ECLI:NL:RBGEL:2024:5636

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
7 augustus 2024
Publicatiedatum
21 augustus 2024
Zaaknummer
425204
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de rechtsgeldigheid van opzegging van meerdere overeenkomsten tussen een aanbieder van sport- en beweegdiensten en de Gemeente Tiel

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 7 augustus 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser], een aanbieder van sport- en beweegdiensten, en de Gemeente Tiel. De kern van het geschil betreft de vraag of de Gemeente Tiel tijdig en rechtsgeldig drie overeenkomsten heeft opgezegd die zij met [eiser] had gesloten. De overeenkomsten waren oorspronkelijk aangegaan in 2018 en hadden een initiële looptijd tot 31 december 2023. De Gemeente Tiel heeft in december 2021 een opzeggingsbrief gestuurd, waarin alleen de overeenkomst voor maatschappelijke dienstverlening brede school werd genoemd. [eiser] heeft echter gesteld dat de overige drie overeenkomsten niet rechtsgeldig zijn opgezegd, omdat de opzeggingsbrief niet duidelijk was en er geen expliciete opzegging voor deze overeenkomsten heeft plaatsgevonden. De rechtbank heeft geoordeeld dat de Gemeente Tiel niet voldoende heeft aangetoond dat de overige overeenkomsten tijdig zijn opgezegd. De rechtbank concludeert dat de Gemeente Tiel aan [eiser] een vergoeding verschuldigd is voor de resterende looptijd van de drie overeenkomsten over 2024, aangezien deze niet rechtsgeldig zijn opgezegd. De rechtbank heeft de vorderingen van [eiser] grotendeels toegewezen en de Gemeente Tiel veroordeeld tot betaling van de verschuldigde bedragen, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: C/05/425204 / HA ZA 23-421 / 1547
Vonnis van 7 augustus 2024
in de zaak van
[eiser],
te [plaats] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [eiser] ,
advocaat: mr. M.H. van den Berg te Zeist,
tegen
GEMEENTE TIEL,
te Tiel,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: Gemeente Tiel,
advocaat: mr. D. van der Leij te Utrecht.

1.Kern van de zaak

1.1.
Eind 2018 hebben partijen vier overeenkomsten gesloten. Eind 2021 heeft Gemeente Tiel een overeenkomst opgezegd tegen 31 december 2023, als de initiële looptijd verstrijkt. Partijen verschillen van mening over de vraag of Gemeente Tiel daarmee ook de overige drie overeenkomsten heeft opgezegd. Hoewel dit mogelijk wel de bedoeling was van Gemeente Tiel, kan uit de opzeggingsbrief en de omstandigheden die zich nadien hebben voorgedaan echter niet worden afgeleid dat die bedoeling ook voor [eiser] duidelijk was. Weliswaar bestond op enig moment onduidelijkheid over de financiering en daarmee over de continuïteit van de samenwerking, maar daaruit kan niet worden afgeleid dat de overeenkomsten daadwerkelijk zijn opgezegd. Begin 2023 Gemeente Tiel heeft de overeenkomsten wel alsnog opgezegd. De rechtbank begrijpt hieruit dat in elk geval is opgezegd tegen eind 2024. De conclusie is dat Gemeente Tiel [eiser] nog een vergoeding verschuldigd is over de drie overeenkomsten over 2024 en dat de overeenkomsten daarna eindigen.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 6 december 2023 en de daarin vermelde processtukken,
- het verkorte proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 3 april 2024 en de daarin vermelde processtukken.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
[eiser] is een aanbieder van diverse diensten op het gebied van onder andere sport en beweging. Gemeente Tiel heeft deze diensten van haar afgenomen op basis van een overeenkomst die eindigde op 31 december 2018.
3.2.
In elk geval in de periode van 28 mei tot en met 21 november 2018 hebben partijen onderhandeld over het sluiten van drie of vier nieuwe overeenkomsten. Daarover bevat het dossier een aantal e-mails. Ten aanzien van de vergoeding heeft Gemeente Tiel op 28 mei 2018 een overzicht gemaild met daarin onder andere een kolom ‘management deel naar rato fte’ met daaronder vier bedragen voor elk een ander onderdeel. Eveneens ten aanzien van de vergoeding, opgenomen in een bijlage C, heeft Gemeente Tiel [eiser] op 13 augustus 2018 gemaild dat ‘[p]er overeenkomst financiële afspraken [worden] gemaakt (waarbij onderliggende basis gelijk is)’. Op 5 november 2018 heeft Gemeente Tiel [eiser] een e-mail gestuurd waarin staat dat ‘een evt. 4e opdracht (…) zich alleen richt op bewegingsonderwijs in het basisonderwijs’ en dat ‘we gaan voor 4 overeenkomsten’.
3.3.
Op 18 december 2018 hebben [eiser] en Gemeente Tiel de volgende vier nagenoeg gelijkluidende overeenkomsten gesloten voor vier verschillende opdrachten:
  • De overeenkomst maatschappelijke dienstverlening brede school, die ziet op het organiseren van activiteiten voor Tielse kinderen om zich optimaal te ontplooien en gezond te ontwikkelen (hierna: de overeenkomst brede school),
  • De overeenkomst maatschappelijke dienstverlening lichamelijke opvoeding, die ziet op het aanleren van motorische, cognitief en sociaal-emotionele vaardigheden van kinderen door het aanbieden van bewegingsonderwijs (hierna: de overeenkomst lichamelijke opvoeding),
  • De overeenkomst maatschappelijke dienstverlening maatschappelijke stage, die ziet op het coördineren van maatschappelijke stages van VO-leerlingen,
  • De overeenkomst maatschappelijke dienstverlening sport en bewegen, die ziet op het initiëren, uitwerken, organiseren en uitvoeren van sport-, spel- en beweegactiviteiten (hierna: de overeenkomst sport en bewegen).
Over de duur hebben partijen in alle vier de overeenkomsten het volgende afgesproken:
2.1
De initiële looptijd van de overeenkomst is 5 jaar, ingaande op 1 januari 2019 en eindigend op 31 december 2023.
2.2
Na verloop van de initiële looptijd wordt deze overeenkomst steeds behoudens het bepaalde in artikel 2.4 en 2.5 en het evaluatiegesprek tussen opdrachtgever en opdrachtnemer voor een periode van 2 jaar verlengd. Mocht de opzegtermijn in artikel 2.3 worden overschreden en/of het evaluatiegesprek welke geïnitieerd door de opdrachtgever buiten de in artikel 2.3 opzegtermijn vallen, dan wordt deze overeenkomst stilzwijgend onder dezelfde voorwaarden voor een periode van 2 jaar verlengd.
2.3
Niet eerder dan na afloop van de initiële looptijd hebben partijen het recht de overeenkomst kosteloos jaarlijks per 31 december van het betreffende jaar op te zeggen, met in achtname van een opzegtermijn van tenminste 12 maanden.
2.4
Een partij kan deze overeenkomst per 31 december 2023 laten eindigen mits uiterlijk op 1 januari 2023 wordt opgezegd op de in artikel 2.5 beschreven wijze.
2.5
De opzegging vindt schriftelijk, middels een aangetekend schrijven, plaats.
3.4.
Op 16 mei 2019 heeft Gemeente Tiel een e-mail gestuurd, die kennelijk ook [eiser] heeft bereikt, waarin onder andere staat dat Gemeente Tiel ‘er financieel niet goed voor [staat]’ en ‘jaarlijks tussen 2 en 2,5 miljoen [moet] bezuinigen’. Zij nodigt de geadresseerden uit voor een bijeenkomst over de bezuinigingsmaatregelen.
3.5.
Op 7 oktober 2021 heeft Gemeente Tiel [eiser] uitgenodigd om het sportbeleid te bespreken, waarop [eiser] een dag later positief reageert.
3.6.
Op 24 november 2021 heeft Gemeente Tiel [eiser] uitgenodigd voor een voortgangsgesprek, waarin de afkorting ‘bsc’ staat voor ‘buurtsportcoahces’. Op de bijgestuurde agenda staat:
-
Update sportbeleid:
o
Toekomstige rol bsc;
o
Voorbereiding in de markt zetten nieuwe bsc voor in 2024
3.7.
Op 3 december 2021 hebben partijen ten aanzien van de overeenkomst brede school in een allonge een uitbreiding van de werkzaamheden van [eiser] geregeld.
3.8.
Op een ondertekend document met als titel ‘Concept Besluitenlijst Raadsvergadering’ van 15 december 2021 staat onder andere het volgende vermeld:
AANGENOMEN
d. Vaststellen sport- en beweegbeleid
Besluit om:
1.
Sport- en beweegbeleid 2022-2032 ter vaststelling voor te leggen aan de gemeenteraad;
2.
Bij de behandeling van de perspectiefnota 2023 in mei 2022 het budget opnieuw aan te vragen van € 157.000 vanaf 2024.
3.9.
Op 21 december 2021 heeft Gemeente Tiel [eiser] per e-mail het volgende bericht:
Bij deze deel ik de eerder aangekondigde opzeggingsbrief van de huidige overeenkomst. Dit aangezien er voor de werkzaamheden zoals deze nu worden uitgevoerd worden door [eiser] geen budget meer is vanaf 2024.
