieke en
/ofmentale overwicht,
- misbruik te maken van haar autisme en
/ofverstandelijke vermogens (niveau 4-5 jarige) en
/of
- zijn werkzaamheden als haar taxichauffeur,
[slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 2008
(en zijnde een kwetsbare en
/ofafhankelijke minderjarige
), heeft gedwongen tot het ondergaan van
één of meerhandelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] ,
te weten het
- in haar vagina, tussen haar schaamlippen
en/of in haar mondbrengen van zijn, verdachtes, penis,
- door haar laten kussen, aftrekken en
/ofaanraken van zijn, verdachtes, penis;
2
hij op
één ofmeer tijdstippen in
of omstreeksde periode van de maand juni 2020 tot en met 5 oktober 2023 te ’s-Heerenberg
, althans in Nederland,meermalen,
althans eenmaaltelkens een hoeveelheid afbeeldingen, - en
/ofgegevensdragers (mobiele telefoons, harde
schijven, laptops, USB-sticks en
/ofeen SD-kaart) bevattende afbeeldingen -, te weten foto’s en video’s van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft
- vervaardigd
(van [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 2008
(en zijnde een kwetsbare en
/ofafhankelijke minderjarige
), in de periode van 22 augustus tot en met 15 september 2020
),
- verspreid (via [applicatie] ), aangeboden, verworven, in bezit gehad en
/of
- zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en
/ofmet gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis, vinger(s), voorwerp en/of mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
/of
het met de/een penis, vinger(s), voorwerp en/of mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
/of
het met de/een penis, vinger(s), voorwerp en/of mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren bij zichzelf door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
/ofhet met de/een penis, vinger(s), voorwerp en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
/of
het met de/een penis, vinger(s), voorwerp en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
/of
het met de/een penis, vinger(s), voorwerp en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten bij zichzelf door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
/ofhet door een dier vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
/of
het door een dier likken, betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
/of
het door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt likken en/of in de mond nemen van het geslachtsdeel van een dier en
/of
het door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt oraal penetreren van een dier
en
/ofhet geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
en/of het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
/of
waarbij op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
en hij
/zijaldus van het plegen van dit misdrijf, te weten het verwerven van, in bezit hebben van en zich door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang verschaffen tot bovenbedoelde afbeeldingen, een gewoonte heeft gemaakt;
parketnummer 05/184783-23
hij op
één ofmeerdere tijdstippen in
of omstreeksde periode van 28 juni 2023 tot en met 5 juli 2023 te ’s-Heerenberg (gemeente Montferland)
, althans in Nederland, een ofmeerdere personen, te weten - [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 3] 2011 en
/of
-
één ofmeerdere aldaar aanwezige minderjarige(n) die de leeftijd van zestien jaren nog niet had(den) bereikt van wie hij wist
of redelijkerwijs moest vermoedendat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet had
(den
)bereikt, met ontuchtig oogmerk ertoe heeft bewogen getuige(n) te zijn van zijn seksuele handelingen, immers heeft hij, verdachte, in het zicht en
/often overstaan van
- [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 3] 2011 en
/of-
één ofmeerdere aldaar aanwezige minderjarige
(n
)die de leeftijd van zestien jaren nog niet had
(den
)bereikt zijn ontblote geslachtsdeel getoond en
/ofzijn ontblote geslachtsdeel in zijn hand genomen/aangeraakt en
/of (een)seksuele handeling
(en
)verricht met zijn ontblote geslachtsdeel, te weten het aftrekken en
/ofbetasten van zijn ontblote geslachtsdeel waarbij verdachte de aandacht van die [slachtoffer 2] en
