ECLI:NL:RBGEL:2024:3312

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
5 juni 2024
Publicatiedatum
30 mei 2024
Zaaknummer
423709
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis over eigendom en verjaring van een strook grond tussen particulieren en de Gemeente Oude IJsselstreek

In deze zaak vorderden de gezamenlijke eisers in conventie, die zich beroepen op verjaring, een verklaring voor recht dat zij eigenaar zijn geworden van een strook grond die eigendom is van de Gemeente Oude IJsselstreek. De Gemeente betwistte dit en stelde dat de eisers de grond zonder recht of titel in gebruik hebben. De rechtbank oordeelde dat het beroep op verjaring niet slaagde, omdat niet aan het vereiste van inbezitneming was voldaan. De rechtbank verklaarde de Gemeente eigenaar van de strook grond en veroordeelde de eisers tot ontruiming van de grond. De eisers hoefden echter geen kosten te vergoeden voor het herstellen van de grond of het plaatsen van een erfafscheiding. In reconventie vorderde de Gemeente onder andere een verklaring voor recht dat de eisers onrechtmatig handelden door de grond in gebruik te hebben. De rechtbank wees deze vorderingen toe en legde een dwangsom op voor de ontruiming van de grond. De proceskosten werden toegewezen aan de Gemeente, die grotendeels in het gelijk werd gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Zutphen
Zaaknummer: C/05/423709 / HZ ZA 23-248
Vonnis van 5 juni 2024
in de zaak van

1.[eiser 1 in conv. en gedaagde 1 in reconv.] ,

te [plaats] ,
2.
[eiser 2 in conv. en gedaagde 2 in reconv.],
te [plaats] ,
eisende partijen in conventie,
verwerende partijen in reconventie,
hierna samen te noemen: [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] ,
advocaat: mr. V.W.J.H. Kobossen,
tegen
DE GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK,
te Gendringen,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: de Gemeente,
advocaat: mr. T.L.M. van der Weijden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 27 december 2023
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 2 april 2024.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De kern van de zaak

Partijen willen beide een beslissing over de eigendom van een strook grond. [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] beroept zich op verjaring en stelt dat hij eigenaar is geworden van de strook grond. De Gemeente betwist dat zij de eigendom van de strook grond door verjaring heeft verloren. Het beroep op verjaring slaagt niet, omdat niet aan het wettelijke vereiste van inbezitneming is voldaan. Dit betekent dat de Gemeente eigenaar is (gebleven) van de strook grond en dat [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] de strook grond moet ontruimen. [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] hoeft de kosten van het herstellen van het bos op de strook grond en de kosten voor een erfafscheiding niet te betalen.

3.De feiten

3.1.
[gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] is sinds 1992 eigenaar van de percelen, gelegen aan de [adres] te [plaats] , kadastraal bekend gemeente [kadastraal nummer eisers] .
3.2.
De Gemeente is eigenaar van het perceel, kadastraal bekend gemeente [kadastraal nummer eigendom gedaagde] , met als bestemming Groenzone. Het perceel van de Gemeente betreft bosgrond.
3.3.
De percelen van [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] grenzen aan het perceel van de Gemeente. [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] heeft een deel van het kadastrale perceel van de Gemeente in gebruik. Op onderstaande plattegrond is dit zichtbaar en aangeduid als ‘Verjaringsperceel (paars)’, hierna te noemen: de strook grond.
afbeelding 1
3.4.
[gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] heeft op 24 september 2019 een ‘Melding Openbare Ruimte’ bij de Gemeente ingediend over de slechte conditie van een boom dichtbij zijn huis. De wijkbeheerder is namens de Gemeente op 26 september 2019 bij [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] geweest en heeft geconstateerd dat de boom inderdaad is aangetast en door de Gemeente zal worden verwijderd. De Gemeente heeft [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] op 25 oktober 2019 bericht dat daarnaast ook is geconstateerd dat een gedeelte van zijn tuin is gesitueerd op gemeentegrond en dat er, gelet op de bestemming structuurgroen, geen mogelijkheden zijn voor legalisatie van de situatie door verkoop van de strook grond. De Gemeente heeft [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] verzocht de kadastrale grens te respecteren en de gebruikssituatie, binnen zes weken, terug te brengen tot die grens.
3.5.
[gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] heeft - voor het eerst op 6 november 2019 - gesteld dat hij eigenaar van de strook grond is geworden door bevrijdende verjaring, waarna partijen hierover hebben gediscussieerd. De Gemeente heeft [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] bij brief van 27 december 2021 gesommeerd om de strook grond uiterlijk op 28 maart 2022 te hebben ontruimd.

