2.99.In het deskundigenbericht heeft de deskundige hierover vermeld:
“(…)
Bevindingen:
Zoals ook benoemd onder punt L, is het noodzakelijk dat stenen recht liggen en op de juiste koppenmaat zijn ingeboet, het reeds ingeboete werk is niet compatibel met de rest van de gevel.
- Inboetwerk conform bestaand werk goed en deugdelijk uitvoeren, langs een 3 tal kozijnen metselwerk inboeten en op koppenmaat metselwerk aanhelen waarbij de stenen iet kleiner mogen zijn dan een kop.
- Inboetwerk dient halfsteens te geschieden met een bijpassende steen.
- Bijpassende baksteen aanleveren ter bemonstering/goedkeuring, een partij hiervoor zou kunen zijn:(…)”
De deskundige heeft de totale herstelkosten voor dit gebrek geraamd op € 3.681,75.
006 – Inboeten en aansluiten op metselverband. incl zaagwerk en materiaal
2.100. In zijn brief van 15 mei 2023 voert [gedaagde] hierover het volgende aan. Het gaat om het rechtzetten van enkele (ongeveer vier) stenen die waarschijnlijk worden teruggezet. Als de stenen moeten worden vervangen, kost dat volgens [gedaagde] vier maal € 0,68 = € 2,72.
[gedaagde] voert aan dat langs de loopdeur rechts van de woning zes nieuwe klootjes worden aangebracht en dat het kozijn in het werk is gezaagd, lang voordat [gedaagde] met de gevels is begonnen. [gedaagde] heeft hieraan niets gewijzigd, zodat het onredelijk zou zijn als dit nu voor zijn rekening zou komen. De deskundige gaat uit van 37,5 uur, terwijl het volgens [gedaagde] in vier uur kan worden uitgevoerd. De totale kosten bedragen volgens [gedaagde] € 4,76 (zeven stenen à € 0,68) + € 4,00 (voegmateriaal en cement) + € 232,00 (vier uur werkloon) = € 240,76 exclusief btw.
2.101. In reactie hierop merkt de deskundige in het aanvullend deskundigenbericht op dat, om deugdelijk voegwerk aan te brengen, het noodzakelijk is om het metselwerk te herstellen, om zo ook garantie te kunnen geven op het voegwerk. [gedaagde] voert in reactie hierop in zijn akte na aanvullend deskundigenbericht terecht aan dat de deskundige het noodzakelijkheid voor het verlenen van garantie niet toelicht. Ook heeft [gedaagde] met stukken onderbouwd dat hij bij de betreffende stenen geen wijzigingen heeft aangebracht en dat het uitsluitend gaat om het rechtzetten van enkele stenen en niet van het in metselverband vervangen van vlakken metselwerk. De rechtbank neemt het door de deskundige begrote bedrag daarom niet over, maar gaat uit van het door [gedaagde] begrote bedrag van € 240,76 exclusief btw.
Totale herstelkosten gebrek J
2.102. Gezien het voorgaande begroot de rechtbank de totale kosten die zijn gemoeid met het herstel van gebrek J op
€ 240,76.
Sparingen in balkonmuren zijn niet voldoende naar binnen afgevoegd
2.103. In het deskundigenbericht heeft de deskundige hierover vermeld:
“(…)
Bevindingen:
De Balkonmuur is aan de buitenzijde opgetrokken uit halfsteens metselwerk.
In de Kruisvormige opening is het voegwerk niet over de volledige diepte gevoegd.
Advies:
Voegwerk in de dagkanten verwijderen en vervangen tot 10 breed (halfsteens).”
De deskundige heeft de totale herstelkosten voor dit gebrek geraamd op € 141,00.
006 – Partieel herstel voegwerk
2.104. In zijn brief van 15 mei 2023 voert [gedaagde] hierover aan dat de deskundige uitgaat van te hoge materiaalkosten. Volgens [gedaagde] is alleen voegmortel nodig à € 3,00 en daarnaast anderhalf uur arbeid ten bedrage van € 87,00, samen € 90,00 exclusief btw.