Bij deze e-mail is een brief gevoegd waarin onder andere het volgende is opgenomen:
Op 18 december 2018 zijn de gemeente Tiel en [eiser] de “overeenkomst maatschappelijke dienstverlening brede school” aangegaan. De overeenkomst is in 2021 uitgebreid door toevoeging van de taken, opgenomen in de allonge (…).
(…) Hoewel de overeenkomst een mogelijkheid tot verlenging biedt, heb ik besloten om van die mogelijkheid geen gebruik te maken. De reden hiervoor is om voor deze taken geen budget meer beschikbaar te stellen.
(…)
Door middel van deze aangetekende brief zeg ik daarom de overeenkomst van 18 december 2018 inclusief bijlagen en allonge(s) op per 31 december 2023.
3.10.
Op 7 februari 2022 heeft een overleg plaatsgevonden tussen partijen. Daags daarna heeft Gemeente Tiel [eiser] ‘de input die we gisteren besproken hebben en een doorkijk naar het vervolg’ gemaild. De e-mail geeft informatie over de inzet van buurtsportcoaches en vermeldt [eiser] als uitvoerder.
3.11.
Bij e-mail van 24 maart 2022 heeft [eiser] onder meer het volgende bericht aan Gemeente Tiel:
(…) [ik heb] begrepen dat in het breed bestuurlijk overleg van vandaag niet door jullie de mededeling is gedaan dat jullie stoppen met het bewegingsonderwijs.
Snap dit niet helemaal, maar ik zal vast de reden nog wel een keer horen. Echter, zoals eerder aangegeven en afgesproken met jullie zou ik na dit overleg een overleg in gaan plannen met de schooldirecteuren.
Derhalve wil ik je hierbij informeren dat ik vandaag een mail uitga doen naar de schooldirecteuren voor een overleg.
Op diezelfde dag heeft [eiser] een aantal schooldirecteuren uitgenodigd voor overleg over het nieuwe sportbeleid van Gemeente Tiel en de gevolgen daarvan voor het bewegingsonderwijs. Hierop heeft algemeen directeur [betrokkene 1] van CPOB op 1 april 2022 het volgende bericht aan onder andere Gemeente Tiel:
Ik wist ook niets van een afspraak af.
Tot ik vanmorgen door één van mijn directeuren werk meegenomen in een mailwisseling waaruit bleek dat er vanmiddag een bijeenkomst is en drie van mijn directeuren daar niet bij kunnen zijn.
Als het inderdaad omde toekomstige gevolgen van het bewegingsonderwijs voor jullie scholen gaat, ben ik hier graag bij betrokken.
3.12.
Op 10 mei 2022 heeft tussen partijen een bestuurlijk overleg plaatsgevonden, waarvan Gemeente Tiel een dag later aan [eiser] een puntsgewijs verslag heeft gemaild. Hierin staat opgenomen dat Gemeente Tiel hoopt dat [eiser] meedenkt in het bepalen van de nieuwe koers van het sportbeleid met betrekking tot de inzet van [eiser] en dat [eiser] heeft laten weten dat te willen doen mits het contract wordt verlengd. Hierop heeft [eiser] in rood het volgende toegevoegd:
(…) Zoals gezegd heb ik gewoon verplichtingen jegens de gemeente tot en met 31/12/23. Het gaat voornamelijk om nieuwe projecten/initiatieven die al dan niet een looptijd hebben voorbij 2023 waarbij wij worden gevraagd om formeel te participeren. Daarnaast heb ik duidelijk aangegeven dat als de gemeente ons als belangrijke (toekomstige) partner ziet, zij de contracten dienen te verlengen als goodwill en vertrouwen. Hierbij is idd zoals onderstaand geen sprake van een aanbesteding.
(…) Tot slot, ik heb duidelijk aangegeven dat de wethouder gewoon een uitspraak kan doen over de continuering van de contracten als zij (…) het belangrijk vindt dat wij partner blijven van de gemeente. Idd heeft de gemeente de vrijheid om nieuwe projecten zoals aanstormend talent te beleggen bij nieuwe uitvoerders. Ik ga er wel vanuit dat deze eventuele nieuwe uitvoerder niet in het vaarwater gaat zitten van onze kerntaken die wij voor de gemeente moeten uitvoeren.
3.13.
Bij e-mail van 17 mei 2022 heeft schooldirecteur [betrokkene 2] [eiser] onder andere het volgende bericht, waarbij SKOR en CPOB stichtingen van scholen(gemeenschappen) zijn:
Gisteren was het overleg met de Gemeente en de besturen over het sportbeleid. Zoals we inmiddels weten worden de gymdocenten wegbezuinigd. Ik begreep we dat er nog gesprekken intern worden gevoerd.
Ik ga er nu maar vanuit dat er actie moet worden ondernomen. Gisteren met SKOR en CPOB de intentie uitgesproken in gezamenlijkheid op te trekken in gesprek met jou over de mogelijkheden in 2024.
3.14.
Op 31 augustus 2022 heeft opnieuw een bestuurlijk overleg plaatsgevonden tussen partijen, waarvan Gemeente Tiel [eiser] op 7 september 2022 een verslag heeft gemaild. Hierin wordt de directeur van [eiser] aangeduid met ‘ [betrokkene 3] ’ en de adviseur van Gemeente Tiel met ‘ [betrokkene 4] ’. In haar reactie de volgende dag heeft [eiser] bij het onderwerp ‘aanbesteding sportstimulering’ in rood opmerkingen geplaatst (hieronder vetgedrukt weergegeven), waarbij een wethouder van Gemeente Tiel wordt aangeduid met ‘ [betrokkene 5] ’:
  • De voorbereiding van de aanbesteding start medio oktober voor een nieuwe overeenkomst per 1/1/2024
  • [betrokkene 3] geeft aan dat de gemeente de mogelijkheid heeft om de huidige verbintenis te verlengen als vervolgens met een publieke/ vrijwilligepublicatievan gunningwordt gewerkt;er is reeds in de vorige contractonderhandeling al een optie van verlenging van 2 jaar. Daarnaast heb ik gezegd dat het een cyclus is van 4 jaar en daarmee behoren jullie vanuit rechtmatigheid in 2022 de aanbesteding afgerond te hebben. Enige risico van een vrijwillige publicatie is dat binnen 21 dagen bezwaar gemaakt kan worden en dan zou alsnog een aanbestedingsprocedure opgestart moeten worden. Kans is echter klein. Derhalve is deze procedure rechtmatig en binnen de aanbestedingswet 2012, zie ook de notitie van de aanbestedingsadvocaat van 4 jaar geleden.
  • [betrokkene 4] geeft aan dat zijn advies zal zijn om het gemeentelijke beleid te volgen betreft Europees aanbestedenKlopt, en [betrokkene 5] gaf aan dit advies over te nemen in o.a. in het licht van het inkoopbeleid en de regels van de accountant. Ter aanvulling van mijn kant; dat is ook van de reden dat ik niet meedoe aan de aanbesteding. Jullie inkoopbeleid is mijns inziens een ‘wurgcontract’ met veel beperkingen en grotendeels niet van toepassing op de diensten in het maatschappelijk middenveld ofwel zoals die van ons. Het is niet voor niets dat vorige contractonderhandeling lang geduurd heeft tussen mijn advocaat en jullie advocaat. Met een nieuwe aanbesteding vervallen in principe mijn aanvullende bepalingen.(vanwege het totaal bedrag van de opdracht en om het in één een contract weg te zettenis niet de reden, zie mijn eerdere opmerking). Toevoeging: Er is inhoudelijk een andere invulling van de opdracht nodig om doelstellingen rondom het opgestelde sportbeleid te realiserenvreemd, deelcontract sport en bewegen voldoet mijns inziens aan het nieuwe sportbeleid. Zal meer gaan over de praktische uitvoering welke vastgesteld kan worden in de werkplannen.
  • [betrokkene 3] geeft aan niet mee te zullen doen met de nieuwe aanbesteding.We sluiten af dat we respect hebben voor ieders standpunt en ik gaf aan dat we tzt wel afspraken maken over de overdracht.
3.15.
Op 20 december 2022 heeft [eiser] aan Gemeente Tiel en een aantal verenigingen per e-mail een voetbalconvenant gestuurd en gevraagd om feedback. In het voetbalconvenant dat [eiser] in concept heeft opgesteld, staat onder andere dat de voetbalverenigingen samen zullen werken aan de doelstellingen van het convenant, ‘waarbij de Gemeente Tiel en de uitvoerder verenigingsondersteuning [eiser] gedurende het jaar 2023 en de nieuwe uitvoerder verenigingsondersteuning vanaf 2024 e.v. de
noodzakelijkeondersteuning zullen bieden’. Op de laatste pagina staat het logo van [eiser] bij ‘Huidige uitvoerder verenigingsondersteuning (2023)’. De ruimte bij ‘Nieuwe uitvoerder verenigingsondersteuning (vanaf 2024)’ is blanco.
3.16.
Op 12 januari 2023, ruim een jaar na de opzeggingsbrief van Gemeente Tiel, heeft [eiser] Gemeente Tiel bericht dat zij voor de overige drie overeenkomsten geen opzeggingsbrief heeft ontvangen en dat deze daarom met twee jaar zijn verlengd tot en met 31 december 2025.
