In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland op 3 juli 2024, heeft Horizon Telecom B.V. (hierna: Horizon) een vordering ingesteld tegen Kantoor [gedaagde], een rechtspersoon naar buitenlands recht gevestigd in Antwerpen, België. De zaak betreft de uitleg van de looptijd van een overeenkomst tussen partijen en de mogelijkheid tot opzegging daarvan. Horizon vorderde onder andere een verklaring dat [gedaagde] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst en verzocht om schadevergoeding van in totaal € 440.463,11 aan gederfde inkomsten, met verschillende subsidiaire vorderingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen op 24 september 2018 een overeenkomst hebben gesloten met een initiële looptijd van zeven jaar, eindigend op 15 april 2026. [gedaagde] heeft de overeenkomst echter opgezegd per 15 april 2023, wat Horizon niet accepteerde. De rechtbank heeft de uitleg van de overeenkomst aan de Haviltex-maatstaf getoetst en geconcludeerd dat de overeenkomst inderdaad de mogelijkheid biedt om deze na vier jaar op te zeggen. De rechtbank heeft geoordeeld dat [gedaagde] de overeenkomst rechtsgeldig heeft opgezegd en dat Horizon geen nakoming kan vorderen van de verplichting tot betaling van facturen na deze datum. De rechtbank heeft de vordering van Horizon afgewezen, met uitzondering van een bedrag van € 6.093,85 dat [gedaagde] aan Horizon verschuldigd is voor de maand april. Horizon is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten van [gedaagde] betalen, die zijn begroot op € 7.731,00.