/of één ofmeerdere aldaar aanwezige minderjarige
(n
)die de leeftijd van zestien jaren nog niet had
(den
)bereikt trok door in het zicht van die [slachtoffer 2] en/
of één ofmeerdere aldaar aanwezige minderjarige
(n
)die de leeftijd van zestien jaren nog niet had
(den
)bereikt te gaan staan.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
parketnummer 05/307343-23
feit 1:
verkrachting, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een persoon beneden de leeftijd van achttien jaar bij wie misbruik van een kwetsbare positie wordt gemaakt, meermalen gepleegd
feit 2:
een afbeelding en een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen, aanbieden en verspreiden, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een persoon bij wie misbruik van een kwetsbare positie wordt gemaakt, meermalen gepleegd;
en
een afbeelding en een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt
parketnummer 05/184783-23
een persoon, van wie hij weet dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, met ontuchtig oogmerk ertoe bewegen getuige te zijn van seksuele handelingen, meermalen gepleegd

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaar en heeft gevorderd dat aan verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling (hierna: tbs-maatregel) met dwangverpleging wordt opgelegd. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat aan verdachte de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel, als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht, wordt opgelegd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht een gevangenisstraf op te leggen, waarvan het onvoorwaardelijke strafdeel gelijk is aan de duur van het door verdachte ondergane voorarrest. De raadsman heeft daarnaast verzocht het advies van de psychiaters en de reclassering te volgen en aan verdachte de tbs-maatregel met voorwaarden op te leggen. Tegen eventuele dadelijke uitvoerbaarheid en oplegging van de maatregel, als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht, heeft de raadsman zich niet verzet.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich als 42-jarige man meerdere malen schuldig gemaakt aan verkrachting, mede bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam van de destijds 12-jarige [slachtoffer 1] . Verdachte was de taxichauffeur van [slachtoffer 1] , die autisme heeft en de verstandelijke vermogens van een 4-5 jarige. Verdachte heeft daarmee misbruik gemaakt van de beperkingen van [slachtoffer 1] . Hij was daarbij enkel gericht op bevrediging van zijn lusten en heeft zich geen moment bekommerd om het leed dat hij haar aandeed. Dat verdachte blijft verklaren dat [slachtoffer 1] tot dit alles het initiatief nam en het vrijwillig onderging, getuigt van een zorgelijk gebrek aan zelfinzicht en gebrek aan verantwoordelijkheid, die verdachte als volwassen man naar [slachtoffer 1] had moeten nemen. Welke gevolgen dit alles voor [slachtoffer 1] heeft gehad, heeft haar moeder treffend uiteengezet in de door haar voorgelezen slachtofferverklaring.
Verdachte heeft zich verder schuldig gemaakt aan het vervaardigen en het verspreiden van kinderpornografisch materiaal van [slachtoffer 1] en het bezit van een zeer grote hoeveelheid kinderpornografisch materiaal. [slachtoffer 1] is doordat verdachte afbeeldingen van haar maakte en verspreidde ernstig in haar recht op privacy geschaad. Ten aanzien van de overige onder verdachte aangetroffen kinderporno geldt dat bij de productie van deze afbeeldingen (zeer) jonge kinderen op ingrijpende wijze seksueel worden misbruikt door volwassenen, die hen juist tegen dit soort handelingen behoren te beschermen. Dat dergelijk misbruik zeer ernstige gevolgen (in de zin van psychische, emotionele en lichamelijke schade) heeft voor kinderen is evident en volgt ook uit de verklaring van de moeder van [slachtoffer 1] . Verdachte heeft door het vervaardigen, verspreiden en het bezit van dergelijk materiaal een wezenlijke bijdrage geleverd aan de instandhouding van deze gruwelijke praktijken. Bij dergelijke feiten, het misbruik en de kinderporno, is het uitgangspunt niet voor niets onvoorwaardelijke gevangenisstraffen.
