ECLI:NL:RBGEL:2024:2594

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
2 mei 2024
Publicatiedatum
1 mei 2024
Zaaknummer
C/05/433334 / FZ RK 24-681
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot vervangende toestemming voor verhuizing van de moeder met de kinderen

In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 2 mei 2024 uitspraak gedaan in een verzoek van de moeder om vervangende toestemming te verhuizen met haar kinderen naar [plaats 2]. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen, omdat de noodzaak voor de verhuizing niet voldoende was aangetoond. De moeder had een arbeidsovereenkomst gesloten die vereiste dat zij in een dienstwoning moest wonen, maar de rechtbank oordeelde dat zij deze situatie zelf had gecreëerd door eerst de overeenkomst te ondertekenen en pas daarna toestemming aan de vader te vragen. De rechtbank benadrukte dat de belangen van de kinderen voorop staan en dat een verhuizing niet in hun belang zou zijn, gezien de goede band die zij met hun vader hebben en de impact die een verhuizing op hun dagelijkse leven zou hebben.

De vader voerde verweer tegen de verhuizing en stelde dat de kinderen geworteld zijn in hun huidige omgeving, met school, vrienden en sportactiviteiten. De Raad voor de Kinderbescherming adviseerde ook om het verzoek van de moeder af te wijzen, omdat de verhuizing de contacten met de vader zou beperken. De rechtbank concludeerde dat de moeder onvoldoende had aangetoond dat de verhuizing noodzakelijk was en dat de voordelen voor haar niet opwogen tegen de nadelen voor de kinderen. Daarom werd ook het verzoek om de zorgregeling te wijzigen afgewezen, omdat er geen relevante wijziging van omstandigheden was die een herbeoordeling rechtvaardigde. De rechtbank moedigde de ouders aan om te werken aan hun communicatie voor de toekomst.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats Zutphen
Zaakgegevens: C/05/433334 / FZ RK 24-681
Datum uitspraak: 2 mei 2024
beschikking vervangende toestemming verhuizing
in de zaak van
[verzoekster](hierna: de moeder),
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. B.A.T. Brouwer te Apeldoorn ,
tegen
[verweerder](hierna: de vader),
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. C.L. van Olst te Apeldoorn .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift ingekomen bij de griffie op 14 maart 2024;
- het journaalbericht met bijlage van mr. Brouwer van 22 maart 2024
- het verweerschrift ingekomen bij de griffie op 22 april 2024.
1.2.
Tijdens de mondelinge behandeling van 25 april 2024 zijn gehoord:
- de moeder, bijgestaan door mr. B.A.T. Brouwer;
- de vader, bijgestaan door mr. C.L. van Olst;
- een vertegenwoordigster van de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad).