4.Het geschil

in conventie
4.1.
[gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] vordert in conventie, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
een verklaring voor recht dat [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] door verjaring eigenaar is geworden van de strook grond (inclusief de ondergrond van schuur, trap, beukenhaag, houtopslag, prieel en natuurlijke afscheiding);
de Gemeente te veroordelen om medewerking te verlenen aan het verlijden van een notariële akte waarin de verjaring wordt vastgelegd ter inschrijving in de openbare registers;
de Gemeente te veroordelen in de proceskosten.
4.2.
[gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] legt - kort samengevat - aan zijn vorderingen ten grondslag dat de strook grond al in zijn bezit is sinds de eigendomsverwerving van de woning en de bijbehorende tuin in 1992. De strook grond is sindsdien ook met diverse (deels natuurlijke) erfafscheidingen omheind en daarmee afgesloten. Bovendien was dit ook al de feitelijke situatie vanaf 1960, toen de rechtsvoorgangers van [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] (zijn ouders) eigenaar van het perceel werden. [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] stelt dat zijn ouders door verjaring de strook grond in eigendom hebben verkregen en dat zij deze eigendom aan hem hebben overgedragen, dan wel dat hijzelf door verjaring eigenaar van de strook grond is geworden.
4.3.
De Gemeente concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na dit vonnis en voor zover [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] deze kosten niet voordien heeft voldaan.
4.4.
De Gemeente betwist dat zij het eigendom van de strook grond door verjaring zou hebben verloren, omdat geen sprake is van - de voor verjaring vereiste - inbezitneming.
4.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in reconventie
4.6.
De Gemeente vordert in reconventie, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
primair
voor recht te verklaren dat [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] de strook grond zonder recht of titel in gebruik heeft en daarmee toerekenbaar onrechtmatig handelt jegens de Gemeente, alsmede dat [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] gehouden is aan de Gemeente hierdoor geleden en nog te lijden schade te vergoeden;
[gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] te veroordelen om vanaf de veertiende dag na dagtekening van dit vonnis de feitelijke situatie weer in overeenstemming te hebben gebracht met de kadastrale eigendomsgrenzen, door de gehele strook grond ontruimd te hebben, ontruimd te houden en geen bezitsdaden meer te verrichten ten aanzien van deze strook grond of andere gemeentegrond, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag dat [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] hiermee in gebreke blijft, met een maximum van € 50.000,00;
[gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] te veroordelen de kosten te vergoeden die de Gemeente dient te maken in verband met de plaatsing van duidelijke en duurzame afscheiding langs de erfgrens van het perceel van [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] en het herplanten/herstellen van het bos op de strook grond, welke kosten worden begroot op € 4.000,00;
subsidiair
4. voor het geval de rechtbank van mening is dat [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] door verjaring de eigendom van de strook grond heeft verkregen, [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] te veroordelen de volledige schade aan de zijde van de Gemeente te vergoeden, door de wederrechtelijk in bezit genomen strook grond aan de Gemeente om niet in eigendom over te dragen en te leveren en daartoe een notariële leveringsakte te laten opstellen en medewerking te verlenen aan het verlijden daarvan en deze te doen inschrijven in de openbare registers binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis, waarbij [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] gehouden is de kosten van de eigendomsoverdracht en alle kosten die daarmee samenhangen voor zijn rekening te nemen of te vergoeden, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag dat [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] hiermee in gebreke blijft, met een maximum van € 50.000,00;
meer subsidiair
5. voor het geval de rechtbank van mening is dat [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] door verjaring de eigendom van de strook grond heeft verkregen, maar schadevergoeding in natura volgens de rechtbank niet mogelijk is, [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] te veroordelen de volledige schade aan de zijde van de Gemeente te vergoeden door betaling van een bedrag van € 34.671,78 aan de Gemeente binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis;
zowel primair als subsidiair
6. [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] te veroordelen in de proceskosten, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis en - voor het geval voldoening van deze kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de veertiende dag na dagtekening van dit vonnis.
4.7.
De Gemeente legt aan haar primaire vorderingen ten grondslag dat [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] de strook grond zonder recht of titel in gebruik heeft, dat hij aansprakelijk is voor de daardoor ontstane schade en de strook grond dient te ontruimen. [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] heeft onrechtmatig gehandeld door de strook grond te ontbossen en moet daarom de strook grond weer herplanten/herstellen. Voorts dient - ter voorkoming van toekomstige onduidelijkheid - op kosten van [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] een duidelijke en duurzame erfafscheiding worden geplaatst langs de erfgrens. Aan haar subsidiaire vorderingen legt de Gemeente ten grondslag dat [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] als bezitter onrechtmatig jegens de Gemeente als eigenaar heeft gehandeld, door een goed in bezit te nemen en/of te houden, wetende dat een ander daarvan eigenaar is.
4.8.
[gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van de Gemeente, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van de Gemeente, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van de Gemeente in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente indien voldoening van deze kosten binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis uitblijft.
4.9.
[gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] betwist, indien het verjaringsberoep niet slaagt, de noodzaak voor het opleggen van een dwangsom bij de gevorderde ontruiming en de aansprakelijkheid voor de kosten van het herplanten/herstellen van de strook grond en/of de te plaatsen erfafscheiding. Bij een geslaagd beroep op verjaring betwist [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] de (meer) subsidiaire vorderingen van de Gemeente, omdat hij niet onrechtmatig heeft gehandeld, althans dat deze vordering uit hoofde van onrechtmatige daad is verjaard. Bovendien is de gehanteerde grondprijs voor de gevorderde schadevergoeding te hoog.
4.10.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