Tbs-maatregel
Uit de rapportage van de psychiaters volgt dat bij verdachte sprake is van een pedofiele stoornis, een gemengde persoonlijkheidsstoornis met borderline en vermijdende trekken, een andere gespecificeerde trauma- en stressgerelateerde stoornis, een stoornis in gebruik van alcohol, een depressieve stoornis en een ongespecificeerde angststoornis. Van al deze stoornissen was ook sprake ten tijde van de tenlastegelegde feiten. De psychiaters zien met name een direct causaal verband tussen de pedofiele stoornis en de feiten. Ook de persoonlijkheidsproblematiek en het alcoholgebruik lijken te hebben doorgewerkt in de feiten. De psychiaters adviseren dan ook het tenlastegelegde in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen. Het is niet aannemelijk dat de vrije wil van verdachte voorafgaand en tijdens de totstandkoming van de feiten volledig door zijn stoornissen werd bepaald. De psychiaters schatten het risico op recidive in als matig-hoog. Zij concluderen dat verdachte, gelet op het recidiverisico, klinisch moet worden behandeld in een beveiligde setting. Gelet op het voorgaande en vanwege de neiging van verdachte om hulp te vermijden, adviseren de psychiaters om tbs met voorwaarden op te leggen.
De psycholoog beschrijft dat bij verdachte sprake is van een autismespectrumstoornis, een anders gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met vermijdende antisociale trekken, een pedofiele stoornis van het niet-exclusieve type, een ernstige depressieve stoornis met angstige spanning en ernstig alcoholgebruik. Deze stoornissen waren aanwezig ten tijde van het tenlastegelegde. De psycholoog meent dat een duidelijk verband te leggen is tussen de vastgestelde stoornissen en het tenlastegelegde. Primair handelde verdachte vanuit de seksuele drang die hij voelde vanuit de pedofiele stoornis. Vanuit zijn autismespectrumstoornis en antisociale persoonlijkheidstrekken had verdachte onvoldoende oog voor de invloed van zijn gedrag op de anderen en was hij onvoldoende in staat zich in te leven in anderen. De psycholoog adviseert ook om het tenlastegelegde in verminderde mate toe te rekenen. De psycholoog schat het risico op recidive met een zedendelict in als matig. Zij meent dat de interventies voor beperking van het recidivegevaar kunnen plaatsvinden in het kader van een voorwaardelijk strafdeel met bijzondere voorwaarden.
De reclassering schat de kans op recidive van een (zeden)delict in geval dat verdachte onbehandeld blijft in als hoog. Het risico op letsel wordt ook ingeschat als hoog. De reclassering is van mening dat een klinisch behandelingstraject in het strakke juridisch kader van een tbs-maatregel met voorwaarden voldoende passend en noodzakelijk is. De reclassering adviseert deze tbs-maatregel op te leggen in combinatie met een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel om verdachte behandeld te krijgen en ook daarna nog langdurig te kunnen blijven volgen.
De rechtbank onderschrijft de conclusies van de psychiater en psycholoog en stelt vast dat ten tijde van het plegen van het feit bij verdachte sprake is geweest van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens, die invloed heeft gehad op het denken en handelen van verdachte ten tijde van het de verkrachting, de feiten met betrekking tot de kinderpornografie en het seksueel corrumperen. Verdachte wordt daarom in verminderde mate toerekeningsvatbaar geacht. Het opleggen van een tbs-maatregel doet recht aan de ernst van de feiten, de complexiteit en de aard en ernst van verdachtes psychische problematiek en het voor hem vereiste (hoge) beveiligingsniveau. Verdachte heeft zich in een periode van ongeveer twee maanden, door misbruik te maken van zijn werkzaamheden met kwetsbare kinderen, schuldig gemaakt aan verkrachting van een kwetsbaar slachtoffer. Hij heeft daarnaast in een periode van meer dan drie jaar een grote hoeveelheid kinderpornografische afbeeldingen verzameld en dergelijke afbeeldingen ook vervaardigd en verspreid. Naar het oordeel van de rechtbank kan, gelet op het risico op recidive van een zedendelict, de zorgmijdende houding van verdachte, de complexiteit en de ernst van verdachtes problematiek, niet volstaan worden met een straf waarbij behandeling als bijzondere voorwaarde wordt opgelegd, zoals door de psycholoog geadviseerd. Een gedwongen forensisch kader is noodzakelijk om verdachte adequaat te kunnen behandelen, de maatschappij te beveiligen en het gevaar op herhaling zo veel mogelijk in te perken.
