Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.[eiser sub 1] ,
2.
[eiser sub 2],
1.De procedure
2.De feiten
artikel 6 Staat van de onroerende zaak/ Gebruik
[adres 1]
- Vrijstaand volledig geïsoleerd gastenverblijf met ruim 140 m² gebruiksoppervlakte. Indeling: entree, hal, toilet, royale woonkamer met dubbele erker, open keuken met hoekopstelling v.v. inbouwapparatuur, slaap- en complete badkamer. Vaste trap naar verdieping met slaapkamer en royale ruimte voor meerdere kamers;
- Verder is er bij de vijver nog een prieel/tuinhuis en carport voor aanhanger bij de garage.
(...)
In de woning heb je (…) mooie terrassen, nog een tuinhuis, heel verzorgd perceel en dan kijk je zo uit op die prachtige villa hier, (…). En als je dan nog niet genoeg hebt dan heb je daarna nog een gastenverblijf (…), wat je ideaal kunt gebruiken als gastenverblijf, maar ook voor kantoorruime of wat u zou willen.”
1. Hoeveel huisnummers heeft dit perceel? Alleen 4. Maar je kunt wel 4a erbij krijgen maar betaal je dubbele gemeentelijke belasting
[naam 2] en ik hopen dat jullie hier, samen met jullie kinderen en (schoon)ouders, net zo gelukkig worden als dat wij altijd zijn geweest.”
Eerder vandaag hebben wij elkaar telefonisch gesproken over de mogelijkheid van een B&B op uw perceel [adres 1] .
- Bed & breakfast is gekoppeld aan de woonfunctie; dat betekent dat mede gebruik wordt gemaakt van keuken en sanitair van de woning.
- Bed & breakfast dient binnen de bestaande woning te worden gerealiseerd.
(...)
(...)
3.Het geschil
€ 34.424,20. Dit bedrag bestaat uit de begrote kosten voor reparatie van de vijver en dient door [gedaagde] te worden betaald. In het geval dat ervan uit wordt gegaan dat ook [gedaagde] niet wist dat de vijver telkens leegliep en dit niet hoefde te weten, dan is sprake van wederzijdse dwaling. In dat geval dienen de nadelige gevolgen van de dwaling voor rekening van beide partijen te komen.
4.De beoordeling
Ook het beroep van [eisers] op wederzijdse dwaling (artikel 6:228 lid 1 onder c BW) slaagt niet, omdat niet (voldoende) is onderbouwd dat [gedaagde] van dezelfde onjuiste voorstelling als [eisers] is uitgegaan, in die zin dat permanente bewoning van het gastenverblijf was toegestaan.
e-mailbericht van 18 januari 2021 geantwoord dat de vijver gevuld moet worden. Volgens [eisers] moet de bronpomp continu aan staan om de vijver gevuld te houden, wat leidt tot hoge energiekosten. [gedaagde] heeft betwist dat de pomp continu aan moet staan en zij heeft verklaard dat [eisers] voor de aankoop op de hoogte was van de aanzienlijke elektriciteitskosten, mede gebaseerd op het regelmatig bijvullen van de vijver. Nu [eisers] wist dat de vijver gevuld moest worden door middel van de bronpomp en hij ervan op de hoogte was dat het energieverbruik hoog was, was het leeglopen van de vijver een eigenschap was die kenbaar was voor [eisers] Het had daarom op de weg van [eisers] gelegen om nadere vragen te stellen, bijvoorbeeld over hoe snel de vijver leegliep. Er is dan ook geen sprake van non-conformiteit.
5.De beslissing
17 april 2024.