ECLI:NL:RBGEL:2024:2719

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
19 april 2024
Publicatiedatum
7 mei 2024
Zaaknummer
05-880566-15
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling en voorwaardelijke beëindiging van verpleging van overheidswege

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 19 april 2024 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de betrokkene, die in 2016 door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden was veroordeeld tot terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen en de verpleging voorwaardelijk te beëindigen, beoordeeld. De betrokkene, die lijdt aan een waanstoornis en andere psychische aandoeningen, heeft in de afgelopen periode positieve stappen gezet in zijn behandeling en stabiliteit getoond. De deskundigen hebben geadviseerd om de verpleging voorwaardelijk te beëindigen, waarbij de reclassering betrokken blijft. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de beveiliging van de maatschappij geen verdere verpleging van overheidswege vereist en heeft de voorwaarden voor de voorwaardelijke beëindiging vastgesteld. De rechtbank heeft ook besloten dat er geen contactverbod nodig is, aangezien er geen bewijs is dat de betrokkene contact met de nabestaanden heeft gezocht. De beslissing is genomen in het belang van de betrokkene en de maatschappij.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/880566-15
Datum uitspraak: 19 april 2024
Beslissingvan de meervoudige kamer als bedoeld in artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering
in de zaak van

de officier van justitie

tegen

[betrokkene] , hierna: betrokkene,

geboren op [geboortedag] 1972 te [geboorteplaats] ,
verblijvende in [kliniek] (hierna: de kliniek).
raadsvrouw: mr. S. Marjanovic, advocaat te ’s-Gravenhage.

Procedure

Betrokkene is op 10 november 2016 bij arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden veroordeeld tot terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege. Deze maatregel is ingegaan op 3 april 2017 en het laatst verlengd bij beslissing van deze rechtbank van 28 april 2023.
Bij vordering van 27 februari 2024, bij de griffie van deze rechtbank ingekomen op dezelfde dag, heeft de officier van justitie gevorderd dat deze maatregel wordt verlengd voor de duur van één jaar
De rechtbank heeft kennis genomen van de volgende processtukken:
  • het adviesrapport van de kliniek van 25 januari 2024, waarin wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege te verlengen met één jaar;
  • het reclasseringsadvies (maatregelenrapport) van 31 januari 2024, waarin wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen;
  • een afschrift van de wettelijke aantekeningen.
Ter zitting van 5 april 2024 zijn gehoord:
- betrokkene;
- zijn raadsvrouw mr. S. Marjanavic;
- deskundige [naam 1] , klinisch psycholoog en behandelcoördinator;
- deskundige [naam 2] , psycholoog;
- deskundige [naam 3] , reclasseringswerker; en
- de officier van justitie, mr. G. Steeghs.

De standpunten

De officier van justitie heeft ter zitting de vordering toegelicht en daarin volhard.
Het recidiverisico is zodanig beperkt dat een volgende stap gezet kan worden. Dat is de voorwaardelijke beëindiging. De nabestaanden hebben als wens een contactverbod op te laten nemen bij de voorwaarden. De officier begrijpt dat de kliniek en de reclassering aangeven dat de noodzaak voor een contactverbod er niet is, maar die noodzaak is er volgens hem wel. Daarmee wordt immers bij betrokkene de twijfel weggenomen als bij hem de vraag opkomt of hij contact met de nabestaanden mag opnemen of niet. Aan de andere kant kan de familie, gezien de ernst van het feit en de erfeniskwestie die nog speelt, rust halen uit het feit dat er een contactverbod is. Gevorderd wordt dan ook dat aan betrokkene een contactverbod wordt opgelegd met de gehele voormalige schoonfamilie, behoudens in geval van expliciete toestemming van de reclassering of via een advocaat.
De raadsvrouw van betrokkene heeft het woord gevoerd en gepleit voor een verlenging van de maatregel voor de duur van één jaar en – conform het advies van de kliniek en de reclassering – voorwaardelijke beëindiging van de maatregel. Ze heeft daartoe aangevoerd dat de deskundigen duidelijk zijn in hun advies: de maatregel is niet meer noodzakelijk. Het recidivegevaar is zodanig gedaald dat het aanvaardbaar is en daarmee is een voorwaardelijke beëindiging ook te verantwoorden. Betrokkene heeft alle stappen gezet die gezet moeten worden. Er is geen meerwaarde voor een contactverbod; daar is zorgvuldig naar gekeken, zo blijkt uit de rapporten. Betrokkene heeft hierover zijn zorgen uitgesproken. Hij maakt zich zorgen dat een contact hem, ook buiten zijn schuld, in een lastig parket kan brengen.