De rechtbank constateert dat is voldaan aan de formele voorwaarden om een tbs-maatregel op te leggen. De verkrachting van de minderjarige, kwetsbare en afhankelijke [slachtoffer 1] en ook het vervaardigen, verspreiden en bezitten van kinderpornografisch materiaal betreffen misdrijven waarvoor een tbs-maatregel mogelijk is. Ook bestond ten tijde van het begaan van dit misdrijf bij verdachte een ziekelijke stoornis van de geestvermogens. Op grond van het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen het opleggen van een tbs-maatregel eist.
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of aan verdachte een tbs-maatregel met voorwaarden of met dwangverpleging moet worden opgelegd. De rechtbank zal hier de adviezen van de psychiaters en de reclassering volgen. Uit die adviezen volgt immers uitdrukkelijk dat de tbs-maatregel met voorwaarden – met veel en ingrijpende voorwaarden – als voldoende kader wordt gezien. De rechtbank is daarom van oordeel dat in dit geval gekozen dient te worden voor de minst ingrijpende tbs-maatregel, te weten de tbs-maatregel met voorwaarden. Ook in dit kader zal verdachte langdurig (klinisch) worden behandeld. De rechtbank zal derhalve aan verdachte de tbs-maatregel met voorwaarden opleggen. De rechtbank neemt de voorwaarden over die de reclassering heeft geadviseerd, maar heeft de voorwaarde die betrekking heeft op onaangekondigde controles van geautomatiseerde werken en digitale gegevensdragers gespecificeerd in verband met de jurisprudentie van de Hoge Raad op dit punt.
Uit de PJ-rapportage volgt dat sprake is van een matig-hoog risico op recidive van een zedendelict en de reclassering schat het recidiverisico van een zedendelict in als hoog indien verdachte niet wordt behandeld. Het risico op letsel schat de reclassering ook in als hoog. De rechtbank zal daarom bevelen dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
Het bewezenverklaarde feit is een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Op grond van artikel 38e van het Wetboek van Strafrecht is de maatregel dan ook niet in duur gemaximeerd als deze bij het niet nakomen van voorwaarden zou worden omgezet naar een tbs-maatregel met dwangverpleging.
Naast de tbs met voorwaarden acht de rechtbank, gelet op de ernst van het bewezenverklaarde feit, een gevangenisstraf passend en daartoe overweegt de rechtbank als volgt.
Gevangenisstraf
Naar het oordeel van de rechtbank rechtvaardigen de feiten zonder meer de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van langere duur. De rechtbank legt een lagere straf op dan gevorderd, nu zij de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte zwaarder laat meewegen dan de officier van justitie heeft gedaan en voorts zij niet bewezen acht dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het vervaardigen en verspreiden van kinderpornografische afbeeldingen. Alles afwegend, acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar passend en geboden. De tijd die verdachte in voorarrest heeft gezeten, zal hierop in mindering komen.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel
De rechtbank overweegt ten aanzien van de gevorderde gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel als volgt. Nu de psychiaters het recidiverisico matig-hoog achten en de reclassering het risico op recidive van een zedendelict en het risico op letsel als hoog inschat, zal de rechtbank het advies van de reclassering overnemen en een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht opleggen. Aan de wettelijke vereisten voor oplegging is voldaan, nu de rechtbank een gevangenisstraf op zal leggen voor een misdrijf dat gericht is tegen de onaantastbaarheid van het lichaam van een persoon en waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld. Naar het oordeel van rechtbank dient de oplegging van deze maatregel voorts het belang van de bescherming van de veiligheid van anderen dan wel algemene veiligheid van personen.

8.De beoordeling van de civiele vordering

Vordering [slachtoffer 1]
mr. S. Striekwold heeft namens de benadeelde partij [slachtoffer 1] in verband met de onder parketnummer 05/307343-23 tenlastegelegde feiten een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 13.500,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij [slachtoffer 1] niet-ontvankelijk in de vordering moet worden verklaard. De verdediging heeft primair gesteld dat de vordering pas de dag voor de zitting is ingekomen en dat zij onvoldoende tijd hebben gehad om de vordering gedetailleerd te bestuderen. Schorsing van de zaak zou een onevenredige vertraging op kunnen leveren en er is volgens de verdediging daarom sprake van een onevenredige belasting van het strafproces. Subsidiair heeft de verdediging gesteld dat de vordering niet is onderbouwd met stukken van deskundigen, zoals een psycholoog, en dat de benadeelde partij daarom niet-ontvankelijk in de vordering moet worden verklaard.
