2.2Het hof heeft aan de verdachte, naast een gevangenisstraf, de maatregel van terbeschikkingstelling opgelegd en daarbij voorwaarden gesteld. Het bestreden arrest houdt hierover onder meer het volgende in:
“Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot doodslag en een poging tot zware mishandeling van [betrokkene 1], aan opzettelijke en wederrechtelijke vrijheidsberoving van [betrokkene 1], aan vier gevallen van mishandeling, waarvan drie gericht tegen [betrokkene 1], aan zeven gevallen van vernieling of beschadiging, aan diefstal en aan het verlaten van de plaats van een ongeval.
XVIII.
Bij de straftoemeting heeft het hof voorts gelet op de inhoud van de in het dossier voorhanden zijnde rapportages van deskundigen. In de onderhavige zaak zijn op 3 augustus 2018 en op 19 juni 2020 door [betrokkene 3] (psychiater) en op 30 juli 2018 en 21 juni 2020 door [betrokkene 4] (klinisch psycholoog) rapportages Pro Justitia opgemaakt omtrent de persoon van verdachte. Tevens heeft reclasseringswerker [betrokkene 5] op 3 augustus 2020 een reclasseringsadvies opgemaakt.
Ten aanzien van de maatregel
Het hof verenigt zich met de weergegeven bevindingen en conclusies van de deskundigen met betrekking tot het recidiverisico en de noodzaak van langdurige behandeling, waaronder een klinische behandeling. Zonder een dergelijke behandeling acht het hof de kans op recidive vanuit de stoornissen van de verdachte groot.
Zoals het hof hiervoor heeft overwogen, is naar zijn oordeel het opleggen van een deels voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden in deze zaak geen optie om te kunnen waarborgen dat de verdachte de noodzakelijke behandeling ondergaat alvorens volledig terug te keren in de maatschappij. Het hof zal daarom bezien of de geadviseerde behandeling en overige voorwaarden in het kader van de maatregel van terbeschikkingstelling moeten worden opgelegd.
XXV.
Het hof stelt vast dat aan de wettelijke criteria voor het opleggen van de maatregel van terbeschikkingstelling is voldaan:
• bij de verdachte bestond ten tijde van het begaan van de feiten een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens (in de vorm van een antisociale persoonlijkheidsstoornis met narcistische kenmerken) en een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens (in de vorm van een polymiddelenprobleem);
• de door de verdachte in de zaak met parketnummer 03-659281-18 onder 1 primair en de in de zaak met parketnummer 03-659016-17 onder 1 subsidiair en 2 begane feiten zijn misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van meer dan vier jaren is gesteld, en
• de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen eist het opleggen van die maatregel.
Het hof acht het noodzakelijk dat de verdachte wordt behandeld in een forensisch kader zodat er, naast het behandelen van de stoornis zelf, ook genoeg aandacht is voor het voorkomen van recidive. Het hof ziet, gelet op de uitgebrachte rapporten van de deskundigen, met de advocaat-generaal en de verdediging aanleiding om af te zien van de door de rechtbank opgelegde terbeschikkingstelling met dwangverpleging. Overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal zal het hof in plaats daarvan terbeschikkingstelling met voorwaarden opleggen nu dat minder vergaande kader op dit moment afdoende lijkt voor de noodzakelijke behandeling van de verdachte ter beteugeling van het recidivegevaar.
Aan de op te leggen maatregel zullen de door de reclassering geformuleerde voorwaarden, met uitzondering van het contactverbod, worden verbonden, welke voorwaarden in het dictum worden weergegeven. De verdachte heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep bereid verklaard deze voorwaarden na te leven.
Gelast dat de verdachte ter beschikking wordt gesteld met de navolgende voorwaarden:
1. dat de verdachte zich niet schuldig zal maken aan het plegen van strafbare feiten;
2. dat de verdachte mee zal werken aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
(...)
3. dat de verdachte meewerkt aan een time-out in een door het IFZ geïndiceerde kliniek zoals een FPK of FPA of andere instelling, als de reclassering dat nodig vindt. Deze time-out duurt maximaal 7 weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal 7 weken, tot maximaal 14 weken per kalenderjaar;
(...)
5. dat de verdachte zich laat opnemen in FPK [B] of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt zolang de reclassering en de instelling dat nodig vinden. De verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
6. dat de verdachte na zijn klinische opname een ambulante behandeling volgt bij de forensische polikliniek [B] of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zolang de reclassering en de behandelinstelling dat nodig vinden. De verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
(...)
9. dat de verdachte verblijft in een nader te bepalen instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door het IFZ. Het verblijf start aansluitend op zijn klinische traject en duurt tot het einde van de termijn van de maatregel of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.
Geeft opdracht aan de reclassering de verdachte bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Beveelt dat de opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar is.”
Wettelijk kader