In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, betreft het een kort geding tussen ASR Schadeverzekering N.V. en een gedaagde partij, waarbij de aansprakelijkheid voor een ongeval op een bouwplaats centraal staat. Het ongeval vond plaats toen een kolom omviel, en ASR stelt dat dit het gevolg is van een onjuiste werkwijze door de gedaagde partij, die de door de deskundige [naam 1] voorgeschreven werkwijze niet heeft gevolgd. De rechtbank heeft eerder een deskundigenonderzoek gelast, waarvan de resultaten nu worden besproken.
De deskundige, prof. ir. S.N.M. Wijte, heeft in zijn rapport geconcludeerd dat als de gedaagde de voorgeschreven werkwijze had gevolgd, het ongeval niet had plaatsgevonden. De rechtbank heeft de bevindingen van de deskundige overgenomen en vastgesteld dat er een causaal verband bestaat tussen de verweten gedragingen van de gedaagde en het ongeval. ASR heeft betoogd dat er geen sprake is van eigen schuld van [naam 1], terwijl de gedaagde partij stelt dat de schade mede het gevolg is van een fout van [naam 1].
De rechtbank heeft besloten dat er behoefte is aan nadere deskundigenvoorlichting over de gebruikelijkheid van de werkwijze die is toegepast tijdens het ongeval. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling, waarbij de gedaagde partij de bewijslast draagt voor haar stelling van eigen schuld van [naam 1]. De rechtbank heeft de zaak opnieuw op de rol gezet voor 2 oktober 2024, waarbij de gedaagde partij in de gelegenheid wordt gesteld om een akte in te dienen.