Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.De procedure
2.De beoordeling in het tussenvonnis van 21 juni 2023
nietheeft uitgevoerd bij de patiënt, maar
welgedeclareerd in de nota’s. Dit betreft patiënten bij wie een kroon is geplaatst.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland, is op 21 augustus 2024 een vonnis gewezen in een civiele procedure tussen [eiser] en [gedaagde] betreffende de overname van een tandartspraktijk. De rechtbank heeft zich gebogen over de vraag of [gedaagde], als bestuurder van [B.V. gedaagde], aansprakelijk is voor schade die [eiser] zou hebben geleden door onjuiste informatie over het aantal patiënten en de omzet van de praktijk. De rechtbank heeft in een eerder tussenvonnis van 21 juni 2023 al geoordeeld dat [gedaagde] niet onjuist heeft voorgelicht over het aantal patiënten en dat hij niet onrechtmatig heeft gehandeld door de turboliquidatie van [B.V. gedaagde]. In het huidige vonnis heeft de rechtbank geconcludeerd dat [eiser] niet in het bewijs is geslaagd dat [gedaagde] structureel onrechtmatige declaraties heeft gedaan. De rechtbank heeft de bewijslevering van [eiser] beoordeeld, waarbij getuigen en deskundigen zijn gehoord. De rechtbank oordeelt dat de verklaringen van de getuigen te algemeen zijn en niet voldoende bewijs leveren voor de stellingen van [eiser]. De rechtbank heeft de vorderingen van [eiser] afgewezen en haar in het ongelijk gesteld, met veroordeling in de proceskosten.