Verder geeft [gedaagde] , zowel in zijn conclusie na (het eerste) deskundigenbericht als in zijn akte na aanvullend deskundigenbericht, aan dat hij geen opmerkingen heeft bij dit onderdeel, anders dan dat hij dit heeft willen herstellen, maar niet de kans heeft gekregen.
2.105. In reactie hierop merkt de deskundige in zijn aanvullend deskundigenbericht op dat de prijzen voor materiaal zijn gebaseerd op afnameprijzen van leveranciers.
2.106. Omdat [gedaagde] niet heeft onderbouwd waarom de begrote materiaalkosten te hoog zijn, gaat de rechtbank uit van het door de deskundige begrote bedrag.
Totale herstelkosten gebrek K
2.107. Gezien het voorgaande begroot de rechtbank de totale kosten die zijn gemoeid met het herstel van gebrek K op
€ 141,00.
Aansluitingen van raamkozijnen en deurkozijnen met het metselwerk dienen rondom te worden afgekit met een siliconenkit, kleur nader te bepalen met de opdrachtgevers
2.108. In het deskundigenbericht heeft de deskundige hierover vermeld:
“(…)
Bevindingen:
Er zitten een 3tal type kozijnen in de woning met bijgebouw te weten, Kunststof Hout en gietijzer. De vraag ligt voor of de kozijnen moeten worden afgekit.
Advies: met betrekking op de Kunstof kozijnen, deze kunnen om bouwfysische redenen niet worden afgekit. het kozijn is al van een ouder type die is geplaatst in een houten stel kozijn. als de kozijnen rondom worden afgekit gaat het houten stelkozijn rotten.
Beter zou zijn om deze naden af te plakken met een compriband.(…)
- De houten kozijenen zijn reeds afgekit, beter is dat ook om te doen met de methode van Illbruck. maar dat is nun iet van belang omdat dit al zo zat.
- D kunstofkozijnen zijn jaren geleden geplaatst,sommige zijn in de gevel ingezaagd, dit is op een wijze gedaan waardoor het kozijn niet geplaatst is op de koppenmaat van het metselwerk. Hierdoor zijn stootvoegen of flinterdunne steentjes en de dagkanten (negge) overgebleven. Van een goede renovatie voeger mag men verwachten dat met i iedere geval de opdrachtgever hiervan op de hoogte stelt, dat is niet gebeurd en het is aangevoegd.
De kwaliteit van het nu afgeleverde werk is dermate slecht, men heeft het dicht gevoegd maar dit zal niet lang stand houden omdat een deur door draaibewegingen nu eenmaal trillingen veroorzaakt.
- Giet ijzeren stalraampjes, 1 ervan is rondom afgevoegd, en 1 is niets meegedaan.
dat geeft een verstorend beeld, beiden kan niet. Hier zou ook vanwege de duurzaamheiddie men na een renovatie mag verwachten, een kitvoeg moeten aanbregen.
- Compriband aanbrengen volgens advies ILLBRUCK, bij alle kunstof kozijnen.
- Gietijzer stalraampjes, Ijzer ontdoen van stof en roest, behandelen met primer en afkitten met een zuurvrije dilitatie kit.
- Hoten kozijn, Niets aan doen, situatie is nier veranderd.”
De deskundige heeft de totale herstelkosten voor dit gebrek geraamd op € 781,40.
011 – Zwel Compress Band 20x20mm rol 8mtr
2.109. Voor zover [gedaagde] in zijn brief van 15 mei 2023 aanvoert dat dit punt niet was geoffreerd en dus buiten beschouwing moet blijven, verwijst de rechtbank naar wat zij hierover in 2.42 heeft overwogen.
2.110. In zijn brief van 15 mei 2023 voert [gedaagde] verder aan dat voor het aanbrengen van compressband door de deskundige elf uur is geteld, maar dat het maximaal zes uur werk is. Het materiaal kost volgens [gedaagde] € 66,00 en het werk € 348,00, samen € 414,00 exclusief btw. In zijn akte na aanvullend deskundigenbericht voegt [gedaagde] hieraan toe dat hij geen opmerkingen heeft bij dit onderdeel, anders dan dat hij dit heeft willen herstellen, maar niet de kans heeft gekregen.
