In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland, is op 4 september 2024 een tussenuitspraak gedaan in een incident dat betrekking heeft op een provisionele vordering. De eisers, een groep bewoners, hebben de rechtbank verzocht om gedaagden te veroordelen tot het verwijderen van hekken die de toegang tot hun woningen belemmeren. De bewoners stellen dat deze hekken zijn geplaatst door gedaagden, die eigenaar zijn van een deel van de weg die toegang biedt tot hun woningen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een geschil bestaat over de status van de weg, die door de bewoners als buurweg wordt beschouwd. In een eerder vonnis van 24 september 2014 is door de voorzieningenrechter al geoordeeld dat de weg als buurweg moet worden aangemerkt, wat betekent dat de bewoners recht hebben op toegang tot hun woningen via deze weg.
De rechtbank heeft in deze tussenuitspraak geoordeeld dat de bewoners voldoende processueel belang hebben bij hun vordering en dat de gevraagde voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. De rechtbank heeft de gedaagden veroordeeld om binnen 24 uur na betekening van het vonnis de hekken te verwijderen en hen verboden nieuwe belemmeringen op te werpen totdat er in de hoofdzaak een definitieve beslissing is genomen. Tevens is er een dwangsom opgelegd aan gedaagde 4 voor het geval hij niet aan de veroordelingen voldoet. De rechtbank heeft de beslissing over de kosten van het incident aangehouden tot de hoofdzaak.