Op 14 augustus 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Gelderland in Zutphen een beschikking gegeven over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van vier minderjarigen, [minderjarige 1], [minderjarige 2], [minderjarige 3] en [minderjarige 4]. De kinderrechter oordeelde dat de verlenging noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding van de kinderen, die sinds februari 2024 in een gezinshuis verblijven. De ouders hebben geen verweer gevoerd tegen de verlenging, maar hebben wel aangegeven dat zij in de toekomst samen willen blijven zorgen voor de kinderen. De kinderrechter constateert dat de kinderen zich goed ontwikkelen in het gezinshuis en dat de omgang met de ouders, hoewel beperkt, positief verloopt. De GI heeft verzocht om de machtiging te verlengen voor de duur van de ondertoezichtstelling, en de kinderrechter heeft dit verzoek toegewezen. De kinderrechter benadrukt het belang van monitoring door de GI en het bespreken van de gevolgen van de recente relatiebreuk van de ouders voor het contact met de kinderen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en hoger beroep kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.