De beoordeling

Indexdelict
De terbeschikkingstelling is opgelegd vanwege het misdrijf doodslag.
Dat betekent dat de maatregel is opgelegd in verband met een misdrijf dat gericht was tegen of gevaar veroorzaakte voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een persoon.
Stoornis
Uit het rapport van de kliniek blijkt dat bij betrokkene sprake is van een waanstoornis (in langdurige remissie), een stoornis in cannabis- en alcoholgebruik (in langdurige remissie in een gereguleerde omgeving) en een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met narcistische trekken.
Hieruit blijkt dat de stoornissen nog altijd aanwezig zijn.
Verloop van de maatregel
Uit het rapport van de kliniek en het reclasseringsadvies blijkt dat aan betrokkene eind april 2023 een machtiging is verleend voor transmuraal verlof met verblijf in Meander, een tiny house en een zelfstandige woning. Ook is een machtiging verleend voor twee hotelovernachtingen, ter versteviging van het contact met zijn netwerk. Betrokkene is aangemeld bij woonbemiddeling en ook is behandeling bij ForFact Kairos opgestart. In juni 2023 maakt betrokkene de overstap naar een tiny house. Ook vanuit het tiny house blijft betrokkene het behandelteam opzoeken om met hen te delen wat hem bezighoudt. Er wordt een positieve samenwerkingsrelatie opgebouwd met het ForFact team, waar alle betrokkenen tevreden over zijn. In oktober 2023 volgt een passend aanbod en betrokkene begint met de voorbereidingen (klussen en inrichten). Eind oktober 2023 is hij helemaal over naar zijn eigen woning. Hij ervaart meer rust en meer vrijheid. Hij is zich bewust van de noodzaak van balans tussen belasting en ontspanning en kan deze balans goed bewaken. Hij bouwt tijdig rust in.
Betrokkene blijft met deze toename van vrijheden stabiel in functioneren, mede doordat alle bekende risicofactoren momenteel onder controle lijken te zijn. De reclassering is sinds januari 2023 betrokken middels Forensisch Psychiatrisch Toezicht en doet, zoals afgesproken tijdens de laatste verlengingszitting, onderzoek naar de mogelijkheden voor voorwaardelijke beëindiging van de maatregel. In afwachting van het adviesrapport adviseert de kliniek zekerheidshalve om de maatregel te verlengen met de duur van een jaar.
Deskundige [naam 1] heeft toegelicht dat het verantwoord is om de verpleging voorwaardelijk te beëindigen. Het maatregelenrapport van de reclassering is wat dat betreft adequaat. In de tijd dat betrokkene in de kliniek verbleef zijn de waanstoornissen niet teruggekomen, alles zonder medicatie. Ook niet bij stress. In de afgelopen tijd is bij betrokkene gezien dat hij, toen zijn hoger beroep in de civiele procedure rond de erfenis werd afgewezen, niet ontspoorde. Hij ging het gesprek met de kliniek aan. Wat de uitspraak bij de Hoge Raad in de lopende cassatieprocedure in de civiele zaak ook wordt, het risico is aanvaardbaar.
Deskundige [naam 3] heeft toegelicht dat het contact tussen betrokkene en de reclassering goed verloopt. Betrokkene kan zich vinden in de voorwaarden. Hij is psychisch stabiel. Het contactverbod is zorgvuldig besproken. Hij is er duidelijk in dat hij geen contact met de nabestaanden zal opnemen. De reclassering begrijpt de vraag wel vanuit de familie, maar zover zij betrokkene kent, toont hij geen intenties om contact met hen op te zoeken. Betrokkene heeft ook duidelijk verteld dat hij zich zal neerleggen bij de uiteindelijke uitspraak in de erfeniskwestie. Mocht de rechtbank toch een contactverbod opleggen, dan ziet de reclassering daarin geen bezwaren: betrokkene gaat door met zijn eigen leven.
Recidivegevaar
Binnen transmuraal verlof en zelfstandig wonen wordt het recidivegevaar door de kliniek ingeschat als laag. Wanneer de maatregel op dit moment zou wegvallen, is de verwachting dat betrokkene bij het moeten functioneren in de maatschappij, geconfronteerd zal worden met veel stressoren, waarbij zijn copingvaardigheden vooralsnog niet voldoende sterk zijn. Bij het ontbreken van structuur en begeleiding zou betrokkene (psychotisch) kunnen ontregelen, waarbij middelengebruik een luxerende factor is. Het risico op een gewelddadig recidive wordt ingeschat als matig op de langere termijn.
Hieruit blijkt dat de kans op herhaling bij onmiddellijke beëindiging van de terbeschikkingstelling nog aanwezig is.
Conclusie
Uit het rapport en uit wat ter zitting is besproken, blijkt dat aan de voorwaarden voor verlenging is voldaan. Betrokkene heeft de laatste periode laten zien dat hij stabiel functioneert, ook als spanningen of stress opbouwen. De samenwerking is positief. De kliniek en de reclassering zijn het er over eens dat het verantwoord is om de dwangverpleging onder de door de reclassering geformuleerde voorwaarden te beëindigen.
De rechtbank is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat de beveiliging van de maatschappij de voortzetting van de verpleging van overheidswege niet langer eist. De rechtbank zal overgaan tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege onder de voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd en hierna opgenomen, behalve ten aanzien van de time-out. De rechtbank ziet aanleiding om, gelet op de beslissing van de Hoge Raad van 28 november 2023, ECLI:NL:HR:2023:1663, de voorwaarde die ertoe strekt mee te werken aan een klinische time-outopname te wijzigen, in die zin dat dit slechts mogelijk is zonder rechterlijke toestemming als betrokkene daarmee instemt op het moment dat opname aan de orde is. De opname kan dan alleen zolang voortduren als betrokkene daarmee instemt. Wanneer betrokkene de opname zelf beëindigt, is dit geen overtreding van een voorwaarde. Ontbreekt de toestemming van betrokkene op dat moment, dan biedt voor een eventuele gedwongen tijdelijke crisisopname artikel 6:6:10a van het Wetboek van Strafvordering de grondslag via de rechter-commissaris.
Betrokkene heeft ter zitting ingestemd met de voorwaarden.
De rechtbank ziet geen noodzaak om betrokkene een contactverbod op te leggen. Niet is gebleken dat hij op enig moment contact met de nabestaanden heeft gezocht en uit de adviezen en het verhandelde ter zitting volgt dat hij daar ook de behoefte niet toe heeft.

De beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling van [betrokkene] met
één jaar.
beëindigt de verpleging van overheidswegeonder de navolgende voorwaarden:

Geen strafbaar feit plegen

Betrokkene maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit.

Meewerken aan reclasseringstoezicht

Betrokkene werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
Betrokkene meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is.
Betrokkene laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van betrokkene vast te stellen.
Betrokkene houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om betrokkene te helpen bij het naleven van de voorwaarden.
Betrokkene helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid.
Betrokkene werkt mee aan huisbezoeken.
Betrokkene geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners.
Betrokkene vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering.
Betrokkene werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met betrokkene, als dat van belang is voor het toezicht.

Meewerken aan time-out

Als de reclassering dat nodig vindt kan betrokkene als hij daarmee instemt - en zo niet, nadat dit is voorgelegd aan en bevolen door de rechter -, voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of betrokkene deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar.

Niet naar het buitenland

Betrokkene gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van de reclassering.

Ambulante behandeling

Betrokkene laat zich behandelen door Kairos, forensische psychiatrie, of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt.

Drugsverbod

Betrokkene gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd.

Alcoholverbod

Betrokkene gebruikt geen alcohol, en werkt mee aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd.

Meewerken aan middelencontrole

Betrokkene werkt mee aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd.
Deze beslissing is gegeven door mr. F.J.H. Hovens, als voorzitter, mr. M.L. Braaksma en mr. W. Bruins, als rechters in tegenwoordigheid van mr. S.A. Teger, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 19 april 2024.