2.111. De deskundige geeft in zijn aanvullend rapport aan dat het aantal uren is ingeschat op elf, omdat de voegbreedte niet overal gelijk is. Daarnaast merkt de deskundige op dat de prijzen voor het materiaal zijn gebaseerd op afnameprijzen van leveranciers.
2.112. Omdat [gedaagde] niet heeft onderbouwd waarom de begrote materiaalkosten te hoog zijn, en ook niet meer heeft gereageerd op de aanvullende opmerking van de deskundige dat het aantal uren is gebaseerd op een ongelijke voegbreedte, gaat de rechtbank uit van het door de deskundige begrote bedrag.
Totale herstelkosten gebrek L
2.113. Gezien het voorgaande begroot de rechtbank de totale kosten die zijn gemoeid met het herstel van gebrek L op
€ 781,40.
Kleurverschillen in het trasraam van de gevel aan de keukenzijde
2.114. In het deskundigenbericht heeft de deskundige hierover vermeld:
“(…)
Bevindingen:
Er is gevoegd met een zand cement mortel met een toevoeging van een zwarte pigment om de voeg donkerder te maken.
Om tot een goed evenredig beeld te komen zijn weersinvloeden en juiste hoeveelheden aanmaakwater tijdens de mortel bereiding van cruciaal belang.
Gezien de gehele uitstraling en kwaliteit van het werk is het niet de vraag of met dit zorgvuldig heeft uitgevoerd, maar dit is ook domweg ondeskundig uitgevoerd.
- Mede gezien om mijn eerder advies bij Punt D adviseer ik om het voegwerk te vervangen op terrasraam niveau. Omdat als met reparatie gaat uitvoeren met kleurstof weer kleurverschil zal creëren op de rest van de woning. En rondom enkele kozijnen dient er inboetwerk te geschieden.
- de voegmortel zal dan een prefab op kleur gemaakte kalkt en klare mortel moeten zijn om deze problemen te voorkomen, let op! De regels en verwerkingsvoorschriften van de mortel leverancier dienen dan ook strikt in acht te worden genomen.(…)”
De deskundige heeft de totale herstelkosten voor dit gebrek geraamd op € 2.287,30.
006/007/012 – Kleurverschillen
2.115. [eisers] merkt in zijn akte na aanvullend deskundigenbericht terecht op dat de deskundige spreekt van het “terrasraam”, maar dat is bedoeld het “trasraam”: het waterdichte metselwerk in muren tegen het optrekken van grondvocht, meestal ongeveer zes lagen baksteen hoog.
2.116. In zijn conclusie na (het eerste) deskundigenbericht voert [gedaagde] aan dat het voegwerk van de plint plaatselijk lichter van kleur is als gevolg van kalkuitbloei en dat de bewering van de deskundige dat bij gebruik van een prefabmortel geen kleurverschil had kunnen optreden onjuist is. Indien de kleurverschillen al zodanig zijn dat deze moeten worden hersteld of vervangen, dan is het vervangen van het gehele voegwerk volgens [gedaagde] een buitenproportionele oplossing, aldus [gedaagde] . De aanwezige kleurverschillen kunnen volgens [gedaagde] prima worden verholpen door het plaatselijk vervangen van het voegwerk en zo nodig inkleuren van het voegwerk.
2.117. In zijn brief van 15 mei 2023 voert [gedaagde] over de kleurverschillen het volgende aan. Het gaat om maximaal negen m² voegwerk dat eruit moet worden gehaald, uitsluitend aan de zijde van het keukenraam. Het aantal uren en de materiaalkosten die de deskundige hiervoor rekent zijn veel te hoog. Normaal is ongeveer een half uur per m², terwijl de deskundige uitgaat van twee uur per m². Er is ook veel minder materiaal nodig dan de deskundige aangeeft (twee zakken voegmortel in plaats van dertien zakken). Volgens [gedaagde] bedragen de kosten € 32,60 aan voegmortel, € 261,00 voor vierenhalf uur arbeid en € 143,00 voor het voegwerk, samen € 436,60 exclusief btw.
