In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 1 mei 2024 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een eiser en de Onderlinge Waarborg Maatschappij Achterhoek U.A. (OWM). De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. S.B.W. du Plessis, stelde dat OWM haar zorgplicht als assurantietussenpersoon had geschonden door hem niet te informeren over de mogelijkheid van een schadeverzekering inzittenden (SVI) bij het afsluiten van zijn autoverzekering. De eiser had een ongevallen-inzittendenverzekering (OIV) afgesloten, maar na een eenzijdig auto-ongeval waarbij hij een dwarslaesie opliep, vorderde hij schadevergoeding van OWM. De rechtbank oordeelde dat OWM haar zorgplicht niet had geschonden. De rechtbank concludeerde dat de OIV, die de eiser had afgesloten, passend was en dat OWM niet verplicht was om de eiser te informeren over alle mogelijke verzekeringsopties. De rechtbank wees de vorderingen van de eiser af en veroordeelde hem in de proceskosten, die op € 2.389,00 werden begroot. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van assurantietussenpersonen en de verwachtingen die aan hen worden gesteld in het kader van hun zorgplicht.