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben een affectieve relatie gehad. Uit de relatie tussen de ouders is geboren:
  • [kind 1], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , hierna te noemen: [kind 1] ;
  • [kind 2], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , hierna te noemen: [kind 2] .
2.2.
De ouders zijn gezamenlijk belast met het gezag over [kind 1] en [kind 2] .
2.3.
De ouders hebben met elkaar afspraken gemaakt over de verzorging en opvoeding van [kind 1] en [kind 2] . Deze afspraken zijn neergelegd in een ouderschapsplan, dat door de ouders is ondertekend op 30 augustus 2023.
2.4.
De ouders zijn in het ouderschapsplan - onder meer - overeengekomen dat [kind 1] en [kind 2] hoofdverblijfplaats bij de moeder hebben en dat de ouders bij een voorgenomen verhuizing vooraf met elkaar in overleg treden. Ook zijn zij de volgende regeling ter verdeling van de zorg- en opvoedingstaken (hierna: zorgregeling) overeengekomen:
  • De kinderen zijn bij de vader wekelijks van woensdag 18.00 uur tot vrijdagavond.
  • In de vierde week verblijven de kinderen van woensdag 18.00 uur tot zondagavond 18.00 uur bij de vader.
  • Vakanties:
  • Zomervakantie: eerste 2 weken bij de vader, daarna 3 weken bij de moeder en tot slot 1 week bij de vader.
  • Kerstvakantie: het even jaar de eerste week bij moeder. de tweede week bij vader en in de oneven jaren andersom.
  • In de overige vakanties loopt het omgangsschema door. In overleg kunnen andere afspraken worden gemaakt.
  • Feestdagen en de verjaardagen kinderen en ouders regelen de ouders in onderling overleg.
  • Indien specifieke, zwaarwegende omstandigheden dit vragen, kan de zorg/contactregeling in de toekomst aangepast worden.
2.5.
Op 18 januari 2024 is bij deze rechtbank het door de vader aangespannen kort geding tegen de moeder behandeld. Tijdens de mondelinge behandeling zijn partijen tot overeenstemming gekomen. De gemaakte afspraken zijn op papier gezet en door beide partijen ondertekend.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
De moeder verzoekt de rechtbank om bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. haar vervangende toestemming te verlenen om met de kinderen te verhuizen naar [plaats 2] ;
II. haar vervangende toestemming te verlenen voor het inschrijven van [kind 1] op de basisschool [naam basisschool] in [plaats 2] ;
III. de omgangsregeling (waarvoor de rechtbank leest: zorgregeling) zoals deze is vastgesteld in het ouderschapsplan te wijzigen en opnieuw rechtdoende te bepalen dat de kinderen afwisselende twee weekenden achtereen van vrijdag 14.00 uur tot zondag 17.00 uur bij de vader verblijven, daarna een weekeinde bij de moeder etc.
3.2.
De vader voert verweer tegen de verzoeken van de moeder. De vader verzoekt de rechtbank om bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de verzoeken van de moeder af te wijzen en als zelfstandige verzoeken van de vader te bepalen dat:
I. de moeder te verbieden te verhuizen met de kinderen naar [plaats 2] ;
II.
primair: wanneer de moeder toch verhuist, het hoofdverblijf van de kinderen voortaan bij de vader zal zijn waarbij geldt dat de kinderen telkens twee weekenden per drie weken van vrijdag 14.00 uur tot zondag 17.00 uur bij de moeder verblijven waarbij de moeder haalt en brengt;
subsidiair: wanneer de moeder toch verhuist met de kinderen, de moeder wordt bevolen per ommegaande terug te verhuizen met de kinderen naar de gemeente [plaats 1] , bij gebreke waarvan de moeder wordt veroordeeld om aan de vader een dwangsom te betalen van €500,- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat bij niet hieraan voldoet, tot een maximum van €50.000,- is bereikt;
III. de zorgregeling tussen de vader en de kinderen te wijzigen in die zin dat de kinderen voortaan bij de vader zullen verblijven:
a. iedere week van woensdag 18.00 uur tot vrijdagavond na het kickboksen;
b. om de week aansluitend in het weekend tot zondag 18.00 uur;
c. in de zomervakantie de eerste drie weken bij de vader en de tweede drie weken bij de moeder;
d. waarbij voor het overige de feestdagen- en vakantieverdeling uit het ouderschapsplan d.d. 30 augustus 2023 gehandhaafd blijft;
IV. Als voorwaardelijk zelfstandig verzoek, indien aan de moeder toestemming wordt verleend te verhuizen de zorgregeling tussen de vader en de kinderen te wijzigen in die zin dat de kinderen voortaan bij de vader zullen verblijven:
a. ieder weekend van vrijdag uit school tot zondag 18.00 uur;
b. in de zomervakanties de eerste drie weken bij de vader en de tweede drie weken bij de moeder;
c. waarbij voor het overige de feestdagen- en vakantieverdeling uit het ouderschapsplan d.d. 30 augustus 2023 gehandhaafd blijft;
d. waarbij de moeder haalt en brengt;
althans de bepalen zoals de rechtbank zal vermenen te behoren.
3.3.
Op de standpunten van partijen zal hierna, voor zover voor de beoordeling van belang, nader worden ingegaan.

