In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, wordt beslist op de verzoeken om een voorlopige voorziening van verzoekers tegen de verleende omgevingsvergunning voor een tijdelijke grondopslag in Nunspeet. De omgevingsvergunning, verleend op 11 april 2024, betreft de opslag van zand dat nodig is voor de aanleg van tunnels onder het spoor in de gemeente Nunspeet. Verzoekers, die in de nabijheid van het perceel wonen, vrezen voor verkeersveiligheid door het aan- en afrijdend vrachtverkeer en hebben bezwaar gemaakt tegen de vergunning. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken op 7 mei 2024 behandeld en komt tot de conclusie dat de bezwaren van verzoekers geen redelijke kans van slagen hebben. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om een voorlopige voorziening af, omdat het college van burgemeester en wethouders van Nunspeet voldoende heeft aangetoond dat de verkeersveiligheid is gewaarborgd en dat de omgevingsvergunning in overeenstemming is met de wetgeving. De voorzieningenrechter benadrukt dat de beoordeling van de verzoeken een voorlopig karakter heeft en niet bindend is voor een eventueel bodemgeding.