2.118. De deskundige geeft in reactie hierop in zijn aanvullend rapport aan dat de prijzen voor materiaal zijn gebaseerd op afnameprijzen van leveranciers en dat men bij gevelrenovatie mag uitgaan van deugdelijk werk.
2.119. Zoals [gedaagde] in zijn akte na aanvullend deskundigenbericht terecht aanvoert, gaat de deskundige niet in op het betoog van [gedaagde] dat bij gebruik van prefabmortel geen kleurverschil had kunnen optreden. Ook gaat de deskundige niet in op de bezwaren van [gedaagde] tegen de begrote hoeveelheid arbeid en materiaal. Gelet hierop kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden uitgegaan van het door de deskundige begrote bedrag voor het herstel van dit gebrek.
2.120. [eisers] becijfert in zijn akte na aanvullend deskundigenbericht aan de hand van een zelfgemaakte schets dat het trasraam rondom de hele woning 41 meter lang is. De keukenzijde van de woning heeft een lengte van 12,5 meter en een hoogte van ongeveer een meter, zodat het gaat om een oppervlakte van 12,5 m², aldus [eisers] Dat is 30% van het totale trasraam rondom de woning. Post M zou dan volgens [eisers] naar beneden moeten worden bijgesteld naar 30% van het bedrag dat de deskundige voor die post had begroot.
2.121. Gezien het voorgaande verschillen partijen van mening over de vraag om hoeveel vierkante meter het gaat. Nu partijen het er blijkbaar wel over eens zijn dat het aantal vierkante meters waarvan de deskundige uitgaat te hoog is, neemt de rechtbank het door [gedaagde] begrote aantal vierkante meters als uitgangspunt en gaat zij uit van het door [gedaagde] daaraan gekoppelde bedrag van € 436,60.
Totale herstelkosten gebrek M
2.122. Gezien het voorgaande begroot de rechtbank de totale kosten die zijn gemoeid met het herstel van gebrek M op
€ 436,60.
Achter de niet verwijderde hemelwaterafvoeren en verlichting is niet goed gevoegd, hemelwaterafvoeren ondergeknoeid met hydrofobeermiddel
2.123. In het deskundigenbericht heeft de deskundige hierover vermeld:
“(…)
Zie ook Punt C, deze is verder niet meer opgenomen.
(…) ”
2.124. De deskundige heeft voor gebrek N dus geen afzonderlijk bedrag begroot, maar volstaat met een verwijzing naar punt C. Wat partijen naar aanleiding van de deskundigenberichten op dit punt naar voren hebben gebracht, doet dan ook niet ter zake en blijft verder buiten bespreking.
Totale herstelkosten gebrek N
2.125. Gezien het voorgaande begroot de rechtbank de totale kosten die zijn gemoeid met het herstel van gebrek N op
€ 0,00.
