Uitspraak
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
3.
[gedaagde sub 3],
1.De verdere procedure
- de akte na tussenvonnis van [gezamelijke gedaagden] met producties, tevens houdende vermeerdering van eis in reconventie;
- het per e-mail binnengekomen bezwaar van [eiser] tegen de akte van [gezamelijke gedaagden] , voor zover die akte verder gaat dan waartoe bij tussenvonnis gelegenheid gegeven is.
2.De verdere beoordeling
We hebben toen voorgesteld een periode huur niet te betalen. Dit omdat we daarvoor een lopende zaak hadden die weer moest worden opgestart. Ik stelde voor vier a vijf maanden. Maar [eiser sub 1] zei twee a drie maanden. We hebben het toen vastgesteld op drie maanden.”
Wij wilden vier a vijf maanden huur niet betalen. [eiser sub 1] zei “Twee maanden.” Het einde was drie maanden.”
De heren [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] beweren dat ik iets heb toegezegd tijdens de ondertekening van de huurovereenkomst, namelijk 3 maanden geen huur betalen. Dat is onjuist. Ik kan geen toezeggingen doen zonder dat ik er over gesproken heb met [eiser sub 2] , omdat hij ook bestuurder en eigenaar is van de Beheermaatschappij. Er is door beide heren geprobeerd om bij mij huurkorting voor elkaar te krijgen. Er was al een huurkorting opgenomen in het huurcontract, namelijk 5 x € 5.000,-. Zij probeerden om daarbovenop nog meer huurkorting te krijgen. Daarom heb ik geantwoord dat ik het daar niet mee eens ben. Wat mij betreft was de discussie gesloten. Ik maak nooit dat soort mondelinge afspraken. Dat komt altijd op papier, in een overeenkomst, een bijlage of een mail.”