ECLI:NL:RBGEL:2024:317

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
17 januari 2024
Publicatiedatum
23 januari 2024
Zaaknummer
C/05/427392 / HZ ZA 23-401
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident en toepasselijkheid algemene voorwaarden in civiele procedure

In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, heeft AG Interior Solutions B.V. een vordering ingesteld tegen een andere besloten vennootschap, die als gedaagde fungeert. De zaak betreft een bevoegdheidsincident waarbij de gedaagde heeft verzocht om de rechtbank zich onbevoegd te verklaren en de zaak te verwijzen naar de rechtbank Oost-Brabant, locatie 's-Hertogenbosch, op basis van een forumkeuze in de algemene voorwaarden van de gedaagde. AG Interior Solutions betwist deze vordering en stelt dat de algemene voorwaarden niet van toepassing zijn.

De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden en de terhandstelling daarvan. AG Interior Solutions heeft aangevoerd dat zij pas kennis heeft genomen van de algemene voorwaarden toen deze door de advocaat van de gedaagde werden toegestuurd. De gedaagde heeft echter gesteld dat de algemene voorwaarden bij eerdere inkoopopdrachten zijn meegestuurd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de algemene voorwaarden daadwerkelijk ter hand zijn gesteld aan AG Interior Solutions.

Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de algemene voorwaarden niet van toepassing zijn, omdat niet is komen vast te staan dat deze aan AG Interior Solutions zijn ter hand gesteld. De rechtbank heeft de incidentele vordering van de gedaagde afgewezen en geoordeeld dat zij als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident moet worden veroordeeld. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol voor conclusie van antwoord door de gedaagde.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zutphen
zaaknummer / rolnummer: C/05/427392 / HZ ZA 23-401
Vonnis in incident van 17 januari 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AG INTERIOR SOLUTIONS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. J. Meuleman te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. H.J. Ligtenbarg te Velp (Gld).
Partijen zullen hierna AG Interior Solutions en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de incidentele conclusie tot onbevoegdheid
  • de conclusie van antwoord in het incident.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.Het geschil in de hoofdzaak

2.1.
AG Interior Solutions vordert in de hoofdzaak, uitvoerbaar bij voorraad
1. [gedaagde] te veroordelen tot betaling van
i. een bedrag van € 13.915,00, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, althans de wettelijke rente, vanaf 23 november 2022 tot aan de dag van volledige betaling,
ii. een bedrag van € 13.915,00, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, althans de wettelijke rente, vanaf 23 december 2022 tot aan de dag van volledige betaling,
iii. een bedrag van € 5.566,00, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, althans de wettelijke rente, vanaf 10 april 2023 tot aan de dag van volledige betaling,
iv. een bedrag van € 4.791,60, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, althans de wettelijke rente, vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van volledige betaling,
v. een bedrag van € 36.965,50, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, althans de wettelijke rente, vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van volledige betaling,
2. [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 3.401,53 aan buitengerechtelijke incassokosten,
3. [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten.
2.2.
[gedaagde] heeft nog niet geantwoord in de hoofdzaak.