3.17.
Bij e-mail van 24 februari 2023 aan Gemeente Tiel heeft de [betrokkene 1] van CPOB bericht dat hij ruim een jaar geleden heeft overlegd met [eiser] :
Daarin hebben zij aangegeven dat de Gemeente Tiel andere keuzes ging maken i.r.t. subsidie en dat de inzet van de medewerkers van [eiser] zou gaan stoppen. Dat heeft straks direct invloed op de inzet van deze mensen bij de gymlessen op de scholen. Die gymlessen moeten de scholen straks weer zelf gaan verzorgen (vanaf 01-01-2024; dacht ik). Dat is het enige dat wij hebben gehoord en met de scholen hebben gedeeld.
Verder niets.
Als de geluiden hierover niet éénduidig zijn, zou ik je willen adviseren om hier nog eens (opnieuw?) een brief over op te stellen.
Die kunnen wij dan delen / bespreken met de directeuren van de basisscholen.
3.18.
Bij brief van 31 januari 2023 aan [eiser] bevestigt Gemeente Tiel dat zij op 21 december 2021 alleen de overeenkomst brede school heeft opgezegd, maar dat het de bedoeling was om alle werkzaamheden te beëindigen:
Helaas heb ik, naar aanleiding van uw brief van 12 januari 2023, moeten constateren dat de gemeente formeel slechts één van de vier overeenkomsten heeft opgezegd, terwijl u werkzaamheden verricht op basis van in totaal vier onderliggende overeenkomsten.
Om misverstanden te voorkomen zeg ik daarom nu schriftelijk alle overeenkomsten, inclusief bijlagen en allonges, per 1 januari 2024 op, zodat de overeenkomsten op 31 december 2023 eindigen. (…)
3.19.
Bij e-mail van 21 maart 2023 heeft [eiser] Gemeente Tiel onder meer het volgende bericht over het voetbaloverleg dat daags daarvoor had plaatsgevonden:
Daarnaast hebben ze allen ingestemd met het convenant en willen ze dat de gemeente, [eiser] en na 2023 de nieuwe partij, hier ook in mee doen.
3.20.
Bij e-mail van 8 juni 2023 heeft schoolbestuurder [betrokkene 6] [eiser] als volgt bericht:
Bij deze ons gymrooster. Ik had besproken met [betrokkene 7] dat het voor ons hetzelfde blijft qua tijd. Dus bij deze.
Ik heb ook aangegeven dat als de gemeente niet met een oplossing komt vanaf januari volgend jaar, ik ook geïnteresseerd ben om te kijken hoe wij veder kunnen. De prijzen ed zou hij daarvoor nog doorsturen. Mocht je die hebben dan ontvang ik ze graag.
3.21.
Op 31 augustus 2023 heeft het Lingecollege Gemeente Tiel per e-mail bericht dat [eiser] haar had medegedeeld dat haar overeenkomst per 1 januari 2024 zou eindigen en dat hierdoor haar ondersteuning bij de maatschappelijke stages ook zou eindigen.
3.22.
Op 13 november 2023 heeft een overleg over het convenant plaatsgevonden tussen [eiser] en een aantal voetbalverenigingen. In het verslag is onder meer het volgende opgenomen:
Voor [betrokkene 8] (TSV Theole) is het niet duidelijk of [eiser] door blijft gaan met de ondersteuning of dat dit zal gaan stoppen, daarbij stelt hij de vraag aan [betrokkene 3] of [eiser] wel of niet door gaat. [betrokkene 3] geeft antwoord op deze vraag en verteld dat er nog geen duidelijkheid is, zodra hij meer duidelijkheid heeft komt hij hierop terug.
3.23.
Op 29 december 2023 heeft [eiser] aan een aantal voetbalverenigingen gevraagd wanneer voor hen duidelijk werd of de werkzaamheden van [eiser] in 2024 werden voortgezet. Hierop heeft een van die voetbalverenigingen geantwoord:
volgens mij was dat na jou mail van 30-11 toen je aan gaf dat er een conflict met de gemeente was.
Je had al wel eens veel eerder in een vergadering aangegeven dat je niet wist of de gemeente na dit jaar nog weer het contract met [eiser] zou verlengen.
3.24.
Partijen zijn met elkaar in overleg getreden over de beëindiging van hun samenwerking, maar zijn niet tot een regeling gekomen.

4.Het geschil

in conventie
4.1.
[eiser] vordert dat de rechtbank – samengevat – bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
I.
Primair:
Gemeente Tiel veroordeelt tot nakoming van de overeenkomst lichamelijke opvoeding, de overeenkomst sport en bewegen en de overeenkomst maatschappelijke stage aangezien deze niet rechtsgeldig zijn opgezegd,
Gemeente Tiel veroordeelt tot betaling aan [eiser] van de navolgende bedragen per half jaar, voor 2024 en 2025 te indexeren conform de loonindexcijfers van de cao Sport, welke termijnbedragen moeten zijn betaald op 1 februari 2024, 1 juli 2024, 1 februari 2025 en 1 juli 2025 en vermeerderd met de wettelijke handelsrente:
- ter zake de overeenkomst lichamelijke opvoeding een bedrag van € 67.479,63 (€ 81.650,35 incl. btw),
- ter zake de overeenkomst sport en bewegen een bedrag van € 77.703,83 (€ 94.021,63 incl. btw),
- ter zake de overeenkomst maatschappelijke stage een bedrag van € 21.894,91 (€ 26.492,84 incl. btw).
Subsidiair:
voor recht verklaart dat Gemeente Tiel toerekenbaar is tekortgeschoten doordat zij de overeenkomst lichamelijke opvoeding, de overeenkomst sport en bewegen en de overeenkomst maatschappelijke stage niet tot de einddatum heeft uitgediend,
Gemeente Tiel veroordeelt tot betaling aan [eiser] binnen acht dagen na dit vonnis, de door haar ten gevolge van de toerekenbare tekortkoming te lijden schade ter hoogte van de navolgende bedragen per half jaar, voor 2024 en 2025 te indexeren conform de loonindexcijfers van de cao Sport, over de termijnbedragen als genoemd bij de primaire vordering en vermeerderd met de wettelijke rente:
- ter zake de overeenkomst lichamelijke opvoeding een bedrag van € 269.918,52,
- ter zake de overeenkomst sport en bewegen een bedrag van € 310.815,32,
- ter zake de overeenkomst maatschappelijke stage een bedrag van € 87.579,64.
althans de navolgende bedragen per half jaar, voor 2024 en 2025 te indexeren conform de loonindexcijfers van de cao Sport, welke termijnbedragen moeten zijn betaald op 1 februari 2024, 1 juli 2024, 1 februari 2025 en 1 juli 2025 en vermeerderd met de wettelijke handelsrente althans de wettelijke rente:
- ter zake de overeenkomst lichamelijke opvoeding een bedrag van € 67.479,63,
- ter zake de overeenkomst sport en bewegen een bedrag van € 77.703,83,
- ter zake de overeenkomst maatschappelijke stage een bedrag van € 21.894,91.
II. voor recht verklaart dat het [eiser] vrijstaat om rechtstreeks met samenwerkende partners, waarvoor zij ingevolge de overeenkomsten met Gemeente Tiel werkzaamheden verrichtte, overeenkomsten af te sluiten,
III. Gemeente Tiel verbiedt gebruik te maken van de website sportintiel en/of delen van de content daarvan te kopiëren, zulks op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 voor iedere keer dat Gemeente Tiel hiermee in strijd handelt,
IV. Gemeente Tiel veroordeelt in de buitengerechtelijke incassokosten van € 5.116,57,
V. Gemeente Tiel veroordeelt in de proceskosten.
4.2.
Aan haar vorderingen onder I legt [eiser] primair nakoming van drie tussen partijen gesloten overeenkomsten ten grondslag. Op grond daarvan is Gemeente Tiel haar gedurende de looptijd van die overeenkomsten een maandelijkse vergoeding verschuldigd, waarvan betaling per halfjaar in januari en juli plaatsvindt. De overeenkomsten zijn na verloop van de initiële looptijd conform artikel 2.2 van die overeenkomsten stilzwijgend met twee jaar verlengd tot en met 31 december 2025. Zij heeft daarvan immers geen opzegging ontvangen. Gemeente Tiel is dan ook over de verlenging de overeengekomen vergoedingen verschuldigd. De halfjaarlijkse vergoeding voor de overeenkomst lichamelijke opvoeding bedraagt € 67.479,63 (€ 81.652,35 incl. btw), voor de overeenkomst sport en bewegen € 77.703,83 (€ 94.021,63 incl. btw) en voor de overeenkomst maatschappelijke stage € 21.894,91 (€ 26.492,84 incl. btw). Voor elke overeenkomst dienen tot het einde van de verlenging nog vier termijnen te worden voldaan, te vermeerderen met de jaarlijkse indexatie die van toepassing is op de desbetreffende termijnen. Subsidiair legt zij aan haar vordering tot betaling ten grondslag dat Gemeente Tiel is tekortgeschoten in haar verbintenis om de overeenkomsten tot de einddatum uit te dienen. Aan haar onder II gevorderde verklaring voor recht legt zij ten grondslag dat redelijk overleg met Gemeente Tiel niet mogelijk is en de overeenkomsten geen bepaling bevatten op grond waarvan het haar vrijstaat om met samenwerkende partners overeenkomsten te sluiten. Tot slot legt zij aan het door haar onder III gevorderde verbod ten grondslag dat de website haar eigendom is, bij haar in beheer is en op haar kosten is ontwikkeld.