Overweging van de rechtbank
Moment van indienen
Een benadeelde partij kan haar vordering vóór de zitting schriftelijk indienen bij de officier van justitie. De benadeelde partij kan zich ook ter terechtzitting nog voegen, door vóór het requisitoir bij de rechter hetzij het ingevulde voegingsformulier in te dienen hetzij mondeling opgave te doen van de schade (artikel 51g lid 3 van het Wetboek van Strafvordering). De rechtbank is van oordeel, mede in aanmerking genomen de beperkte complexiteit van en het moment van indienen van de vordering, dat behandeling van de vordering geen onevenredige belasting van het strafproces oplevert. De benadeelde partij is dan ook ontvankelijk in haar vordering.
Immateriële schade
Het recht op vergoeding van immateriële schade als gevolg van onrechtmatig handelen ontstaat, gelet op artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek, onder meer in geval van aantasting in de persoon ‘op andere wijze’. Om te spreken van een aantasting in persoon op andere wijze moet sprake zijn van geestelijk letsel of een diepe inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, persoonlijke integriteit of een fundamenteel recht. De rechtbank is van oordeel dat uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat met de door verdachte gepleegde verkrachting en het vervaardigen en verspreiden van kinderpornografische afbeeldingen van haar een ernstige inbreuk is gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van de benadeelde partij, waardoor zij in haar persoon is aangetast.
Voor de toewijsbaarheid van een vordering gebaseerd op de aantasting van de persoon is volgens de Hoge Raad het uitgangspunt dat de benadeelde geestelijk letsel heeft opgelopen en dat dit letsel moet bestaan uit een aan de hand van objectieve maatstaven vast te stellen psychische beschadiging, daaronder begrepen een in de psychiatrie erkend ziektebeeld. In een dergelijk geval zal degene die zich hierop beroept de aantasting in zijn persoon met concrete gegevens moeten onderbouwen. De Hoge Raad heeft echter ook bepaald dat op dit uitgangspunt uitzonderingen kunnen worden aanvaard indien de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen (Hoge Raad 28 mei 2019, ECLI:NL:HR:2019:793). Hierbij valt met name te denken aan een zaak als de onderhavige, waarin het strafbare feit een dusdanig ernstige inbreuk vormt op de lichamelijke integriteit, dat dit in zichzelf als een aantasting van de persoon dient te worden beschouwd en reeds daarom immateriële schade toegewezen kan worden. Onderbouwing van de aantasting in de persoon met concrete gegevens en het vaststellen van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld is dan voor de vergoeding van immateriële schade niet nodig.
