Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.[gedaagde in conv/eiser in reconv sub 1] ,
[gedaagde in conv/eiser in reconv sub 2],
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, die zich afspeelt in het burenrecht, heeft eiser [eiser in conv/verw in reconv] een vordering ingesteld tegen gedaagden [gedaagden in conv/eisers in reconv] met betrekking tot de aanwezigheid van vensters en een dakgoot die zich nabij de erfgrens bevinden. De rechtbank Gelderland heeft op 19 juni 2024 uitspraak gedaan in deze kwestie. Eiser stelt dat de vensters met nummers 6 en 7 zich binnen twee meter van zijn erfgrens bevinden en uitzicht geven op zijn perceel, wat in strijd is met artikel 5:50 BW. Daarnaast vordert hij dat de dakgoot, die 25 centimeter over zijn perceel steekt, wordt verwijderd of aangepast. Gedaagden betwisten de vorderingen en beroepen zich op verkrijgende verjaring van een erfdienstbaarheid en stellen dat zij de bouwplannen met toestemming van de rechtsvoorganger van eiser hebben gerealiseerd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vensters inderdaad binnen de twee-meterregel vallen en dat er geen ingeschreven toestemming is voor deze vensters. De rechtbank heeft de vorderingen van eiser tot ondoorzichtig maken van de vensters toegewezen, maar de vordering tot verwijdering van de dakgoot afgewezen, omdat gedaagden onevenredig benadeeld zouden worden. In reconventie heeft gedaagde vorderingen ingesteld die onder andere betrekking hebben op het vestigen van een erfdienstbaarheid voor de dakgoot. De rechtbank heeft geoordeeld dat gedaagde recht heeft op deze erfdienstbaarheid, omdat de kosten van verwijdering voor hem onevenredig hoog zouden zijn in vergelijking met de overlast voor eiser. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.