Totale herstelkosten alle gebreken
2.126. Resumerend brengt dat de rechtbank tot de volgende slotsom over de herstelkosten van de gebreken, waarbij de toewijsbaar geachte stelposten zijn vervat in de totale herstelkosten van de betreffende gebreken:
Gebrek/post
(Herstel)kosten
(exclusief btw)
Relevante overwegingen in dit vonnis
Bouwplaatsinrichting
€ 2.300,00
2.5
A
€ 2.512,55
2.6-2.26
B
€ 1.442,00
2.27-2.37
C
€ 2.803,00
2.38-2.64
D
€ 800,00
2.65-2.71
E
€ 124,40
2.72-2.77
F
€ 1.148,80
2.78-2.83
G
€ 22,60
2.84-2.88
H
€ 0,00
2.89-2.92
I
€ 802,00
2.93-2.98
J
€ 240,76
2.99-2.102
K
€ 141,00
2.103-2.107
L
€ 781,40
2.108-2.113
M
€ 436,60
2.114-2.122
N
€ 0,00
2.123-2.125
Totaal
€ 13.555,11 exclusief btw / € 16.401,68 inclusief btw
2.127. Al het voorgaande leidt tot de volgende beslissingen over de vorderingen van [eisers]
Vordering I: vergoeding van de kosten van herstel van de gebreken
2.128. In het tussenvonnis van 19 oktober 2022 heeft de rechtbank onder 4.8 geoordeeld dat [gedaagde] aansprakelijk is voor de daar genoemde gebreken. Het gaat om de hierboven in 2.126 opgesomde gebreken. De rechtbank zal [gedaagde] dan ook veroordelen tot vergoeding van de herstelkosten van deze gebreken. In het tussenvonnis van 19 oktober 2022 heeft de rechtbank onder 4.12 geoordeeld dat op het toe te wijzen bedrag een bedrag van € 910,00 in mindering komt, omdat [eisers] dit bedrag al van [gedaagde] heeft ontvangen. Dit betekent dat vordering I van [eisers] zal worden toegewezen tot het hierboven genoemde bedrag van € 16.401,68 inclusief btw minus € 910,00 oftewel € 15.491,68 en voor het meerdere zal worden afgewezen.
2.129. De gevorderde wettelijke rente over dit bedrag zal worden toegewezen vanaf 1 oktober 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening.
Vordering II: buitengerechtelijke incassokosten
2.130. [eisers] maakt aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De rechtbank stelt vast dat het Besluit voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden. Verder stelt de rechtbank vast dat [eisers] voldoende onderbouwd heeft gesteld dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. De vordering van € 1.075,99 als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief van € 929,92 bij een toewijsbare hoofdsom van € 15.491,68. De rechtbank wijst daarom € 929,92 toe.
2.131. De gevorderde wettelijke rente over de buitengerechtelijke incassokosten is toewijsbaar vanaf het moment van de dagvaarding (20 december 2021), nu [eisers] niet heeft gesteld op welk moment deze kosten door hem zijn betaald.
Vordering IIa: vergoeding van de kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid
2.132. Aan deze vordering legt [eisers] ten grondslag dat hij redelijke kosten heeft moeten maken ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid. Het gaat om de kosten van de onderzoeksrapportage van bouwkundige [naam 2] en [naam 3] van 22 april 2022. [eisers] vordert vergoeding van de bijbehorende factuur van 26 april 2022 ter hoogte van € 680,63 inclusief btw (productie 31 bij akte houdende overlegging producties, tevens vermeerdering van eis).
2.133. De factuur vermeldt dat de kosten betrekking hebben op “
onderzoek en opmaken gebreken lijst en verslag van het voegwerk aan de [adres 1]”. Naar het oordeel van de rechtbank is de factuur daarmee voldoende gespecificeerd en blijkt er ook voldoende uit dat de factuur betrekking heeft op kosten die [gedaagde] heeft gemaakt ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid. Het door [eisers] gevorderde bedrag komt de rechtbank alleszins redelijk voor. De rechtbank zal dit bedrag dan ook toewijzen.
2.134. De gevorderde wettelijke rente over dit bedrag zal worden toegewezen met ingang van veertien dagen na de betreffende factuurdatum van 26 april 2022, oftewel 11 mei 2022.
Vordering III: proceskosten en nakosten
2.135. [gedaagde] wordt grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) dragen. De rechtbank begroot de proceskosten aan de kant van [eisers] op:
- kosten van de dagvaarding
€
125,09
- griffierecht
€
1.301,00
- salaris advocaat
€
2.149,00
(3,50 punten × € 614,00)
- nakosten
€
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
€
3.753,09
2.136. De gevorderde wettelijke handelsrente over de proceskosten is niet toewijsbaar. Wettelijke handelsrente kan immers alleen worden toegewezen als sprake is van vertraging in de voldoening van een geldsom uit hoofde van een handelsovereenkomst. Daarvan is hier geen sprake. Als het mindere zal over de proceskosten de gewone wettelijke rente worden toegewezen, zoals vermeld in de beslissing.