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de aard en de ernst van de normschending, aannemelijk is dat de benadeelde partij door het bewezen verklaarde handelen rechtstreeks nadeel is toegebracht dat niet uit vermogensschade bestaat. Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk. De rechtbank heeft gelet op de verschillende wijzen waarop de benadeelde partij in haar fundamentele rechten is geschonden, door de verkrachting en de vervaardiging en verspreiding van kinderpornografische afbeeldingen van haar. Een deel van het na te noemen schadebedrag is dan ook bedoeld voor schade die is ontstaan doordat verdachte kinderpornografische afbeeldingen heeft vervaardigd en verspreid. Naar maatstaven van billijkheid, rekening houdend met de aard en de ernst van het feit en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare zaken plegen toe te wijzen, zal de rechtbank de hoogte van het schadebedrag als geheel op € 10.000,- vaststellen. Verdachte is vanaf 15 september 2020 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Als het toegewezen bedrag niet wordt betaald, kunnen 85 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
Vordering [slachtoffer 2]
mr. S. Striekwold heeft namens de benadeelde partij [slachtoffer 2] in verband met het onder parketnummer 05/184783-23 tenlastegelegde feit een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 250,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering kan worden toegewezen
Overweging van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het onder parketnummer 05/184783-23 bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De gevorderde schadepost is niet betwist, voldoende onderbouwd en komt de rechtbank ook niet onrechtmatig of onredelijk voor. Naar maatstaven van billijkheid, rekening houdend met de aard en de ernst van het feit en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare zaken plegen toe te wijzen, zal de rechtbank de hoogte van het schadebedrag op € 250,- vaststellen. Verdachte is vanaf 5 juli 2023 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Als het toegewezen bedrag niet wordt betaald, kan 1 dag gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
9. De toegepaste wettelijke bepalingen
De oplegging van de straf en maatregel is gegrond op de artikelen 36f, 37a, 38, 38a, 38z, 57, 240b, 242, 248 en 248d van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) jaren;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 gelast dat verdachte
ter beschikkingwordt
gestelden stelt voor de duur van de terbeschikkingstelling de volgende
voorwaardenbetreffende het gedrag van verdachte:
  • verdachte maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit;
  • verdachte werkt mee aan reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
 verdachte meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
 verdachte laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van verdachte vast te stellen;
 verdachte houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om verdachte te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
 verdachte helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
 verdachte werkt mee aan huisbezoeken;
 verdachte geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
 verdachte vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
 verdachte werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met verdachte, als dat van belang is voor het toezicht;
  • verdachte kan, als de reclassering dat nodig vindt en verdachte daarmee instemt, voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. Deze time-out duurt totdat de reclassering of verdachte deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar;
  • verdachte laat zich opnemen in de [zorginstelling] of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt. Verdachte is geïndiceerd voor klinische behandeling op het niveau van een Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) met een specifiek behandelprogramma dat gericht is op het behandelen van zedenproblematiek en parafilie en daarnaast complexe meervoudige problematiek (waaronder verslavingsproblematiek). Op basis van de beschikbare informatie is er sprake van een extra intensieve verblijfsintensiteit en een hoog beveiligingsniveau; F-3 Hoog. Afhankelijk van het verloop van de behandeling kunnen zowel de zorgintensiteit als het beveiligingsniveau worden afgeschaald. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
  • verdachte laat zich behandelen door Polikliniek IrisZorg en/of Kairos of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling volgt aansluitend op de klinische behandeling en duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van (zuchtremmende) medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
  • verdachte werkt mee aan een verblijf in een instelling voor begeleid/beschermd wonen of maatschappelijke opvang, indien dit in het kader van het verdere resocialisatietraject door de reclassering in samenspraak met de zorginstelling (FPK of soortgelijke zorgverlener) nodig wordt geacht. Het verblijf volgt aansluitend op de klinische behandeling en duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
  • verdachte gebruikt geen alcohol en werkt mee aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
  • verdachte heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met [slachtoffer 1] en/of haar ouders, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
  • verdachte heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met [slachtoffer 2] en/of haar ouders, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
  • verdachte bevindt zich niet in de gemeente 's-Heerenberg, waar de slachtoffers wonen, zo lang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
  • verdachte heeft (nadat hij de klinische behandeling met goed gevolg heeft afgerond) een zinvolle dagbesteding in de vorm van een opleiding en/of (vrijwilligers)werk met een vaste structuur. Dit betreft dagbesteding waar geen minderjarigen zijn. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
  • verdachte zoekt op geen enkele wijze contact met minderjarigen. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt betrokkene dat een gezaghebbende of verzorgende ouder hierbij aanwezig is. Hij bezoekt geen plekken waar veel kinderen zijn; te denken valt o.a. aan speeltuinen, zwembaden, scouting, manege;
  • verdachte vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Verdachte onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
1) het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
2) het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen en
3) het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.
Verdachte bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen.