in conventie
het beroep op verjaring slaagt niet, er is geen inbezitneming
5.1.
De vorderingen van [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] worden afgewezen, omdat het beroep op verjaring niet slaagt. Hieronder wordt uitgelegd waarom het beroep op verjaring niet slaagt.
5.2.
[gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] beroept zich op eigendomsverkrijging door (bevrijdende) verjaring, zodat op hem ingevolge de hoofdregel van artikel 150 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) de stelplicht en de bewijslast rust van feiten en omstandigheden waaruit volgt dat aan de vereisten voor verjaring is voldaan. Voor bevrijdende verjaring van de strook grond is vereist dat [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] (en/of zijn rechtsvoorganger) de strook grond gedurende 20 jaren onafgebroken in bezit heeft gehad, ingevolge artikelen 3:105 lid 1 en 3:306 Burgerlijk Wetboek (BW). Voor het slagen van het beroep op verjaring moet dus sprake zijn van bezit.
5.3.
Voor de beantwoording van de vraag of iemand een zaak in bezit heeft genomen, is bepalend of hij de feitelijke macht over die zaak is gaan uitoefenen (artikel 3:113 lid 1 BW). Indien de zaak in het bezit van een ander is, zijn enkele op zichzelf staande machtsuitoefeningen voor inbezitneming onvoldoende (artikel 3:113 lid 2 BW). De machtsuitoefening moet derhalve zodanig zijn dat deze naar verkeersopvatting het bezit van de oorspronkelijke bezitter teniet doet. Het antwoord op de vraag of iemand de voor het bezit vereiste macht uitoefent wordt, evenals de vraag of hij voor zichzelf of voor een ander houdt (artikel 3:108 BW), bepaald naar verkeersopvatting en overigens op grond van uiterlijke feiten (zie HR 18 september 2015, ECLI:NL:HR:2015:2743). De rol van de verkeersopvatting brengt mee dat bij de aan de orde zijnde vraag de aard en de bestemming van het betrokken goed in aanmerking moeten worden genomen (zie HR 24 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:309).
5.4.
Vast staat dat [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] (en/of zijn rechtsvoorganger) - op enige moment - met de trap, de schuur en het prieel (zie plattegrond, rechtsoverweging 3.3.) de feitelijke macht over delen van de strook grond is gaan uitoefenen. Dat [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] met de door hem gestelde erfafscheidingen de feitelijke macht over de gehele strook grond is gaan uitoefenen en daarmee het bezit van de Gemeente teniet heeft gedaan, is niet komen vast te staan. [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] heeft dit standpunt onvoldoende onderbouwd. Immers ontbreken (duidelijke) foto’s van alle gestelde huidige erfafscheidingen, zoals bijvoorbeeld de hekken en de ‘natuurlijke afscheiding’. Bovendien leidt een natuurlijke afscheiding met beplanting op een perceel met de bestemming bosgrond niet zonder meer tot het tenietgaan van het bezit van de Gemeente. Aan bewijslevering van de vermeende inbezitneming van de strook grond wordt, omdat er onvoldoende is gesteld, niet toegekomen. [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] heeft slechts gebruik gemaakt van delen van de strook grond, maar in de huidige geschetste situatie is van bezit dus geen sprake. Evenmin is gebleken dat op enig moment in het verleden sprake is geweest van inbezitneming. De daarvoor overgelegde foto’s en (getuigen)verklaringen zijn onvoldoende om het bezit van de strook grond in het verleden aan te tonen. Daarnaast had het bezit van [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] (en/of zijn rechtsvoorganger) dan ook nog voor een onafgebroken periode van 20 jaren moeten duren voor een geslaagd beroep op verjaring.
proceskosten
5.5.
[gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van de Gemeente worden begroot op:
- griffierecht
676,00
- salaris advocaat
1.228,00
(2,00 punten × € 614,00)
- nakosten
139,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.043,00
in reconventie
ontruiming van de strook grond, maar geen schadevergoeding
5.6.
De gevorderde ontruiming van de strook grond wordt toegewezen vanaf twaalf weken na betekening van dit vonnis, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag met een maximum van € 50.000,00.
Zoals in conventie al is overwogen, is de Gemeente eigenaar van de strook grond gebleven. De Gemeente maakt gebruik van haar bevoegdheid als eigenaar om de strook grond op te eisen (artikel 5:2 BW) als gevolg waarvan [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] de strook grond dient te ontruimen. De gevorderde ontruimingstermijn van twee weken is onredelijk, omdat [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] onder andere een schuur en een (stenen) trap moet verwijderen om de strook grond te ontruimen. Daarnaast heeft de Gemeente na het verstrijken van de aangezegde ontruimingsdatum op 28 maart 2022 geen (rechts)maatregelen getroffen om de ontruiming van de strook grond te bewerkstelligen. Integendeel, [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] heeft de Gemeente op 7 augustus 2023 gedagvaard om een einde aan de onzekerheid te maken. Het is ook gelet op deze gang van zaken niet redelijk om nu een korte termijn voor de ontruiming op te leggen. Voor het bepalen van de ontruimingstermijn wordt aangesloten bij de termijn van twaalf weken die de Gemeente in haar brief van 27 december 2021 heeft gehanteerd.
[gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] heeft na eerdere verzoeken van de Gemeente de strook grond niet ontruimd, zodat er aanleiding is om een dwangsom op te leggen. De gevorderde hoogte van de dwangsom per dag én het maximum worden redelijk geacht en als zodanig toegewezen. Omdat de ontruiming op straffe van een dwangsom wordt toegewezen en een dwangsom pas kan worden verbeurd na betekening van het vonnis (artikel 611a lid 3 Rv), wordt de ontruiming toegewezen vanaf twaalf weken na betekening van dit vonnis en niet - zoals is gevorderd - na dagtekening van dit vonnis.
5.7.
De gevorderde verklaring voor recht dat [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] de strook grond zonder recht of titel in gebruik heeft en daarmee toerekenbaar onrechtmatig handelt jegens de Gemeente, wordt toegewezen. De gevorderde verklaring voor recht wordt voor het overige, dat [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] gehouden is aan de Gemeente hierdoor geleden en nog te lijden schade te vergoeden, afgewezen. [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] is geen eigenaar van de strook grond geworden, waardoor hij de strook grond van de Gemeente zonder recht of titel in gebruik heeft en dat is onrechtmatig. Dit onrechtmatig handelen is [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] ook toe te rekenen. Hoewel [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] stelt dat niet hij, maar zijn rechtsvoorganger, de strook grond in gebruik heeft genomen en aan hem heeft overgedragen, wist of had [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] moeten weten - gelet op de grootte van de strook grond en de grootte van het (kadastrale) perceel dat [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] in eigendom heeft verkregen - dat hij een strook grond van de Gemeente in gebruik heeft gekregen. De Gemeente heeft naast de verklaring voor recht in deze procedure kosten voor het herplanten/herstellen van het bos op de strook grond gevorderd. Deze vordering wordt hierna besproken. Omdat geen verwijzing naar de schadestaatprocedure is gevorderd of andere concrete (toekomstige) schade door de Gemeente is gesteld, is niet gebleken van enig belang van de Gemeente bij toewijzing van een verklaring voor recht dat [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] is gehouden haar schade te vergoeden.
5.8.
De gevorderde vergoeding van de kosten voor het herplanten/herstellen van het bos op de strook grond, eveneens gebaseerd op een onrechtmatige daad, wordt afgewezen. De gevorderde vergoeding van de kosten voor het plaatsen van een duidelijke en duurzame afscheiding langs de erfgrens van het perceel van [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] wordt eveneens afgewezen. Het enkele - ter zitting ingenomen - ongemotiveerde verwijt dat [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] de strook grond heeft onderhouden in plaats van de natuur zijn gang te laten gaan, is onvoldoende om daaruit te concluderen dat de Gemeente hierdoor schade heeft geleden. Dat de Gemeente, om te voorkomen dat de strook grond in de toekomst weer wordt gebruikt, haar perceel langs de erfgrens met [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] wil afsluiten is begrijpelijk, maar er is geen grondslag om [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] te veroordelen in de kosten hiervan. Bovendien heeft de Gemeente het gevorderde bedrag van € 4.000,00 aan kosten voor het herplanten/herstellen van het bos op de strook grond én het plaatsen van een erfscheiding, niet onderbouwd.
5.9.
Aan de (meer) subsidiaire vorderingen van de Gemeente wordt niet toegekomen, omdat [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] niet door verjaring de eigendom van de strook grond heeft verkregen.
proceskosten
5.10.
[gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van de Gemeente worden begroot op:
- salaris advocaat
614,00
(2,00 punten × factor 0,5 × € 614,00)
- nakosten
139,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
753,00
in conventie en in reconventie
5.11.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten in conventie en in reconventie wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
5.12.
De proceskostenveroordelingen in conventie en in reconventie worden hoofdelijk uitgesproken. Dat betekent dat iedere veroordeelde ( [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] en [eiser 2 in conv. en gedaagde 2 in reconv.] ) kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.

