Uitspraak
Civiele Kantonzaken
DEXIA NEDERLAND B.V.,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 23 juni 2022;
- de akte uitlaten tussenvonnis van [eiser] ;
- de antwoordakte van Dexia.
2.De verdere beoordeling
- de vaststelling van de schade wegens termijnen en de schade wegens restschuld;
- het op de schade in mindering brengen van het genoten voordeel;
- de eigen schuld (art. 6:101 BW);
- een wel of niet onaanvaardbaar zware financiële last;
- de consequenties van het voorgaande voor de verdeling van de (resterende) schade;
- wat elke partij gelet op het voorgaande nog aan de andere partij verschuldigd is;
- de wettelijke rente, buitengerechtelijke kosten en proceskosten.
[eiser] heeft gewezen op een Biljet van een Proces van het jaar 1997 waaruit zou volgen dat zijn inkomen in dat jaar NLG 44.647,- betrof. Daarnaast stelt hij dat daarmee ook voor wat betreft de jaren 1998 en verder bewezen is dat geen sprake was van een tarief van 50%, zoals door Dexia verondersteld. Dexia heeft vervolgens het financieel overzicht aangepast voor zover dat overzicht zag op het jaar 1997. Dexia heeft het fiscale voordeel daarbij berekend op in totaal € 4.643,69. [eiser] wordt niet gevolgd in zijn stelling dat met het Biljet van een Proces uit 1997 ook zijn inkomen en daarmee de toepasselijke belastingtarieven bewezen kunnen worden voor de jaren daarna. Het is aan [eiser] om concreet en onderbouwd aan te geven op welke gronden het door Dexia berekende fiscale voordeel onjuist is. Het had op zijn weg gelegen om duidelijkheid te verschaffen over zijn inkomen in de jaren na 1997. Er wordt om die reden uitgegaan van een fiscaal voordeel van in totaal € 4.643,69.
De factor X staat voor het besteedbare netto-maandinkomen van [eiser] . De factor Y betreft de NIBUD-basisnorm voor het betrokken type huishouden. De factor W staat voor de maandelijkse huur-of hypotheeklasten voor de eigen dan wel gehuurde woning voor zover deze het daarvoor door het NIBUD gehanteerde basisbedrag overtreffen. De factor A staat voor de verplichtingen die voortvloeien uit de leaseovereenkomst, factor B staat voor eventuele financiële verplichtingen uit andere, eerder aangegane lease-overeenkomsten. De factor C staat voor eventuele (daadwerkelijk bestaande) rente- en aflossingsverplichtingen uit andersoortige eerdere kredietovereenkomsten.
[eiser] voert terecht aan dat, onder omstandigheden, in de rechtspraak rekening wordt gehouden met een D-factor, waaronder begrepen kunnen worden ziektekosten die structureel van aard zijn. Tussen partijen staat ook niet ter discussie dat dergelijke kosten opgenomen kunnen worden. Daarbij is het wel aan [eiser] om te stellen en te onderbouwen dat sprake is van bijzondere uitgaven die niet eenvoudig of zonder hoge kosten konden worden beëindigd en die van wezenlijke invloed zijn op de bestedingsruimte van de afnemer. Dexia is van mening dat [eiser] de ziektekosten onvoldoende onderbouwd heeft met relevante stukken, waardoor niet vast te stellen is dat sprake is van structurele kosten. Die kosten kunnen niet enkel volgen uit het overlegde biljet van proces, aldus Dexia.
€ 135,00