[eiser] legt aan zijn vorderingen, samengevat, het volgende ten grondslag.
Allen [naam 3] heeft zich gekwalificeerd (artikel 1.1 Kwalificatiedocument). Verder heeft ook geen enkele renner zich genomineerd (artikel 1.2 Kwalificatiedocument). Uit artikel 1.5 lijkt te volgen dat alle vijf beschikbare plaatsen worden benut door renners daartoe aan te wijzen. De KNWU heeft de afgelopen ook steeds alle beschikbare plaatsen voor een WK gebruikt door renners die zich niet rechtstreeks hadden gekwalificeerd daartoe te selecteren.
De KNWU heeft bij de selectie niet kenbare selectiecriteria toegepast door belangen bij de (deelname van Nederland aan de) Olympische Spelen mee te laten wegen, hetgeen heeft geleid tot de selectie van [naam 4] en [naam 5] . [eiser] wijst er op dat doel van een WK is de beste renners te laten rijden en dat hij, als gekeken wordt naar de criteria voor nominatie van artikel 1.2 van het Kwalificatiedocument beter heeft gepresteerd dan [naam 5] . [eiser] reed 1x top 16 en 2x top 32, [naam 5] reed 1x top 32.
[eiser] begrijpt dat de KNWU er belang bij heeft om naast [naam 3] , [naam 4] en [naam 5] te selecteren voor het WK, omdat zij met elkaar mogelijk voldoende punten kunnen halen voor een tweede startbewijs voor de Olympische Spelen in de Parijs. Dat laat onverlet dat [eiser] meent dat hij, op grond van de dit jaar behaalde prestaties waarbij hij in de BMX Men Elite World Cup Standing beter heeft gepresteerd dan [naam 5] , als vierde renner aan de selectie had moeten worden toegevoegd. Op het moment dat niemand zich kwalificeert of nomineert en de KNWU de vrijheid heeft zelf renners te selecteren moet er, ten einde willekeur te voorkomen, wel sprake zijn van een transparante en faire aanwijzing . Daarvan is geen sprake. De gemaakte keuzes zij niet inzichtelijk, ongemotiveerd en waar wel redenen worden gegeven, zijn die niet juist.
Naast de grote sportieve belangen heeft [eiser] , die zijn kosten voor trainingen en wedstrijden zelf moet dragen en daarvoor sponsoren nodig heeft, ook grote financiële belangen om deel te kunnen nemen aan het WK. Voor wat betreft de voor de KNWU aan de selectie van [eiser] verbonden kosten heeft [eiser] gesteld dat die kosten in de belangenafweging tussen de KNWU en zijn sportieve en financiële belangen niet mogen leiden tot een weigering van de KNWU om hem aan de selectie toe te voegen. [eiser] wijst er in dit verband op dat de KNWU in 2022 verliezen heeft geleden maar dat dit haar niet ervan weerhouden heeft om in 2023 nog vijf renners en zelfs een reserve renner te selecteren en de kosten toen kennelijk een rol van betekenis speelden. Uitgaande van de selectie zoals die in 2022 en 2023 heeft plaatsgevonden, had [eiser] er van uit mogen gaan dat hij in 2024 ook voor een vrije startplaats op het WK in aanmerking zou komen. De weigering van de KNWU om [eiser] te laten deelnemen is dan ook in strijd met de redelijkheid en billijkheid, aldus [eiser] .