4.Het advies van de Raad

4.1.
De zittingsvertegenwoordiger van de Raad heeft de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling geadviseerd om het verzoek van de moeder tot vervangende toestemming verhuizing af te wijzen.
4.2.
De Raad is van mening dat een verhuizing niet in het belang van de kinderen is. De contacten met vader worden beperkter als de moeder met de kinderen verhuist en de vader zal alleen nog maar een weekendvader kunnen zijn. De vader wil graag een deel van de zorg op zich nemen en betrokken zijn in het dagelijkse leven van de kinderen. De Raad is ook van mening dat nog niet van een bestendige relatie tussen de moeder en de nieuwe partner gesproken kan worden, ondanks dat de moeder inmiddels zwanger is. De kinderen hebben net pas de scheiding van de hun ouders achter de rug en dat vraagt veel van ze, zeker nu ook blijkt dat de ouders moeite hebben om met elkaar de communiceren en samen te werken. Een verhuizing zal de verhouding tussen de ouders alleen maar meer op scherp zetten.
4.3.
De Raad beschikt over onvoldoende informatie om te kunnen adviseren over wijziging van de zorgregeling. De communicatie tussen de ouders verloopt ook daarover stroef. De Raad adviseert de ouders om met elkaar te gaan werken aan de onderlinge communicatie zodat zij samen in de toekomst afspraken kunnen maken over een eventuele uitbreiding van de zorgregeling.