4.3.
Gemeente Tiel concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiser] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser] in de kosten van deze procedure. Zij betwist de vorderingen van [eiser] en voert als bevrijdend verweer dat zij alle overeenkomsten tijdig heeft opgezegd tegen 1 januari 2024, zodat van enige vergoeding na die tijd geen sprake is.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in reconventie
4.5.
Gemeente Tiel vordert dat de rechtbank – samengevat – bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis en met veroordeling van [eiser] in de proceskosten, voor recht verklaart dat alle overeenkomsten tussen Gemeente Tiel en [eiser] die zijn ingegaan op 1 januari 2019, rechtsgeldig zijn opgezegd tegen 1 januari 2024. Hieraan legt zij – gelijk haar verweer in conventie – ten grondslag dat zij de overige drie overeenkomsten tijdig heeft opgezegd.
4.6.
[eiser] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Gemeente Tiel, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Gemeente Tiel, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Gemeente Tiel in de kosten van deze procedure. Zij betwist dat Gemeente Tiel de overige drie overeenkomsten tijdig heeft opgezegd.
4.7.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
Kern van het geschil tussen partijen is de vraag of de overeenkomsten die zij hebben gesloten rechtsgeldig zijn opgezegd tegen 1 januari 2024. In dat kader zijn in conventie en in reconventie diverse vorderingen ingesteld. Deze hangen daardoor zozeer samen dat deze hierna gezamenlijk zullen worden beoordeeld.
5.2.
Op grond van artikel 2.3 van de overeenkomsten hebben partijen na afloop van de initiële looptijd het recht de overeenkomsten jaarlijks per 31 december van het desbetreffende jaar op te zeggen, met inachtneming van een opzegtermijn van ten minste twaalf maanden. Ingevolge artikel 2.1 eindigt de initiële looptijd op 31 december 2023 en ingevolge artikel 2.4 dient de overeenkomst uiterlijk op 1 januari 2023 te worden opgezegd. Op 1 januari 2023 had [eiser] enkel de brief van 21 december 2021 van Gemeente Tiel ontvangen, zo is tussen partijen niet in geschil. Evenmin is in geschil dat hiermee de overeenkomst brede school tijdig is opgezegd. Het debat spitst zich toe op de vraag of met deze brief ook de overige drie overeenkomsten tijdig zijn opgezegd. Gemeente Tiel stelt dat dat zo is. Ingevolge artikel 150 Rv draagt zij de bewijslast van de feiten of rechten uit die bepalingen. Tegen deze achtergrond zullen de stellingen van partijen worden beoordeeld.
Maatstaf
5.3.
De vraag hoe de opzeggingsbrief van 21 december 2021 moet worden uitgelegd, dient te worden beantwoord aan de hand van de wilsvertrouwensleer, zoals neergelegd in de artikelen 3:33 en 3:35 BW. Daarbij zijn alle omstandigheden van het geval van belang en komt geen beslissend gewicht toe aan de meest voor de hand liggende taalkundige betekenis van de in de brief gebruikte bewoordingen, ook niet als uitgangspunt (zie Hoge Raad 24 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:315). Ook omstandigheden die hebben plaatsgevonden nadat een rechtshandeling is verricht, kunnen medebepalend zijn voor de uitleg van die rechtshandeling (zie Hoge Raad 18 september 2015, ECLI:NL:HR:2015:2741, r.o. 3.5). Hoewel derhalve aan de taalkundige betekenis geen beslissend gewicht toekomt, is dat wel een omstandigheid die medebepalend is. De rechtbank volgt Gemeente Tiel dan ook niet in haar stelling dat louter haar bedoeling van de rechtshandeling doorslaggevend is.
Uitleg
5.4.
Uit de tekst van de brief van 21 december 2021 blijkt dat Gemeente Tiel enkel de overeenkomst brede school heeft opgezegd. Dit volgt uit de omstandigheid dat zij enkel deze overeenkomst in de eerste alinea met zoveel woorden noemt en uit de omstandigheid dat alleen bij deze overeenkomst een allonge is gesloten, die Gemeente Tiel eveneens opzegt. De brief gaat – net als de begeleidende e-mail – uit van een enkele overeenkomst en spreekt nergens over meerdere overeenkomsten die worden opgezegd. [eiser] heeft dit ook zo begrepen, zo volgt uit haar brief van 12 januari 2023. Ook Gemeente Tiel zelf meldt in haar brief van 31 januari 2023 dat zij ‘helaas [heeft] (…) moeten constateren dat de gemeente formeel slechts één van de vier overeenkomsten heeft opgezegd’. In haar conclusie van antwoord constateert zij dat in de brief enkel de overeenkomst brede school bij naam wordt genoemd. Tijdens de mondelinge behandeling heeft een ambtenaar namens Gemeente Tiel verklaard dat destijds niet is geconstateerd dat de brief onvolledig is geformuleerd en dat hij zich niet had gerealiseerd dat de samenwerking ook nog in andere overeenkomsten was neergelegd.
5.5.
[eiser] heeft van de bewoordingen uit de brief van 21 december 2021 mogen uitgaan. Van Gemeente Tiel, die als overheidsorgaan vaker overeenkomsten sluit, mag worden verwacht dat zij overzicht heeft over de door haar gesloten overeenkomsten en derhalve tijdig de overeenkomsten opzegt die zij niet meer wenst voort te zetten. Zij heeft bovendien erkend dat zij zowel bij het opstellen van de vier overeenkomsten als de brief van 21 december 2021 juridische bijstand heeft gehad. Gemeente Tiel heeft voorts niet betwist dat de samenwerking met [eiser] destijds bewust in vier overeenkomsten is geregeld om onder de aanbestedingsdrempel te blijven. Elk van deze overeenkomsten bevat een afzonderlijke opzegregeling. Dit betekent dat elk van de vier overeenkomsten moet worden opgezegd conform die regeling indien voortzetting niet is gewenst.
5.6.
De rechtbank volgt Gemeente Tiel niet in haar betoog dat de opzeggingsbrief zo moet worden uitgelegd dat daarmee alle overeenkomsten werden opgezegd. Zij heeft immers zelf erkend dat in de brief per abuis alleen de overeenkomst brede school is opgezegd en dat zij ten tijde van het opstellen van de brief bovendien niet had gedacht aan de overige drie overeenkomsten. Onder die omstandigheden valt niet in te zien hoe dan van [eiser] mag worden verwacht uit die brief wél te hebben begrepen dat alle vier de overeenkomsten werden opgezegd. Daarnaast betekent de omstandigheid dat in het onderwerp van de brief wordt verwezen naar ‘overeenkomst maatschappelijke dienstverlening’ niet dat daarmee voor [eiser] duidelijk was dat daarmee alle overeenkomsten werden opgezegd. Weliswaar bevatten alle tussen partijen gesloten overeenkomsten de term ‘maatschappelijke dienstverlening’, maar vervolgens wordt onderscheid gemaakt door vermelding van de specifieke opdracht. De eerste alinea van de brief maakt zoals hiervoor vermeld duidelijk dat hier alleen de overeenkomst brede school wordt opgezegd.
5.7.
De stelling dat de vier overeenkomsten dusdanig veel samenhang vertonen dat de vermelding in de brief dat geen budget meer beschikbaar was betrekking had op alle overeenkomsten en dat [eiser] dus had moeten begrijpen dat de bedoeling van Gemeente Tiel was om alle overeenkomsten op te zeggen volgt de rechtbank evenmin. Zij overweegt hiertoe als volgt over de samenhang en het budget.
Samenhang
5.8.
De enkele omstandigheid dat de overeenkomsten met elkaar samenhangen – hetgeen [eiser] erkent – betekent nog niet dat met de opzegging van de ene overeenkomst automatisch ook de andere drie zijn opgezegd. Niet gebleken is dat de vier overeenkomsten alleen met elkaar kunnen bestaan. Gelijkluidende bepalingen en een gelijkluidende bijlage C, met daarin aanpassingen op financiële afspraken voor alle vier de overeenkomsten, zijn hiervoor onvoldoende, terwijl ook die bijlage C onderscheid maakt tussen de vier overeenkomsten. [eiser] heeft toegelicht dat de werkzaamheden voor de vier overeenkomsten van elkaar verschillen. Zo heeft zij aan de hand van de e-mail van 5 november 2018 laten zien dat ten tijde van de totstandkoming is onderzocht of drie of vier overeenkomsten zouden worden gesloten, waarbij de vierde zich alleen zou richten op het bewegingsonderwijs in het basisonderwijs. Gemeente Tiel heeft dit niet weersproken.
5.9.