Het toezicht op de bovenvermelde voorwaarde kan onder andere bestaan uit onaangekondigde controles van geautomatiseerde werken en digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee internet kan worden benaderd en die veroordeelde in gebruik heeft. Veroordeelde werkt hieraan mee tijdens een (onaangekondigd) huisbezoek en verschaft daartoe toegang tot alle aanwezige computers, mobiele apparaten en andere digitale gegevensdragers, waaronder begrepen het verstrekken van wachtwoorden die nodig zijn voor toegang. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van veroordeelde, maar is toegespitst op de naleving van de voormelde voorwaarden. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is. Een controle zal ook kunnen bestaan uit het handmatig en visueel onderzoeken van die gegevensdragers, teneinde te controleren of op de gegevensdragers sporen aanwezig zijn van gedrag dat valt onder de onder 1 tot en met 3 gestelde voorwaarden.
Ten behoeve van de controles mag de toezichthouder, indien en voor zover noodzakelijk, voor ondersteuning op technisch en digitaal gebied een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is.
Deze controles mogen maximaal 3 (drie) keer per jaar worden uitgevoerd;
 geeft Reclassering Nederland opdracht verdachte bij de naleving van de opgelegde voorwaarden hulp en steun te verlenen;
 beveelt dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is.
 legt
een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregelop grond van artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht op;
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 1]
  • veroordeelt verdachte in verband met het feit onder parketnummer 05/307343-23 onder feit 1 primair en feit 2 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van € 10.000,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 september 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 1] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot immateriële schade;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 1] , een bedrag te betalen van € 10.000,- aan immateriële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 september 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 85 (vijfentachtig) dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 2]
  • veroordeelt verdachte in verband met het feit onder parketnummer 05/184783-23 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van € 250,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 juli 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 2] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot immateriële schade;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 2] , een bedrag te betalen van € 250,- aan immateriële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 juli 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 5 (vijf) dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.H. van Breevoort-de Bruin (voorzitter), mr. J.S.W. Lucassen en mr. M.W.R. Koch, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. Hessel, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 17 september 2024.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 1] , van de politie Oost-Nederland, team bestrijding kinderpornografie en kindersekstoerisme van de dienst regionale recherche, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer ONRBD23023, gesloten op 22 november 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen informatie gesprek zeden, p. 50-51 en proces-verbaal aangifte, p. 53-54.
3.proces-verbaal aangifte, p. 53 en 55.
4.Bijlage bij aangifte, ‘Ontwikkelingsperspectief van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 1] schooljaar 2022-2023,
5.Verbatim transcriptie studioverhoor [slachtoffer 1] , p. 99-102.
6.Verbatim transcriptie studioverhoor [slachtoffer 1] , p. 94-96.
7.Verbatim transcriptie studioverhoor [slachtoffer 1] , p. 97-98 en 104-107.
8.Verbatim transcriptie studioverhoor [slachtoffer 1] , p. 110-111.
9.Proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, p. 126, gelezen in onderlinge samenhang met het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 193 en 212-214.
10.Proces-verbaal van bevindingen p. 156-157, gelezen in onderlinge samenhang met het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, p. 126-128 en het proces-verbaal van bevindingen p. 150-151.
11.Proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, p. 126-128 en proces-verbaal van bevindingen, p. 157-158.
12.Proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, p. 128.
13.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 3 september 2024.
14.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 210-211
15.Proces-verbaal van bevindingen, p. 17-18, gelezen in onderlinge samenhang met de bijlage bij de vordering verstrekking gebruikersgegevens op p. 34 en het proces-verbaal van bevindingen, p. 45.
16.Proces-verbaal van bevindingen, p. 45-46.
17.Proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, p. 128, gelezen in onderlinge samenhang met proces-verbaal relaas, p. 6.
18.Proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, p. 126, proces-verbaal van bevindingen, p. 148-149, gelezen in onderlinge samenhang met het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 193 en 212-214.
19.Proces-verbaal van bevindingen, p. 155.
20.Proces-verbaal van bevindingen, p. 148-149.
21.Proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, p. 128-130, gelezen in onderlinge samenhang met bijlage II bij dit proces-verbaal, te weten de Collectiescan p. 134-136.
22.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 196-198 en de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 3 september 2024
23.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 2] van de politie Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023305712, gesloten op 7 juli 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.