5.De beoordeling

vervangende toestemming verhuizing en inschrijving school

5.1.
Bij de beantwoording van de vraag of de moeder toestemming dient te krijgen om met de kinderen naar [plaats 2] te verhuizen, dienen alle betrokken belangen in acht genomen te worden. De belangen van de kinderen zijn daarbij een eerste overweging. Dit neemt niet weg dat, afhankelijk van de omstandigheden van het geval, andere belangen zwaarder kunnen wegen (Hoge Raad 25 april 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC5901).
5.2.
Volgens vaste rechtspraak worden door de rechtbank - onder meer - de volgende omstandigheden en belangen meegenomen/afgewogen:
  • de noodzaak om te verhuizen;
  • de mate waarin de verhuizing is doordacht en voorbereid;
  • de door de verhuizende ouder geboden alternatieven en maatregelen om de gevolgen van de verhuizing voor het kind en de andere ouder te verzachten en/of te compenseren;
  • de mate waarin de ouders in staat zijn tot onderlinge communicatie in overleg;
  • de rechten van de andere ouder en het kind op onverminderd contact met elkaar in een vertrouwde omgeving;
  • de verdeling van de zorgtaken en de continuïteit van de zorg;
  • de frequentie van het contact tussen het kind en de andere ouder voor en na de verhuizing;
  • de leeftijd van het kind, zijn/haar mening en de mate waarin het kind geworteld is in zijn omgeving of juist extra gewend is aan verhuizingen;
  • de (extra) kosten van de omgang na de verhuizing.
5.3.
De moeder voert kort samengevat aan dat zij er noodzaak toe heeft om met de kinderen te verhuizen. De moeder wil samen met haar nieuwe partner, waarbij zij benoemd dat er sprake is van een bestendige relatie, gaan samenwonen en samen het beheer te voeren over een camping/recreatiepark in [plaats 2] . De moeder is in dienst van dat park middels een arbeidsovereenkomst en daarin staat opgenomen dat zij verplicht is in de dienstwoning te gaan wonen. De moeder is van mening dat de verhuizing goed is voorbereid, ze heeft woonruimte en werk in [plaats 2] en de verhuizing is volgens de moeder ook in het belang van de kinderen omdat de moeder dan meer beschikbaar voor ze is. De wijk waarin de moeder nu met de kinderen woont is daarnaast onveilig vanwege overlast. De kinderen kunnen daar niet ongestoord buitenspelen. De moeder heeft er begrip voor dat de afstand [plaats 2] – [plaats 1] er voor zorgt dat er doordeweeks minder gemakkelijk contact mogelijk is tussen de kinderen en de vader. De moeder wil dan ook de zorgregeling wijzigen in die zin dat de kinderen twee weekenden achter elkaar bij de vader verblijven, dan een weekend bij de moeder en dan weer twee weekenden achter elkaar bij de vader. De moeder is bereid de kinderen zoveel mogelijk te brengen en te halen.
5.4.
De vader stelt kort samengevat dat het in beginsel zo is dat de moeder de vrijheid heeft haar leven opnieuw en naar eigen inzicht in te richten, maar de moeder dient daarbij wel rekening te houden met de vader die ook met het gezag over de kinderen belast is en met de belangen van de kinderen. Dat heeft de moeder onvoldoende gedaan. De kinderen zijn geboren en getogen in [plaats 1] en zij zijn daar geworteld door school, opvang, vriendjes, sport en hun halfzusje, de andere dochter van de vader. Het belang van de kinderen dient boven het belang van de moeder te staan. De moeder heeft weliswaar belang bij de verhuizing, maar de noodzaak hiertoe is volgens de vader onvoldoende aangetoond. De vader betwist dat de moeder in een probleemwijk woont en overlast ervaart, de moeder heeft daarvan ook geen enkel bewijs ingediend. De verhuizing is niet goed doordacht en ook niet goed voorbereid. De verhuizing zal een ingrijpende inperking hebben op de huidige zorgregeling. De vader zal dan aangewezen zijn op omgang in het weekend en de vakanties en hij zal op die manier een geheel andere ouderrol vervullen dan wanneer hij ook het doordeweekse ritme van de kinderen meemaakt. De vader komt hierdoor meer op afstand te staan. De huidige zorgregeling verloopt goed. De vader zou graag zien dat de moeder in [plaats 1] blijft wonen.
5.5.
De rechtbank wijst het verzoek van de moeder tot vervangende toestemming verhuizing af en zal hierna uitleggen waarom.
5.6.
Als uitgangspunt geldt dat een ouder bij wie de kinderen hun hoofdverblijfplaats hebben in beginsel de gelegenheid dient te krijgen om de kinderen elders een gezinsleven en een toekomst op te bouwen indien de omstandigheden van het geval, na een belangenafweging zoals hiervoor genoemd, een dergelijke beslissing ook rechtvaardigen.
5.7.
De rechtbank is in dit geval van oordeel dat een verhuizing naar [plaats 2] niet in het belang van de kinderen is, mede gelet op het advies van de Raad. Het is heel begrijpelijk dat de moeder graag met haar nieuwe partner (van wie zij inmiddels in de verwachting is) een camping wil gaan runnen en haar leven daar op wil bouwen. Maar dit belang weegt niet op tegen het belang van de kinderen tot onbelast en regelmatig contact met hun vader. De kinderen hebben een goede band met de vader en hij is ook onderdeel van hun dagelijkse leven. Hij gaat met ze naar sport en brengt en haalt ze uit school. Als de moeder met de kinderen verhuist en de zorgregeling wordt gewijzigd, zal de vader de kinderen alleen nog in het weekend zien. Zelfs als door de voorgestelde wijziging van de zorgregeling de tijd van de vader met de kinderen vergelijkbaar is, dan is hij niet meer betrokken bij hun dagelijkse leven met naar school gaan, sporten, vriendjes en vriendinnetjes zien. Zijn vaderrol wordt op die manier echt beperkter.
5.8.
De rechtbank is verder van oordeel dat de moeder onvoldoende de noodzaak van de verhuizing heeft aangetoond. De moeder voert aan dat zij een arbeidsovereenkomst heeft gesloten waarin staat dat zij in de dienstwoning van de camping moet wonen, maar de moeder heeft dit aan zichzelf te wijten. De moeder heeft namelijk eerst een arbeidsovereenkomst gesloten, en daarna pas de vader gevraagd om toestemming van de verhuizing. Dat had andersom gemoeten. In het ouderschapsplan dat partijen op 30 augustus 2023 hebben ondertekend staat onder artikel 2 opgenomen:

Bij een voorgenomen verhuizing zullen de ouders vooraf met elkaar in overleg treden.”
De rechtbank ziet wel de uitgesproken wens van de moeder om te verhuizen, maar de noodzaak daartoe niet.
5.9.
Omdat de rechtbank het verzoek tot vervangende toestemming verhuizing naar [plaats 2] afwijst, bestaat er geen belang meer bij inschrijving van [kind 1] op de basisschool [naam basisschool] in [plaats 2] . De rechtbank wijst dit verzoek van de moeder ook af.
5.10.
De vader verzoekt de rechtbank de verhuizing te verbieden naar [plaats 2] , onder last van een dwangsom. De rechtbank wijst deze verzoeken af. De rechtbank heeft het verzoek van de moeder tot vervangende toestemming verhuizing afgewezen en dat betekent automatisch dat de moeder niet mag verhuizen met de kinderen. De rechtbank verwacht van de moeder dat zij zich hier aan houdt. Ze heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat als ze geen toestemming krijgt, ze niet met de kinderen zal verhuizen. Dit sluit ook aan bij de afspraken die partijen hebben gemaakt tijdens de behandeling van het door de vader aangespannen kort geding. Een expliciet verbod tot verhuizing aan de moeder opleggen acht niet rechtbank niet meer nodig.
wijziging zorgregeling
5.11.
De moeder verzoekt om wijziging van de zorgregeling voor het geval dat haar vervangende toestemming wordt verleend om met de kinderen te verhuizen naar [plaats 2] . Nu dit verzoek is afgewezen, hoeft het verzoek niet in behandeling te worden genomen.
5.12.
Op grond van artikel 1:377e gelezen in samenhang met artikel 1:253a, vierde lid van het Burgerlijk Wetboek kan de rechtbank op verzoek van de ouders of van een van hen een beslissing inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken of een door de ouders onderling getroffen verdeling van de zorg- en opvoedingstaken wijzigen als nadien de omstandigheden zijn gewijzigd of dat bij het nemen van de beslissing van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan.
5.13.
De vader verzoekt ook om wijziging van de zorgregeling. Hij wil dat de zorgregeling wordt uitgebreid en dan met name ten aanzien van de vakantieverdeling. Partijen hebben de huidige zorgregeling in augustus 2023 met elkaar afgesproken en opgenomen in het ouderschapsplan dat zij beiden hebben ondertekend. Het is de rechtbank niet gebleken dat er sprake is van een wijziging in de omstandigheden. Juist niet nu de vakantieregeling nog niet eens één keer is uitgevoerd. Het argument van de vader dat de moeder minder moeite heeft met het loslaten van de kinderen gaat niet op omdat tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de moeder er nog steeds moeite meer heeft als met name [kind 2] drie weken achtereen bij de vader verblijft.
5.14.
Omdat er geen relevante wijziging van omstandigheden is die een herbeoordeling van de zorgregeling rechtvaardigt zal de rechtbank het verzoek van de vader daarom afwijzen.
5.15.
De rechtbank merkt tot slot nog het volgende op. In het ouderschapsplan staat ten aanzien van de zorgregeling opgenomen:
“Indien specifieke, zwaarwegende omstandigheden dit vragen, kan de zorgregeling in te toekomst aangepast worden.”
Tijdens de mondelinge behandeling is het de rechtbank gebleken dat de ouders niet goed in staat zijn om met elkaar te communiceren en onderlinge afspraken te maken. [kind 1] en [kind 2] zijn allebei nog heel jong en de ouders moeten in de toekomst als gezaghebbende ouders nog vele (gezags)beslissingen aangaande de kinderen nemen. De rechtbank sluit zich aan bij het advies van de Raad dat de ouders gaan werken aan de onderlinge communicatie. Hopelijk dat het in de toekomst dan mogelijk is dat de ouders in onderling overleg de zorgregeling kunnen wijzigen/uitbreiden, zonder dat daarvoor een procedure bij de rechtbank noodzakelijk is.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
wijst de verzoeken van de moeder af;
6.2.
wijst de verzoeken van de vader af.
Deze beschikking is gegeven door mr. B. Krijnen, (kinder)rechter, in tegenwoordigheid van L. Stoevenbelt als griffier en in het openbaar uitgesproken op 2 mei 2024.
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.