Daarnaast heeft [eiser] toegelicht dat zij voor iedere overeenkomst afzonderlijk factureerde, zoals ook was aangekondigd in de e-mails van 28 mei en 13 augustus 2018. In laatstgenoemde e-mail van Gemeente Tiel staat met zoveel woorden dat per overeenkomst financiële afspraken worden gemaakt. Gemeente Tiel heeft weliswaar gesteld dat na beëindiging van een overeenkomst de hoogte van de management fee voor de overige overeenkomsten opnieuw zou moeten worden besproken, maar zij heeft deze stelling gelet op het voorgaande onvoldoende onderbouwd.
5.10.
De omstandigheid dat [eiser] sommige medewerkers op meerdere opdrachten inzette en één manager had aangesteld voor alle opdrachten, maakt op zichzelf niet dat de overeenkomsten alleen met elkaar kunnen bestaan. Zij heeft toegelicht dat sommige medewerkers over meerdere kwalificaties beschikten die bredere inzet mogelijk maakten en dat één manager de afzonderlijke opdrachten beter kon coördineren. Daarentegen blijkt wel dat ook Gemeente Tiel onderscheid maakte tussen de overeenkomsten, nu zij niet heeft weersproken dat verschillende beleidsmedewerkers verantwoordelijk waren voor verschillende overeenkomsten.
5.11.
Tot slot bevatten alle overeenkomsten een opzegbepaling. Indien Gemeente Tiel had gewenst dat opzegging van de ene overeenkomst zou leiden tot opzegging van alle andere overeenkomsten, had zij dat moeten regelen. Dit heeft zij echter nagelaten.
Budget
5.12.
In de tweede plaats heeft Gemeente Tiel onvoldoende onderbouwd dat geen budget meer beschikbaar was voor alle overeenkomsten en evenmin dat voor [eiser] duidelijk was dat om die reden ook de andere drie overeenkomsten werden opgezegd. Daarentegen heeft [eiser] deze stelling van Gemeente Tiel wel gemotiveerd betwist. Uit de e-mail van Gemeente Tiel van 16 mei 2019 volgt dat al in 2019 werd gesproken over bezuinigingen. Uit de ‘concept besluitenlijst raadsvergadering’ van 15 december 2021 volgt dat budget beschikbaar lijkt te komen voor het sport- en beweegbeleid. Uit een actiepunten- en afsprakenlijst van een stuurgroep uit juni 2022 volgt bovendien dat het project brede school wordt voortgezet, terwijl daarvoor eerder geen budget meer was. Hieruit volgt in elk geval dat Gemeente Tiel niet eenduidig heeft bericht dat voor alle overeenkomsten geen budget meer was. Niet is gebleken waarop de aangekondigde bezuinigingen specifiek betrekking hadden, wat daarvan de hoogte was en dat deze daadwerkelijk zijn doorgevoerd. Daarentegen heeft Gemeente Tiel zowel voor als na de opzeggingsbrief nog met [eiser] gesproken over nieuw sportbeleid, zo blijkt uit e-mails van onder meer 7 oktober en 24 november 2021 en 7 februari 2022. Uit die e-mails volgt niet dat de inzet van [eiser] zou eindigen, zoals Gemeente Tiel wel stelt. In elk geval heeft [eiser] uit deze en voormelde berichtgeving niet hoeven afleiden dat beëindiging van de overeenkomst brede school vanwege het ontbreken van budget betekende dat ook de andere drie overeenkomsten zouden eindigen.
Begeleidende e-mail bij opzeggingsbrief
5.13.
Ook uit de begeleidende e-mail bij de opzeggingsbrief had [eiser] niet hoeven afleiden dat het de bedoeling van Gemeente Tiel was om alle overeenkomsten op te zeggen. Daarin wordt immers vermeld dat de opzeggingsbrief ziet op ‘de huidige overeenkomst’ en dat voor ‘de werkzaamheden’ geen budget meer is. In de e-mail worden deze termen niet gespecificeerd. In samenhang met de tekst van de opzeggingsbrief zelf, die expliciet verwijst naar de overeenkomst brede school, heeft [eiser] mogen afleiden dat het om die overeenkomst gaat. Door het ontbreken van een specificering in de e-mail ligt het juist niet voor de hand dat bedoeld werd alle overeenkomsten op te zeggen, zoals Gemeente Tiel wel stelt. Dit wordt niet anders doordat de onderwerpregel van de e-mail de term ‘samenwerking’ bevat en de bestandsnaam van de opzeggingsbrief de term ‘overeenkomsten’. Niet alleen trekken de onderwerpregel en bestandsnaam minder de aandacht, ook heeft [eiser] deze termen redelijkerwijs mogen opvatten als verwijzingen naar de overeenkomst brede school, die in de brief met zoveel woorden wordt genoemd. Juist omdat de samenwerking was geregeld in meerdere overeenkomsten, had Gemeente Tiel duidelijkheid moeten scheppen door deze overeenkomsten specifiek te benoemen. Een verwijzing naar overeenkomst, samenwerking of werkzaamheden in algemene zin is in dat licht onvoldoende.
De aankondiging van de opzegging
5.14.
Niet gebleken is dat Gemeente Tiel heeft aangekondigd de gehele samenwerking te zullen beëindigen, zoals zij wel stelt. Zij verwijst daartoe naar haar opzeggingsbrief van 21 december 2021 waarin dit staat vermeld. Uit de e-mails waarop zij een beroep doet, volgt echter niet dat zij dit heeft gedaan. Uit de e-mails van 7 en 8 oktober 2021 en 24 november 2021 blijkt wel dat een overleg wordt gepland tussen partijen om het sportbeleid te bespreken, maar hieruit kan niet worden afgeleid dat tijdens dat gesprek de opzegging is aangekondigd en evenmin dat is aangekondigd dat Gemeente Tiel zou aanbesteden en de overeenkomsten zouden eindigen. De enkele verwijzing in de agenda van het voortgangsoverleg naar nieuwe buurtsportcoaches en het in de markt zetten van buurtsportcoaches is hiervoor in elk geval onvoldoende. Voor zover Gemeente Tiel stelt dat de inzet van [eiser] met de komst van deze zogenoemde buurtsportcoaches zou eindigen heeft zij deze stelling, mede gelet op hetgeen hierna onder r.o. 5.16 wordt overwogen, onvoldoende onderbouwd. Over het eindigen van de inzet van [eiser] staat in deze e-mails niets. Het had op de weg van Gemeente Tiel gelegen dit standpunt nader te onderbouwen, bijvoorbeeld aan de hand van een gespreksverslag. De interne e-mails die door Gemeente Tiel zijn overgelegd als productie 19, waaruit volgt dat de opzeggingsbrief zou worden besproken met [eiser] , kunnen niet dienen als nadere onderbouwing. Gesteld noch gebleken is immers dat [eiser] op de hoogte was van deze e-mails, terwijl uit de e-mails niet blijkt dat de brief ook daadwerkelijk met haar is besproken.
5.15.
Gemeente Tiel beroept zich op een door haar als productie 22 overgelegde brochure waarin haar nieuwe sportbeleid is opgenomen en dat volgens haar is vastgesteld op 15 december 2021. In de brochure staat dat de zogenoemde combinatiefunctionarissen, die volgens Gemeente Tiel vallen onder de overeenkomsten met [eiser] , zouden worden vervangen door buurtsportcoaches. Ook staat in de brochure dat het contract met [eiser] in 2024 afloopt. Deze brochure is op 7 februari 2022 met [eiser] besproken en vermeldt onder andere dat de samenwerking met [eiser] zou eindigen. [eiser] was daarom op de hoogte van de beëindiging, aldus Gemeente Tiel. De rechtbank volgt deze redenering niet.
5.16.
In de eerste plaats heeft het gesprek plaatsgevonden na de opzeggingsbrief. Van een aankondiging kan daarom geen sprake zijn. Bovendien volgt uit de e-mail van 8 februari 2022, waarin Gemeente Tiel weergeeft wat volgens haar tijdens die bespreking aan de orde is gekomen, juist dat [eiser] uitvoerder wordt van de daarin vermelde activiteiten waarbij buurtsportcoaches worden ingezet en dat zij ook overigens betrokken wordt bij deze activiteiten. [eiser] heeft daarnaast onweersproken aangevoerd en met stukken onderbouwd dat buurtsportcoaches en combinatiefunctionarissen niet wezenlijk van elkaar verschillen en zij ook in het kader van de buurtsportcoaches betrokken is gebleven. Het voorgaande wordt niet anders door de door Gemeente Tiel als productie 23 overgelegde informatienota van 16 augustus 2022, waarin staat dat ‘het huidige contract met [eiser] 31 december 2023 af[loopt]’. Gesteld noch gebleken is dat deze informatienota ook voor [eiser] kenbaar was, terwijl deze bovendien ook dateert van na de opzeggingsbrief.
Omstandigheden van na de opzeggingsbrief
5.17.