6.De beslissing

De rechtbank
in conventie
6.1.
wijst de vorderingen van [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] en [eiser 2 in conv. en gedaagde 2 in reconv.] af,
6.2.
veroordeelt [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] en [eiser 2 in conv. en gedaagde 2 in reconv.] hoofdelijk in de proceskosten van € 2.043,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe,
in reconventie
6.3.
verklaart voor recht dat [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] en [eiser 2 in conv. en gedaagde 2 in reconv.] de strook gemeentegrond grenzend aan de gehele noordzijde van hun percelen aan de [adres] te [plaats] , kadastraal bekend gemeente [kadastraal nummer eisers] , zonder recht of titel in gebruik hebben en daarmee toerekenbaar onrechtmatig handelen jegens de Gemeente,
6.4.
veroordeelt [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] en [eiser 2 in conv. en gedaagde 2 in reconv.] om binnen twaalf weken na betekening van dit vonnis de feitelijke situatie weer in overeenstemming te hebben gebracht met de kadastrale eigendomsgrenzen, door de gehele strook gemeentegrond ontruimd te hebben, ontruimd te houden en geen bezitsdaden meer te verrichten ten aanzien van deze strook of andere gemeentegrond;
6.5.
veroordeelt [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] en [eiser 2 in conv. en gedaagde 2 in reconv.] om aan de Gemeente een dwangsom te betalen van € 500,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de hoofdveroordeling (rechtsoverweging 6.4.) voldoen, tot een maximum van € 50.000,00 is bereikt,
6.6.
veroordeelt [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] en [eiser 2 in conv. en gedaagde 2 in reconv.] hoofdelijk in de proceskosten van € 753,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe,
in conventie en in reconventie
6.7.
veroordeelt [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] en [eiser 2 in conv. en gedaagde 2 in reconv.] hoofdelijk tot betaling van € 92,00 plus de kosten van betekening als [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] of [eiser 2 in conv. en gedaagde 2 in reconv.] niet tijdig aan de veroordelingen voldoen en het vonnis daarna wordt betekend,
6.8.
veroordeelt [gezamenlijke eisers in conv. en gezamenlijke gedaagden in reconv.] en [eiser 2 in conv. en gedaagde 2 in reconv.] hoofdelijk tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
6.9.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
6.10.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. van Veldhuizen en in het openbaar uitgesproken op 5 juni 2024.
AV/KH