ECLI:NL:RBGEL:2024:3127
Rechtbank Gelderland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot verlenging van de afkoelingsperiode in het kader van de WHOA
In deze beschikking van de Rechtbank Gelderland, gedateerd 23 mei 2024, is het verzoek van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, aangeduid als verzoekster, om verlenging van de afkoelingsperiode ex artikel 376 Faillissementswet (Fw) afgewezen. Verzoekster had eerder op 24 januari 2024 een startverklaring ingediend en op 20 februari 2024 verzocht om een afkoelingsperiode van twee maanden. De rechtbank had op 6 maart 2024 een afkoelingsperiode afgekondigd, maar verzoekster vroeg op 26 april 2024 om verlenging van deze periode. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er belangrijke vooruitgang is geboekt in de totstandkoming van het akkoord en dat de verlenging van de afkoelingsperiode niet noodzakelijk is voor de voortzetting van de onderneming. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de vordering van het pensioenfonds niet kan worden betrokken in een onderhands akkoord, wat de noodzaak van de verlenging verder ondermijnt. De rechtbank heeft uiteindelijk het verzoek tot verlenging afgewezen, waarbij de belangen van de schuldeisers en de noodzaak van de afkoelingsperiode zorgvuldig zijn afgewogen.