Anders dan Gemeente Tiel stelt, is uit de door haar aangevoerde omstandigheden – waarop hierna afzonderlijk zal worden ingegaan – niet gebleken dat na 21 december 2021 tussen partijen steeds is gesproken over beëindiging van de gehele samenwerking. Ook uit het zwijgen van [eiser] na ontvangst van de opzeggingsbrief kan niet worden afgeleid dat zij bewust heeft gewacht met het versturen van haar brief van 12 januari 2023 tot de opzeggingstermijn was verstreken en zij wel wist wat de bedoeling van Gemeente Tiel was. [eiser] heeft tijdens de mondelinge behandeling toegelicht dat zij positief was over het voortzetten van de overige overeenkomsten nu nieuw budget beschikbaar zou komen voor het sport- en beweegbeleid en zij met Gemeente Tiel had gesproken over de invulling van nieuw sportbeleid. De opzegging van de overeenkomst brede school plaatste zij in de lijn van de eerder aangekondigde bezuinigingen. Vanwege discussies uit het verleden had zij op enig moment wel behoefte aan duidelijkheid over het vervolg van de samenwerking, reden waarom zij haar brief van 12 januari 2023 heeft gestuurd. Deze toelichting acht de rechtbank begrijpelijk. Uit het enkele stilzitten van [eiser] kan daarom, zonder nadere toelichting van Gemeente Tiel, op zichzelf niet worden afgeleid dat [eiser] uit de opzeggingsbrief heeft begrepen dat de gehele samenwerking zou eindigen.
5.18.
Daarbij is van belang dat opzegging conform de contractuele opzegbepaling een actieve handeling vereist van Gemeente Tiel. Het lag, onder andere vanwege de eerder aangekondigde bezuinigingen en hervonden financiering, ook op haar weg hierover duidelijkheid te scheppen. Haar fout om niet tijdig op te zeggen kan zij niet achteraf repareren door erop te wijzen dat [eiser] zelf ook niet heeft gehandeld of – zoals hierna zal worden overwogen – door opmerkingen die [eiser] heeft gemaakt tijdens overleggen of in e-mailcorrespondentie. Deze opmerkingen zijn bovendien onvoldoende concreet om vast te kunnen stellen dat [eiser] wist dat de overeenkomsten waren beëindigd. [eiser] mocht dan ook vertrouwen op voortzetting.
Correspondentie i.h.k.v. de overeenkomst lichamelijke opvoeding
5.19.
Ter onderbouwing van haar stelling dat voor [eiser] duidelijk was dat de gehele samenwerking per 1 januari 2024 zou eindigen, wijst Gemeente Tiel op twee e-mails van [eiser] van 24 maart 2022, diverse e-mails van schoolbestuurders van 1 april 2022 en een e-mail van CPOB van 24 februari 2023 over de gevolgen van het nieuwe sportbeleid voor het bewegingsonderwijs van scholen. De scholen dienden zelf weer gymlessen te verzorgen na beëindiging van de overeenkomsten tussen Gemeente Tiel en [eiser] . De gymlessen vallen onder de overeenkomst lichamelijke opvoeding. Nu [eiser] zelf heeft laten weten geen gymlessen meer te zullen verzorgen, was zij op de hoogte van de beëindiging van de overeenkomst lichamelijke opvoeding. Dat betekent dat niet alleen de overeenkomst brede school maar alle overeenkomsten zijn opgezegd, aldus Gemeente Tiel. De rechtbank volgt deze redenering niet.
5.20.
Niet is gebleken dat de scholen vanaf 2024 zelf het bewegingsonderwijs dienden te verzorgen en dat voor [eiser] duidelijk was dat haar inzet zou eindigen. [eiser] heeft toegelicht dat de aanleiding voor het overleg met CPOB was gelegen in het voornemen van Gemeente Tiel om te bezuinigen en daarom ofwel te stoppen met het bewegingsonderwijs ofwel daarvoor een bijdrage te vragen van de scholen. Daarover heeft zij de schoolbesturen geïnformeerd. Volgens haar heeft Gemeente Tiel echter nagelaten duidelijkheid te scheppen over de vraag of en zo ja, hoe zou worden bezuinigd, waardoor eveneens onduidelijk was of haar inzet zou eindigen. Deze lezing wordt ondersteund door e-mails van diverse schoolbestuurders, zoals die van [betrokkene 6] van 8 juni 2023 (‘als de gemeente niet met een oplossing komt vanaf januari volgend jaar’), [betrokkene 2] van 17 mei 2022 (‘dat er nog gesprekken intern worden gevoerd’) en [betrokkene 1] van 1 april 2022 (‘Als het inderdaad om de toekomstige gevolgen van het bewegingsonderwijs voor jullie scholen gaat, ben ik hier graag bij betrokken’) en ook uit voormelde e-mail van CPOB van 24 februari 2023 (‘Als de geluiden hierover niet éénduidig zijn, zou ik je willen adviseren om hier nog eens (opnieuw?) een brief over op te stellen’). Hieruit blijkt dat Gemeente Tiel tot ver na de opzeggingsbrief van 21 december 2021 onduidelijkheid heeft laten bestaan over de inzet van [eiser] in het bewegingsonderwijs van deze scholen en daarmee het voortzetten van de overeenkomst lichamelijke opvoeding. In elk geval blijkt uit deze correspondentie niet dat [eiser] de opzegginsbrief zo heeft begrepen dat ook de overeenkomst lichamelijke opvoeding én de andere twee overeenkomsten – die zien op sport en bewegen en maatschappelijke stage – zouden eindigen.
5.21.
Tussen partijen is in dit kader bovendien niet in geschil dat op enig moment weer budget beschikbaar kwam. Het valt [eiser] echter niet te verwijten dat zij hierover de diverse schoolbesturen niet meer heeft geïnformeerd. Het is immers aan Gemeente Tiel om te beslissen over de wijze waarop zij dit budget besteedt en om daarover tijdig met [eiser] en de schoolbesturen te communiceren. Zoals hiervoor overwogen is Gemeente Tiel echter niet eenduidig geweest in haar communicatie hierover. Onder die omstandigheden kan uit het uitblijven van een mededeling van Gemeente Tiel daarover aan de schoolbesturen niet worden afgeleid dat voor [eiser] duidelijk was dat de samenwerking was beëindigd. Gemeente Tiel heeft haar stelling dat dit wel zo is gelet op de toelichting van [eiser] dan ook onvoldoende gemotiveerd.
5.22.
Bij het voorgaande is van belang dat voormelde e-mails, met uitzondering van die van CPOB, dateren van voor 1 januari 2023, de uiterste datum waarop Gemeente Tiel de overeenkomsten nog tijdig kon opzeggen. Indien Gemeente Tiel inderdaad had willen bezuinigen op het bewegingsonderwijs dan wel het vrijgekomen budget op andere wijze had willen besteden, had zij nog steeds kunnen beslissen de samenwerking met [eiser] ook op de andere onderdelen te beëindigen. Gelet hierop heeft Gemeente Tiel onvoldoende onderbouwd dat de uitlatingen van [eiser] het gevolg zijn van haar wetenschap dat de gehele samenwerking al met de brief van 21 december 2021 was opgezegd; evengoed kan [eiser] hiermee haar zorgen hebben geuit over het voortzetten van Gemeente Tiel van de overeenkomsten na de initiële looptijd.
De bestuurlijke overleggen van 10 mei en 31 augustus 2022
5.23.
In elk geval op twee momenten hebben tussen partijen gesprekken plaatsgevonden over in elk geval de overeenkomst sport en bewegen, in welk kader is gesproken over onder andere sportbeleid en sportstimulering. Partijen verschillen van mening over de vraag of in het kader van de aanbesteding is gesproken over alle overeenkomsten. Van deze overleggen zijn verslagen opgesteld.
5.24.
De opmerkingen van [eiser] op het verslag van het overleg van 10 mei 2022 (zoals gemaild op 11 mei 2022) onderbouwen onvoldoende dat ook [eiser] uitging van beëindiging van alle overeenkomsten per 1 januari 2024. Van belang is dat Gemeente Tiel in de notulen zelf geen melding maakt van beëindiging van de overeenkomst(en), maar de hoop uitspreekt dat [eiser] wil meedenken over en betrokken blijft bij de nieuwe koers van het sportbeleid. Uit de weergave van Gemeente Tiel volgt wel dat [eiser] kennelijk heeft laten weten dit te willen als het contract wordt verlengd. Uit deze weergave, en de toevoegingen van [eiser] dat ze zelf meldt verplichtingen te hebben tot en met 31 december 2023 en dat de wethouder moet beslissen over continuering, kan echter hooguit worden afgeleid dat onzeker was of de overeenkomst sport en bewegen c.q. alle overeenkomsten na de initiële looptijd zouden worden verlengd. Dit laat de mogelijkheid open voor de gedachte van [eiser] dat zij juist meende dat Gemeente Tiel met haar door wilde omdat zij werd uitgenodigd mee te denken over het nieuwe sportbeleid. Hieraan doet niet af dat voor [eiser] duidelijk was dat Gemeente Tiel in december 2021 terugkwam op de aangekondigde bezuinigingen en voor haar dus geen twijfel zou moeten hebben bestaan over de financiering van de overeenkomsten, zo begrijpt de rechtbank althans de stelling van Gemeente Tiel. Zolang Gemeente Tiel de overeenkomsten niet heeft verlengd of opgezegd, kan immers onduidelijkheid blijven bestaan over de voortzetting, terwijl hiervoor is gebleken dat Gemeente Tiel in het verleden wisselend heeft bericht over de bezuinigingen.
5.25.
