ECLI:NL:RBGEL:2024:4373
Rechtbank Gelderland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over omgevingsvergunning voor verbouw winkel tot appartementen met aandacht voor parkeerbehoefte en privaatrechtelijke belemmeringen
In deze tussenuitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, wordt een verzoek om voorlopige voorziening behandeld met betrekking tot een verleende omgevingsvergunning voor de verbouw van een winkel met bovenwoning tot drie appartementen. De voorzieningenrechter concludeert dat er geen objectieve vaststelling van de bestaande parkeerbehoefte heeft plaatsgevonden, wat leidt tot een gebrek aan het bestreden besluit. De voorzieningenrechter biedt het college de gelegenheid om dit gebrek te herstellen op basis van artikel 8:51a, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De zaak betreft een vergunning die op 8 augustus 2023 door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Druten is verleend, en waartegen eisers bezwaar hebben gemaakt. De voorzieningenrechter heeft de zitting op 24 juni 2024 behandeld, waarbij eisers, de gemachtigde van het college en de vergunninghouder aanwezig waren.
De voorzieningenrechter oordeelt dat het college onvoldoende heeft gemotiveerd waarom het gebruik van het pand als winkel als bestaand gebruik kan worden aangemerkt, terwijl het meer voor de hand ligt om aan te sluiten bij het langdurige gebruik als woning. Daarnaast is onduidelijk welk oppervlak van het pand als winkel werd gebruikt. De voorzieningenrechter concludeert dat er geen evidente privaatrechtelijke belemmering is voor de realisatie van de appartementen, maar dat de parkeerbehoefte niet objectief is vastgesteld. De voorzieningenrechter houdt iedere verdere beslissing aan tot de einduitspraak op het beroep, en stelt het college in de gelegenheid om het gebrek te herstellen.