3.Het geschil en de beoordeling in het incident

3.1.
[gedaagde] vordert dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart om van het geschil kennis te nemen en de zaak verwijst naar de rechtbank Oost-Brabant, locatie ‘s-Hertogenbosch. [gedaagde] baseert haar vordering op een volgens haar overeengekomen forumkeuze. AG Interior Solutions betwist de incidentele vordering van [gedaagde] . Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
Toepasselijkheid algemene voorwaarden
3.2.
Het geschil in dit incident komt neer op de vraag of de algemene voorwaarden van [gedaagde] (hierna: de algemene voorwaarden) op de rechtsverhouding tussen AG Interior Solutions en [gedaagde] van toepassing zijn. In artikel 15 van de algemene voorwaarden is namelijk een forumkeuze opgenomen voor de rechtbank Oost-Brabant, locatie ’s-Hertogenbosch, zodat deze rechtbank bij toepasselijkheid van de algemene voorwaarden bevoegd is (artikel 108 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv)). Indien de algemene voorwaarden niet van toepassing zijn, is deze rechtbank op grond van artikel 99 Rv bevoegd, nu [gedaagde] is gevestigd te Winterswijk.
3.3.
De toepasselijkheid van algemene voorwaarden moet worden beoordeeld aan de hand van de regels van aanbod en aanvaarding die gelden voor de totstandkoming van overeenkomsten in het algemeen (artikel 3:33 en 3:35 juncto 6:217 van het Burgerlijk Wetboek (BW)). De toepasselijkheid van algemene voorwaarden kan dus worden aangenomen als de gebruiker de toepasselijkheid ervan heeft aangeboden en de wederpartij dit aanvaardt, waaronder begrepen het geval dat de wederpartij het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt met de toepasselijkheid in te stemmen. In tegenstelling tot wat AG Interior Solutions aanvoert is terhandstelling van de algemene voorwaarden geen vereiste voor de toepasselijkheid daarvan. Een wederpartij is ook gebonden aan algemene voorwaarden als zij bij het sluiten van de overeenkomst de inhoud van de algemene voorwaarden niet kende, ongeacht of de gebruiker dit begreep of moest begrijpen (artikel 6:232 BW). Het niet ter hand stellen van algemene voorwaarden kan wel tot vernietigbaarheid van de algemene voorwaarden leiden (artikel 6:233 sub b juncto artikel 6:234 BW).
3.4.
AG Interior Solutions baseert haar vorderingen in de hoofdzaak op twee met [gedaagde] gesloten overeenkomsten (productie 5 en 6 bij dagvaarding). In beide overeenkomsten is boven de door partijen gezette handtekeningen de volgende tekst opgenomen:

De algemene voorwaarden van [gedaagde] gedateerd 17-04-2013, gedeponeerd bij de kamer van koophandel in Eindhoven met nummer 16043928 en 16052906, zijn op deze opdracht van toepassing.
Naar het oordeel van de rechtbank kwalificeert deze tekst als een aanbod van [gedaagde] om haar algemene voorwaarden op de overeenkomst van toepassing te laten zijn. Voor een dergelijk aanbod gelden immers geen vormvereisten (artikel 3:37 lid 1 BW). Door ondertekening van de overeenkomsten heeft AG Interior Solutions de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van [gedaagde] aanvaard. Gelet op het voorgaande zijn de algemene voorwaarden van [gedaagde] van toepassing op de door haar met AG Interior Solutions gesloten overeenkomsten.
Vernietigbaarheid algemene voorwaarden
3.5.
AG Interior Solutions doet een beroep op vernietiging van de algemene voorwaarden omdat deze volgens haar nooit aan haar ter hand zijn gesteld. Een beding in algemene voorwaarden is ingevolge artikel 6:233 sub b BW onder meer vernietigbaar indien de gebruiker aan de wederpartij niet een redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen. In artikel 6:234 lid 1 BW is bepaald dat de gebruiker aan de wederpartij deze mogelijkheid onder andere heeft geboden indien hij de algemene voorwaarden voor of bij het sluiten van de overeenkomst aan de wederpartij ter hand heeft gesteld. Verder brengt een redelijke en op de praktijk afgestemde uitleg van artikel 6:234 BW mee dat aan de strekking van de in die bepaling vervatte regeling eveneens recht wordt gedaan, indien de wederpartij zich tegenover de gebruiker niet op vernietigbaarheid van een beding in algemene voorwaarden kan beroepen, wanneer zij ten tijde van het sluiten van de overeenkomst met dat beding bekend was of geacht kon worden daarmee bekend te zijn (HR 1 oktober 1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2977).
3.6.
AG Interior Solutions voert aan dat zij pas voor het eerst kennis heeft genomen van de algemene voorwaarden toen de advocaat van [gedaagde] deze bij brief van 5 april 2023 aan haar toestuurde. [gedaagde] stelt dat zij de algemene voorwaarden bij toezending van de inkoopopdrachten aan AG Interior Solutions heeft toegezonden. Verder voert [gedaagde] aan dat zij in het verleden vaker opdrachten aan AG Interior Solutions heeft gegeven, waarop ook steeds haar algemene voorwaarden van toepassing waren. AG Interior Solutions erkent dat zij in het verleden drie opdrachten voor [gedaagde] heeft uitgevoerd. Zij voert aan dat ook bij die opdrachten de algemene voorwaarden niet aan haar ter hand waren gesteld. [gedaagde] voert nog aan dat twee bestuurders van AG Interior Solutions voorheen werkzaam waren bij [gedaagde] en in die hoedanigheid bekend waren met de algemene voorwaarden. AG Interior Solutions erkent dat twee van haar bestuurders voorheen werkzaam waren bij [gedaagde] . Volgens AG Interior Solutions waren deze bestuurders uit hoofde van hun functie echter niet bekend met de algemene voorwaarden. Het betreft immers een voormalig projectleider en een voormalig ZZP’er. Verder voert AG Interior Solutions aan dat uit de door [gedaagde] overgelegde algemene voorwaarden volgt dat dit oorspronkelijk de algemene voorwaarden van [naam 1] en [naam 2] waren en dat [gedaagde] hieraan op 3 oktober 2017 is toegevoegd. De bestuurders van AG Interior Solutions zijn beiden voor 2017 gestopt met hun werkzaamheden bij [gedaagde] . Ook om die reden kunnen zij volgens AG Interior Solutions dus niet bekend zijn (geweest) met de algemene voorwaarden van [gedaagde] .
3.7.
De stelplicht en bewijslast met betrekking tot de terhandstelling rust op de gebruiker van de algemene voorwaarden, [gedaagde] . De door AG Interior Solutions ondertekende overeenkomsten leveren naar het oordeel van de rechtbank geen (dwingend rechtelijk) bewijs op van de ter handstelling van de algemene voorwaarden, aangezien in deze overeenkomsten niet staat vermeld dat de algemene voorwaarden zijn bijgevoegd. [gedaagde] heeft haar stelling dat de algemene voorwaarden bij toezending van de inkoopopdrachten aan AG Interior Solutions zijn toegezonden onvoldoende onderbouwd. Het had op de weg van [gedaagde] gelegen om te onderbouwen op welke wijze de algemene voorwaarden aan AG Interior Solutions zijn toegezonden. Ten aanzien van de eerdere tussen partijen gesloten overeenkomsten heeft [gedaagde] in het geheel niet gesteld dat zij hierbij haar algemene voorwaarden aan AG Interior Solutions ter hand heeft gesteld. Ook haar stelling dat de bestuurders van AG Interior Solutions bekend zijn met haar algemene voorwaarden heeft [gedaagde] onvoldoende onderbouwd. Het had op de weg van [gedaagde] gelegen om ten aanzien hiervan te onderbouwen welke functie de bestuurders van AG Interior Solutions bij haar hebben vervuld en waarom zij in die hoedanigheid bekend waren met de algemene voorwaarden.
3.8.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de algemene voorwaarden (in het verleden) aan AG Interior Solutions ter hand zijn gesteld. Evenmin is komen vast te staan dat AG Interior Solutions op een andere wijze bekend is geraakt met de algemene voorwaarden van [gedaagde] . Gesteld noch gebleken is dat terhandstelling in het onderhavige geval redelijkerwijs niet mogelijk was, zodat het forumkeuzebeding vernietigbaar is. Het beroep van AG Interior Solutions op vernietiging van de door [gedaagde] gebruikte algemene voorwaarden slaagt. Op grond van artikel 99 lid 1 Rv is deze rechtbank bevoegd om van het geschil kennis te nemen. De incidentele vordering van [gedaagde] zal worden afgewezen.
3.9.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld, tot op heden vastgesteld op € 598,00.

4.De beoordeling in de hoofdzaak

4.1.
De zaak zal worden verwezen naar de rol voor conclusie van antwoord door [gedaagde] .

5.De beslissing

De rechtbank
in het incident
5.1.
wijst het gevorderde af,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van het incident, aan de zijde van AG Interior Solutions tot op heden vastgesteld op € 598,00,
5.3.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in de hoofdzaak
5.4.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
28 februari 2024voor conclusie van antwoord door [gedaagde] .
Dit vonnis is gewezen door mr. P.F.A. Bierbooms en in het openbaar uitgesproken op 17 januari 2024.
RG/PB