Ook uit de aankondiging van Gemeente Tiel in het bestuurlijk overleg van 31 augustus 2022 (waarvan het verslag is gemaild op 7 september 2022) om een aanbestedingsprocedure te starten voor een nieuwe overeenkomst per 1 januari 2024 en de reactie van [eiser] daaraan niet mee te zullen doen, blijkt niet dat [eiser] heeft begrepen dat de eerdere opzegging van 21 december 2021 zag op alle vier de overeenkomsten. Niet is gebleken dat Gemeente Tiel op dat moment, maar in elk geval niet op 21 december 2021, al definitief over deze aanbesteding had beslist en dat daarmee alle vier de overeenkomsten zouden eindigen. Zoals [eiser] ook heeft betoogd, heeft zij tijdens het overleg gewezen op de mogelijkheid de overeenkomst(en) met twee jaar te verlengen, terwijl haar verwachting was dat na enkel een vrijwillige publicatie niet daadwerkelijk een aanbestedingsprocedure hoefde te worden doorlopen. De agenda van 14 december 2022 waarop Gemeente Tiel wijst ter onderbouwing van haar beslissing om over te gaan tot aanbesteden, ziet volgens haar eigen toelichting op een interne vergadering waarop ‘inkoopstrategie aanbesteding sportstimulering’ als agendapunt staat vermeld. Deze was daarom niet kenbaar voor [eiser] , terwijl hieruit evenmin blijkt dat de beslissing over aanbesteding op dat moment al was genomen en ook niet dat deze betrekking heeft op alle vier de opdrachten van [eiser] . Eerst op 21 maart 2023 had [eiser] op de hoogte kunnen raken van de aankondiging van Gemeente Tiel over de aanbesteding ‘buurtsportcoaches’, zo blijkt uit de door [eiser] als productie 10 overgelegde inschrijvingsleidraad van die datum. Gemeente Tiel heeft geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat voor [eiser] al eerder kenbaar had kunnen zijn dat zij had besloten de opdrachten van [eiser] na de initiële looptijd aan te besteden. [eiser] heeft daarom in de veronderstelling mogen verkeren dat de overeenkomsten zonder aanbesteding konden worden verlengd en de aanbesteding nog slechts een advies was van een ambtenaar. Haar opmerkingen dat zij niet aan de aanbesteding mee zou doen en dat zij dan ‘tzt wel afspraken maken over de overdracht’ zijn gemaakt in het licht van het besproken scenario dat Gemeente Tiel zou overgaan tot aanbesteding. Noch van de beslissing tot aanbesteding, noch van de opzegging is echter tijdig gebleken.
5.26.
Ook hier is van belang dat de overleggen plaatsvonden voor 1 januari 2023, de uiterste datum waarop Gemeente Tiel de overeenkomsten kon opzeggen. Enige onzekerheid over continuering van de overeenkomsten kon Gemeente Tiel nog altijd wegnemen door de overeenkomsten tegen die datum op te zeggen dan wel door deze (stilzwijgend) te verlengen. Vanwege die mogelijkheid kan uit enige onzekerheid die na de opzeggingsbrief is ontstaan of gebleven over de samenwerking niet zonder meer worden afgeleid dat [eiser] de brief van 21 december 2021 heeft opgevat als opzegging van alle overeenkomsten.
Stukken i.h.k.v. de overeenkomst sport en bewegen
5.27.
In het kader van de overeenkomst sport en bewegen trad [eiser] op als ondersteuner bij sportverenigingen en heeft zij een voetbalconvenant opgesteld. In dat convenant, dat zij op 20 december 2022 heeft gestuurd aan de betrokken voetbalverenigingen, heeft zij melding gemaakt van een ‘nieuwe uitvoerder verenigingsondersteuning vanaf 2024’. Soortgelijke bewoordingen heeft zij gebruikt in haar e-mail van 21 maart 2023 aan Gemeente Tiel. Volgens Gemeente Tiel blijkt hieruit dat [eiser] in ieder geval vanaf 20 december 2022 uitging van opzegging van de overeenkomst sport en bewegen en dus niet enkel opzegging van de overeenkomst dienstverlening brede school. Ook indien dit juist is, hetgeen [eiser] betwist, komt hiermee niet vast te staan dat de gehele samenwerking tijdig is opgezegd.
5.28.
In de eerste plaats hebben de uitlatingen van [eiser] enkel betrekking op de overeenkomst sport en bewegen, hetgeen Gemeente Tiel niet heeft weersproken. In de tweede plaats volgt hieruit niet dat [eiser] ook uit de opzeggingsbrief van 21 december 2021, die zij een jaar daarvoor had ontvangen, had begrepen dat de overeenkomst sport en bewegen was opgezegd. In de derde plaats heeft Gemeente Tiel in het licht van de gemotiveerde betwisting van [eiser] onvoldoende onderbouwd dat [eiser] vanaf 20 december 2022 uitging van opzegging van de overeenkomst sport en bewegen. Hiervoor is het volgende van belang.
5.29.
Niet in geschil is dat het voetbalconvenant een looptijd had van vier jaar en daarmee de initiële looptijd van de overeenkomst sport en bewegen met een jaar zou overschrijden. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiser] toegelicht dat onzekerheid bestond over het voortzetten van de overeenkomsten vanwege eerder aangekondigde bezuinigingen en het naderende einde van de opzegtermijn van de overeenkomsten. Voor haar was niet duidelijk wat de gevolgen zouden zijn als zij zich zou binden aan het convenant, terwijl zij mogelijk geen uitvoerder meer zou zijn onder de overeenkomst sport en bewegen. Ze zegt om die reden de naam van de uitvoerder vanaf 2024 open te hebben gelaten. Gemeente Tiel heeft niet weersproken dat de onduidelijkheid over voortzetting van de overeenkomst sport en bewegen bij in elk geval de voetbalverenigingen tot eind 2023 heeft voortgeduurd, zoals [eiser] heeft onderbouwd met het door haar overgelegde verslag van een overleg met die verenigingen op 13 november 2023. Hieruit leidt de rechtbank af dat het voetbalconvenant en de berichtgeving daarover van [eiser] aan de voetbalverenigingen niet dusdanig was dat deze verenigingen daaruit hebben afgeleid dat [eiser] haar diensten aan hen zou staken. Dit geldt derhalve ook voor de e-mail van 21 maart 2023 waarin [eiser] nogmaals refereert aan een nieuwe uitvoerder. Daarbij komt dat deze e-mail dateert van na de brief van Gemeente Tiel van 31 januari 2023, waarin Gemeente Tiel (alsnog) opzegt. Op dat moment was tussen partijen al een geschil gerezen over de voortzetting van de overeenkomsten en was voor [eiser] duidelijk dat Gemeente Tiel niet met haar door wilde. Uit voormelde e-mail van 21 maart 2023 kan daarom ook op zichzelf niet worden afgeleid dat [eiser] vanaf 20 december 2022 uitging van opzegging, wat daarvan verder ook zij.
Correspondentie i.h.k.v. de overeenkomst maatschappelijke stage
5.30.
Anders dan [eiser] stelt, volgt uit de e-mail van het Lingecollege van 31 augustus 2023 niet dat [eiser] op de hoogte was van de bedoeling van Gemeente Tiel om alle overeenkomsten te beëindigen. Niet alleen is dit een interne e-mail van het Lingecollege aan Gemeente Tiel, ook dateert deze van ruim na de uiterste opzegdatum en de brief van 31 januari 2023, waarna het geschil tussen partijen is gerezen. Daarnaast heeft deze e-mail ook volgens de eigen toelichting van Gemeente Tiel enkel betrekking op de overeenkomst maatschappelijke stage. Niet duidelijk wordt of en wanneer het Lingecollege van [eiser] heeft gehoord dat haar dienstverlening aan haar zou stoppen.
Tussenconclusie
5.31.
Uit de door Gemeente Tiel aangehaalde omstandigheden blijkt, zowel op zichzelf als in onderlinge samenhang beschouwd, niet dat zij de gehele samenwerking met [eiser] tijdig voor het verstrijken van de initiële looptijd heeft opgezegd. Wel waren er aanwijzingen dat onzeker was of de samenwerking zou voortduren; [eiser] was op de hoogte van mogelijke bezuinigingen en van een voornemen van Gemeente Tiel om (een deel van) de opdrachten van [eiser] na 2024 aan te besteden. Deze aanwijzingen zijn echter onvoldoende concreet voor de conclusie dat [eiser] de opzeggingsbrief van 21 december 2021 zo heeft mogen opvatten dat daarmee de gehele samenwerking werd opgezegd. Daarbij is van belang dat Gemeente Tiel ten tijde van een aantal gebeurtenissen nog in de gelegenheid was om op te zeggen en de overeenkomsten alle een specifieke opzegregeling kennen die op dat moment niet was gevolgd. Niet gebleken is dat de uitlatingen die [eiser] heeft gedaan, waren ingegeven door haar wetenschap van de beëindiging of door onzekerheid over de bezuinigingen c.q. het naderende einde van de opzegtermijn. Gemeente Tiel heeft onvoldoende onderbouwd dat [eiser] eerder dan op 31 januari 2023 op de hoogte is geraakt van haar wens om alle vier de overeenkomsten op te zeggen.
5.32.
Het gevolg is dat Gemeente Tiel drie van de vier overeenkomsten niet tijdig heeft opgezegd tegen 1 januari 2024. De latere opzegging bij brief van 31 januari 2023 heeft dit gebrek niet gerepareerd, nu daarin niet de overeengekomen opzegtermijn van twaalf maanden is gehanteerd. Aan deze conclusie doet niet af dat Gemeente Tiel de opdracht(en) inmiddels aan een derde partij heeft gegund. Voor zover zij hiermee een beroep doet op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid, heeft zij deze stelling onvoldoende onderbouwd. Niet valt in te zien waarom de nadelige (financiële) gevolgen hiervan voor rekening en risico van [eiser] zouden moeten komen.
De opzeggingsbrief van 31 januari 2023
5.33.
Uit de brief van 31 januari 2023 blijkt echter wel dat Gemeente Tiel de drie overige overeenkomsten zo spoedig mogelijk wilde beëindigen. [eiser] heeft onder 5 van haar conclusie van antwoord in reconventie ook erkend dat zij deze brief zo heeft opgevat dat Gemeente Tiel de drie overige overeenkomsten daarmee alsnog opzegt. Artikel 2.3 biedt de mogelijkheid de overeenkomst na afloop van de initiële looptijd jaarlijks per 31 december op te zeggen met inachtneming van een opzegtermijn van twaalf maanden. De eerstvolgende opzegmogelijkheid was daarmee 31 december 2023, waarmee de overeenkomsten zouden eindigen per 1 januari 2025. De opzegging in de brief van 31 januari 2023 heeft binnen deze termijn plaatsgevonden. De rechtbank begrijpt de brief van 31 januari 2023 daarom aldus dat Gemeente Tiel de drie overeenkomsten in elk geval tegen die datum heeft opgezegd. Dat betekent dat de drie overeenkomsten eindigen op 1 januari 2025. Voor zover [eiser] zich op het standpunt heeft gesteld dat de overeenkomsten steeds met twee jaar worden verlengd en niet na een jaar kunnen worden opgezegd, volgt de rechtbank dit standpunt niet. Artikel 2.3 voorziet immers in een jaarlijkse opzegging. Geen van beide partijen heeft zich uitgelaten over de vraag hoe deze mogelijkheid zich verhoudt tot de verlenging van twee jaar, terwijl de opzegbepaling daar zelf ook over zwijgt. Zonder nadere toelichting, die aldus ontbreekt, houdt de rechtbank het ervoor dat ook een overeenkomst die is verlengd, kan worden opgezegd met een termijn van een jaar.
5.34.
De hoogte van de halfjaarlijkse termijnen met indexering zoals gevorderd heeft Gemeente Tiel niet betwist. Eerst tijdens de mondelinge behandeling heeft zij gemeld bezwaar te maken tegen de schadebedragen, die volgens haar niet zijn onderbouwd en geen rekening houden met kostenbesparingen. De rechtbank kan deze redenering niet volgen, nu geen sprake is van schade maar [eiser] nakoming vordert van de betalingsverplichting van Gemeente Tiel van de volgens artikel 5 ‘overeengekomen maandelijkse vergoeding’. Gemeente Tiel heeft niet betwist dat de gevorderde bedragen zijn overeengekomen. Zij heeft evenmin onderbouwd dat en op welke wijze op die vergoeding kostenbesparingen in mindering moeten worden gebracht.
5.35.
De conclusie is dat Gemeente Tiel aan [eiser] voor de drie overeenkomsten een vergoeding is verschuldigd over 2024.
Nevenvorderingen
5.36.
De door [eiser] onder II gevorderde verklaring voor recht zal worden afgewezen. Niet gebleken is dat het haar niet is toegestaan om rechtstreeks met samenwerkende partners overeenkomsten af te sluiten en dat Gemeente Tiel haar hierin zou beperken. Partijen zijn het er bovendien over eens dat de overeenkomsten [eiser] toestaan om deze overeenkomsten aan te gaan. Onder deze omstandigheden heeft [eiser] onvoldoende belang bij toewijzing van deze vordering.
5.37.
Ook het door [eiser] onder III gevorderde verbod zal worden afgewezen. Zij heeft niet onderbouwd dat Gemeente Tiel gebruik wenst te maken van de website sportintiel.nl, terwijl Gemeente Tiel dit heeft betwist en bovendien heeft onderbouwd dat zij gebruik gaat maken van een andere website (tielbeweegt.nl). Tijdens de mondelinge behandeling heeft zij daarnaast verklaard [eiser] ook op dit punt niet te zullen beperken. Onder deze omstandigheden heeft [eiser] ook bij toewijzing van deze vordering onvoldoende belang.
Rente en kosten
5.38.
De wettelijke handelsrente zal op na te melden wijze worden toegewezen over 2024, nu voldaan is aan het bepaalde in artikel 6:119a BW en Gemeente Tiel hiertegen geen verweer heeft gevoerd.
5.39.
[eiser] vordert een bedrag van € 5.116,57 exclusief btw, die zij zegt te kunnen verrekenen, aan buitengerechtelijke incassokosten. De rechtbank stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is. Niet betwist is dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Gemeente Tiel is slechts in verzuim met de betaling van de toe te wijzen hoofdsom, zodat zij over het andere deel geen vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is verschuldigd. Het gevorderde bedrag is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief. De rechtbank zal het bedrag dan ook toewijzen tot het wettelijke tarief van € 3.543,65.
5.40.
Gemeente Tiel is in conventie grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. Nu het gevorderde bedrag slechts voor de helft wordt toegewezen, dat wil zeggen alleen ten aanzien van de maandelijkse termijnen over 2024, wordt de hoogte van het salaris van de advocaat van [eiser] berekend op basis van de toe te wijzen hoofdsom. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
106,73
- griffierecht
5.737,00
- salaris advocaat
6.785,00
(2,5 punt × € 2.714,00)
- nakosten
139,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
12.767,73
5.41.
Gemeente Tiel is in reconventie eveneens grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De reconventie is voortgevloeid uit het verweer en wordt daarom op de helft van de punten gewaardeerd. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
- salaris advocaat
614,00
(2 punten × factor 0,5 × tarief II € 614,00)
- nakosten
139,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
753,00

6.De beslissing

De rechtbank
in conventie
6.1.
veroordeelt Gemeente Tiel tot nakoming van de overeenkomst lichamelijke opvoeding, de overeenkomst sport en bewegen en de overeenkomst maatschappelijke stage tot de opzeggingsdatum van 1 januari 2025,
6.2.
veroordeelt Gemeente Tiel aan [eiser] tijdig, met inachtneming van de contractuele betalingstermijn, te betalen per half jaar en op de data als hierna vermeld:
- ter zake de overeenkomst lichamelijke opvoeding een bedrag van € 67.479,63 te vermeerderen met 21% btw, ofwel € 81.650,35 per half jaar, voor 2024 te indexeren met een percentage gelijk aan de loonindexcijfers van de cao Sport, welk termijnbedrag moet zijn betaald op 1 februari 2024 en op 1 juli 2024 en te vermeerderen met de wettelijke handelsrente indien geen tijdige betaling plaats zal vinden en betalingsverzuim intreedt,
- ter zake de overeenkomst sport en bewegen een bedrag van € 77.703,83 te vermeerderen met 21% btw, ofwel € 94.021,63 per half jaar, voor 2024 te indexeren met een percentage gelijk aan de loonindexcijfers van de cao Sport, welk termijnbedrag moet zijn betaald op 1 februari 2024 en op 1 juli 2024 en te vermeerderen met de wettelijke handelsrente indien geen tijdige betaling plaats zal vinden en betalingsverzuim intreedt,
- ter zake de overeenkomst maatschappelijke stage een bedrag van € 21.894,91 te vermeerderen met 21% btw, ofwel € 26.492,84 per half jaar, voor 2024 te indexeren met een percentage gelijk aan de loonindexcijfers van de cao Sport, welk termijnbedrag moet zijn betaald op 1 februari 2024 en op 1 juli 2024 en te vermeerderen met de wettelijke handelsrente indien geen tijdige betaling plaats zal vinden en betalingsverzuim intreedt,
6.3.
veroordeelt Gemeente Tiel in de buitengerechtelijke incassokosten van € 3.543,65,
6.4.
veroordeelt Gemeente Tiel in de proceskosten van € 12.767,73, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe,
in reconventie
6.5.
verklaart voor recht dat alle overeenkomsten tussen Gemeente Tiel en [eiser] – dat wil zeggen: de overeenkomst brede school, de overeenkomst lichamelijke opvoeding, de overeenkomst maatschappelijke stage en de overeenkomst sport en bewegen – welke zijn ingegaan op 1 januari 2019, rechtsgeldig zijn opgezegd tegen 1 januari 2025,
6.6.
veroordeelt Gemeente Tiel in de proceskosten van € 753,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe,
in conventie en in reconventie
6.7.
veroordeelt Gemeente Tiel tot betaling van € 92,00 plus de kosten van betekening als Gemeente Tiel niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.8.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.9.
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.W.M. Olthof en in het openbaar uitgesproken op
7 augustus 2024.